Zwangerschap 2 samenvatting
Inhoud
Zwangerschap 2 samenvatting ................................................................................................... 1
Week 1 .................................................................................................................................... 2
Pathologie zwangerschap (Ellen Faes)................................................................................ 2
Genetica (Jenneke van den Ende) .................................................................................... 93
Week 2 ................................................................................................................................ 116
Voeding bij zwangerschapsdiabetes (Els Boeynaems) ................................................... 116
Serologie tijdens prenatale raadpleging (Leen vanden Bergh) ...................................... 137
Stress management (Kaatje van Hemelrijk) ................................................................... 157
Week 3 ................................................................................................................................ 162
Neonaat diabetes moeder (Sophie Baré) ....................................................................... 162
,Week 1
Pathologie zwangerschap (Ellen Faes)
Stoornissen in foetale groei en vruchtwater
(Examen: meerkeuze + open vragen, leren: grote lijnen van de leerstof kennen, definities
kennen, begrijpen wat er uitgelegd wordt en de accenten in de les kennen. Geen percentages
wel weten of de kans groot of klein is. Begrippen leren → iets kunnen uitleggen bijvoorbeeld
verschil in soorten tweelingen. Definitie pre-eclampsie kennen
De grootste hoofdstukken zijn de belangrijkste om te kennen
Bij hartziekten niet alles kennen maar bijvoorbeeld wel weten dat het misschien niet een
vaginale bevalling kan zijn
Verhaal van patiënt op spoed met symptomen en resultaten onderzoeken → waar past dit
het beste bij wat betreft de bloedingen)
Normaal gewicht:
• Gewicht van een foetus tussen p10 en p90
Foetale groei is dynamisch proces: identificatie van groeiproblematiek vergt meerdere
observaties van de foetale groei
Normale groei:
• De groei in de zwangerschap is normaal indien de verschillende metingen doorheen
de zwangerschap ook normaal zijn
(Examenvraag: wat is normale groei → over verschillende metingen gemeten)
Foetale grootte wordt bepaald door meten van de foetale biometrie
• Hoofdomtrek= head circumference (HC)
• Biparietale diameters (BPD)
• Buikomtrek= abdominal circumference (AC)
• Lengte bovenbeen= femurlengte (FL)
→ Kunnen elk geplot worden op een curve
Gewichtsschatting (estimated fetal weight - EFW)
→ Hiervoor meerdere formules
→ Kan eveneens geplot worden op een curve
Percentielen van groei zijn gedefinieerd op basis van zwangerschapstermijn
→ Zekerheid over de zwangerschapsduur is essentieel
Groeicurven:
• Op de groeicurve kan je zien hoe een afmeting van de foetus zich verhoudt tot
die van andere foetussen op hetzelfde moment in de zwangerschap
• De waarden worden uitgedrukt in p-waarden (p staat voor percentiel)
• Bij een geschat gewicht op p10: 10% van de foetussen is kleiner en 90% is
groter bij diezelfde zwangerschapsduur
,Verschillende groeicurves:
Voorkeur gaat uit naar een groeicurve aangepast aan
• Het geslacht
• De etnische groep: bijvoorbeeld geboortegewicht in NL <
Hindoestaanse moeders
• De regio
→ Dit is een heel kleine foetus, hierbij denk je aan pre-eclampsie of
een congenitale aandoening
→ Je gaat hierbij de bloeddruk meten (PE), een bloedname doen (PE) en IgG TORCHES
(Infecties aanwezig) en een urinestaal afnemen (PE) Om te controleren op chromosomale
afwijkingen ga je hier ook een vruchtwaterpunctie of eventueel een bloedname
→ Dopplers opvolgen, als deze goed blijven hoef je niet te verlossen. Bij afwijkende dopplers
is dit altijd een indicatie tot sectio en ga je geen vaginale partus starten
Afwijkingen in foetale groei en vruchtwater:
1. Intra-uteriene groeirestrictie (IUGR) → foetale groeirestrictie (FGR)
2. Intra-uteriene vruchtdood
3. Macrosomie
4. Oligohydramnion
5. Polyhydramnion
Foetale groeirestrictie (FGR)
Voorheen intra uteriene groei restrictie (IUGR) genoemd= foetussen die in utero niet hun
volwaardig groeipotentieel kunnen bereiken door genetische dan wel omgevingsfactoren
• Grote focus van prenatale zorg: identificeren van foetussen met groeirestrictie
o Meer kans op perinatale morbiditeit en mortaliteit
• FGR is verantwoordelijk voor 28-45% van IUVD bij overigens normale foetussen
• Een oorzakelijk verband
o Tussen FGR en ontwikkeling van adult-onset morbiditeiten (zoals hypertensie,
hyperlipidemie, coronaire hartziekten, diabeters mellitus)
o Tussen FGR en prematuriteit (kinderen met FGR vaker prematuur om
intrauterien overlijden te voorkomen)
Oorzaken foetale groeirestrictie (FGR):
o Maternale ziekte kan het voorkomen van groeiproblematiek verhogen
o Chronische hypertensie: 2x meer FGR
o Nierinsufficientie
o Systeemziekten: bijvoorbeeld lupus, diabetes
o Chronische longaandoening
o Zeer vaak FGR bij “normaal kleine baby’s”:
o Geen foetale afwijkingen, normaal vruchtwater, normale foetale activiteit,
normale dopplers
o Beperkt aantal kindern met FGR “abnormaal klein” door een externe factor
vruchtwater en foetale activiteit kunnen verlaagd, normaal of verhoogd zijn
o Foetale afwijkingen
o Genetishe problematiek (bijvoorbeeld trisomie 18 of triploidie)
, o Foetale infectie (toxo, CMV, rubella, herpes, parvo B19)
o Ernstige nutritionele deficientie
o Ernstige omgevingsfactoren
▪ Toxische factoren: roken, drugs, alcohol, medicatie
o Placentaire insufficientie
Verminderde placentaire functie gaat gepaard met chronische hypoxemie van de
foetus
o Gestoorde ontwikkeling van maternele placentaire arteriën tot lage
weerstandsvaten. Hierdoor is er mindere zuurstof en nutriënten voorziening
in de intervilleuse ruimte
o Vermindering in aantal terminale placentaire haarvaten en arteriolen in de
teriaire villi. Hierdoor is er gestoorde maternofoetale transfer van nutriënten
o (20% van de kinderen met FGR)
o Gekenmerkt door afwezigheid van foetale defecten, verminderde hoeveelheid
vruchtwater en kindsbewegingen
o Deze vorm wordt verder onderverdeeld in vroege en late FGR
Definities:
Elke foetus heeft een groeipotentieel
Groeipotentieel wordt bepaald door: maternele etniciteit, pariteit, gewicht en lengte
→ Small for gestational age (SGA) (“klein”)
Meest gebruikte definitie: EFW of AC onder percentiel 10 (andere grenzen die beschreven
worden, zoals 5e en 3e percentiel)
Soms kan groeipotentieel niet waargemaakt worden
FGR: foetus die zijn groeipotentieel niet bereikt
Het voornaamste verschil tussen SGA en FGR is dat een foetus met SGA
klein kan zijn maar geen verhoogd risico heeft op slechtere perinatale
uitkomst, terwijl dat bij een foetus met FGR wel het geval is
Conclusie: niet elke SGA is een FGR, en omgekeerd
• De placenta is een multifactorieel orgaan. De placenta is niet alleen verantwoordelijk
voor voeding van de baby, maar ook voor oxygenatie. Intra-uterien overlijden en
neurologische handicap zijn het gevolg van hypoxemie en niet van malnutritie.
• Onderscheid tussen 2 belangrijke types. Het onderscheid wordt vooral gemaakt op
basis van de zwangerschapstermijn bij diagnose: voor of na 32 weken
Vroege groeirestrictie:
Vroeg in de zwangerschap is de zuurstofbehoefte van een foetus laag, maar nutritionele
behoefte is zeer hoog (om te kunnen groeien). Als de placenta faalt vroeg in de
zwangerschap, leidt dit bijgevolg tot een zeer trage groei, maar de verminderde
zuurstofaanvoer wordt getolereerd
Vroege FGR wordt voornamelijk veroorzaakt door maternale vasculaire malperfusie van de
placenta, gekarakteriseerd door abnormale transformatie van de spiraal arteriën,
pathologische kenmerken van de placentaire villi en multifocale infarcten. Deze
componenten resulteren in placentaire insufficiëntie.