Het verschil tussen kosten en uitgaven
Het verschil tussen uitgaven en kosten is soms verwarrend, omdat deze termen
vaak door elkaar worden gebruikt. Laten we ze duidelijk onderscheiden:
1. Uitgaven:
o Uitgaven verwijzen naar daadwerkelijke geldtransacties. Dit zijn de
betalingen die je daadwerkelijk doet, zoals aankopen of
uitbetalingen.
o Ze worden geboekt op het moment dat het geld uit je onderneming
verdwijnt. Denk aan uitgaven voor bijvoorbeeld inkoop van
goederen, huur, of salarissen.
o Uitgaven staan in de boekingen van je bankrekening (bankboek)
en kas (kasboek).
2. Kosten:
o Kosten verwijzen naar de waarde van goederen of diensten die zijn
gebruikt om inkomsten te genereren.
o Ze worden niet altijd direct betaald, maar ze verminderen wel de
waarde van je bedrijfsmiddelen. Denk aan afschrijvingen op
bedrijfsmiddelen zoals machines, voertuigen, of computers.
o Kosten worden geboekt op de winst- en verliesrekening en zijn een
belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering.
Praktijkvoorbeeld: Stel je koopt een nieuwe bestelbus voor je onderneming. De
aanschafprijs van de bus is €6.000. Over 5 jaar verwacht je dat de bus nog
€1.000 waard is. De waardedaling van de bus is dus €1.000 per jaar, wat we
afschrijving noemen. In het eerste jaar heb je een uitgave gedaan van €6.000. De
waardedaling van de bus is een kost en bedraagt €1.000 per jaar. In de jaren
daarna heb je geen uitgaven meer voor de bestelbus, maar je hebt nog steeds te
maken met andere kosten, zoals verzekeringen, brandstof, onderhoud, en
wegenbelasting12.
Het verschil tussen opbrengsten en ontvangsten/inkomsten
Het verschil tussen opbrengsten en ontvangsten is belangrijk om te begrijpen in
de context van financiën en boekhouding. Laten we deze termen verduidelijken:
1. Opbrengsten:
o Opbrengsten verwijzen naar de waarde van goederen of
diensten die je hebt verkocht of geleverd.
o Ze worden geboekt op het moment dat je
een verkoopfactuur verstuurt aan je klant, zelfs als je het geld nog
niet hebt ontvangen.
o Opbrengsten zijn een onderdeel van de winst- en verliesrekening en
dragen bij aan het totale resultaat van je bedrijf.
2. Ontvangsten/Inkomsten:
o Ontvangsten of inkomsten zijn de werkelijke geldtransacties die
plaatsvinden.
, o Ze worden geboekt in het bankboek en kasboek op het moment dat
het geld daadwerkelijk je bedrijf binnenkomt.
o Ontvangsten zijn een momentopname van de financiële situatie.
Voorbeelden om het verschil te verduidelijken:
Geen uitgave, wel kosten: Stel dat je iets koopt en een factuur ontvangt,
maar nog niet hebt betaald. Volgens het factuurstelsel moet je deze
aankoop al boeken als kosten in de resultatenrekening, omdat het een
kostenpost is. Je hebt echter nog geen uitgave gedaan en hebt een schuld
op de balans staan.
Geen kosten, wel uitgave: Vervolgens betaal je de factuur. Deze betaling is
een uitgave. Doordat je hebt betaald, verdwijnt de schuld (balans) en
wordt het niet als kosten geboekt in de resultatenrekening.
Geen ontvangst, wel opbrengst: Je verkoopt goederen of verleent diensten
en stuurt een factuur naar je klant, maar je hebt het geld nog niet
ontvangen. Op basis van het factuurstelsel moet je deze verkoop al wel
boeken als opbrengst in de resultatenrekening, omdat het een opbrengst
is. Je hebt echter nog geen geld van je klant ontvangen en hebt een
vordering op de balans.
Kortom, opbrengsten en ontvangsten zijn nauw met elkaar verbonden, maar ze
hebben verschillende boekhoudkundige betekenissen. Het is essentieel om deze
nuances te begrijpen voor een correcte financiële administratie van je bedrijf.
Een resulatenrekening
Een exploitatiebegroting is een overzicht van de verwachte opbrengsten en
kosten in een bepaalde periode. Het wordt vaak voor een jaar opgesteld en dient
om de financiële haalbaarheid van een bedrijf te beoordelen. Hier zijn de
belangrijkste stappen om een exploitatiebegroting op te stellen:
1. Omzet bepalen:
o Schat hoeveel omzet je de komende drie jaar verwacht. Vermeld de
omzet per jaar. Dit kan gebaseerd zijn op verkoopprognoses,
historische gegevens of marktonderzoek.
2. Inkoopwaarde bepalen:
o Bereken de inkoopwaarde (of inkoopkosten) en trek deze van de
omzet af. Zo bepaal je de brutowinst.
3. Bedrijfsresultaat inzichtelijk maken:
o Tel alle andere zakelijke kosten bij elkaar op, zoals
personeelskosten, huur, internet, telefoon en verzekeringen.
o Voeg ook de waardevermindering van je bedrijfsmiddelen
(afschrijvingen) toe als kosten.
o Trek alle kosten van de brutowinst af om het bedrijfsresultaat te
berekenen (ook wel nettowinst uit onderneming vóór belastingen
genoemd).
4. Belastingen aftrekken:
o Trek van het bedrijfsresultaat de inkomstenbelasting en de
inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering af.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur s1197820. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,57. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.