Dit document bevat een samenvatting van het boek 'Praktisch gezondheidsrecht'. Hier staan alle belangrijke begrippen duidelijk uitgelegd. Met deze samenvatting verwerf je kennis op een eenvoudige, maar volledige wijze.
Uitgewerkte lesdoelen recht leerjaar 1 periode 1.1
Uitgewerkte leerdoelen recht periode 1.2 jaar 1
uitwerkingen leerdoelen recht en ethiek
Tout pour ce livre (5)
École, étude et sujet
Fontys Hogeschool (Fontys)
Minor Mens en Recht
Gezondheidsrecht
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
anneroosdekorte
Aperçu du contenu
Samenvatting Praktisch Gezondheidsrecht
Hoofdstuk 1
1.1
Recht is geheel aan geldende rechtsregels om de maatschappij te ordenen. Het
gezondheidsrecht is een horizontaal specialisme. Het bevat wetten die speciaal voor de
gezondheidszorg zijn geschreven of rechtsregels uit algemene wetten die ook in de
gezondheidszorg van toepassing zijn.
1.2
Tweede functie van recht is om kwetsbare mensen in de samenleving te beschermen.
1.3 Indelingen in het recht
Onderverdeling Nationaal, internationaal en supranationaal
Onderscheid tussen:
1. Nationaal
Wetten en rechtsregels die door de NL-e wetgever zijn vastgesteld en binnen de NL-e grenzen
gelden. Opgedeeld in publiek- en privaatrecht.
2. Internationaal
Internationaal recht kan opgedeeld worden in internationaal publiekrecht en internationaal
privaatrecht. = recht tussen staten onderling. Verdrag = publiekrechtelijke overeenkomst die
een staat met een of meerdere staten of met een andere verdragsorganisatie aangaat. Als deze
doorwerken in de nationale wetgeving, worden dit ook wel een ieder verbindende bepalingen
genoemd (art. 94). Geldt niet alleen voor bepaling in een verdrag, maar ook besluit van
verdragsorganisaties.
3. Supranationaal
Recht dat afkomstig is van organisaties die van lidstaten een eigen regelgevende of
rechtssprekende bevoegdheid hebben gekregen. EU. Hier wordt ook wel de term
communautair voor gebruikt.
Onderverdeling in publiek- en privaatrecht
Nationaal recht kan worden opgedeeld in publiek en privaatrecht. Publiekrecht= regelt
verhoudingen tussen overheid en maatschappij (burgers en organisaties) en tussen
overheidsorganen onderling. Publiekrecht onderverdeeld in
- Staatsrecht: regelt inrichting van de staat en de bevoegdheden van de staat. Stelt ook
beperkingen aan de bevoegdheden van de overheid, bijv. door grondrechten.
- Bestuursrecht: omvat regels die de overheid in het verkeer met burgers in acht moet
nemen. Belangrijkste is de Algemene wet bestuursrecht. Dit vermeld hoe de overheid
besluiten moeten voorbereiden en bekendmaken. Ook staat hierin binnen welk termijn
er een besluit moet worden genomen.
- Strafrecht: omschrijft welke gedragingen in welke omstandigheden en onder welke
voorwaarden strafbaar zijn en welke sancties dan opgelegd mogen worden. (welke
gedragingen strafbaar zijn en welke sancties hiervoor gelden).
- Internationaal recht: recht tussen staten onderling. Bijv. verdragen over
mensenrechten.
Privaatrecht = regelt de verhouding tussen personen onderling. Onder persoon wordt de
drager van rechten en plichten verstaan, ook wel rechtssubject. Verschil in natuurlijke
personen en rechtspersonen. Individuen zijn natuurlijke personen. Als we het hebben over
rechten en plichten die worden toegekend aan een organisatie, dan spreken we van
,rechtspersonen. Bijv. vereniging, stichting, maatschap enz. Deze personen staat niet echt,
maar hebben wel rechtspersoonlijkheid. BW is gelaagd opgebouwd, van algemeen naar
bijzonder.
Onderverdeling in materieel en formeel recht
Materieel recht= bevoegdheden en verplichtingen van deelnemers aan het rechtsverkeer zijn
vastgelegd. De inhoud van het recht. Als het tot een conflict komt dat is het een taak van het
recht om via beslechting van dat conflict het materiële recht te handhaven. De procedures
voor deze handhaving behoren tot het formeel recht. Regels die bij het voeren van procedures
in acht moeten worden genomen. Dit bestaat voor grootste deel uit procesrecht. In burgerlijke
of civiele rechtspraak worden onderlinge verschillen tussen (rechts)personen behandeld. In
strafrechtspraak gaat het over een straf opleggen wegens het overtreden van een strafbepaling.
Bestuursrechter oordeelt over de rechtmatigheid van besluiten en soms andere handelingen
van overheidsorganen of andere organen met bestuurlijke bevoegdheid. Bestuursrecht vaak
minder strenge procesregels dan het burgerlijk en strafprocesrecht, maar ook hier gelden
termijnen.
Onderverdeling in dwingend en regelend recht
Dwingend recht = regels waarvan niet mag worden afgeweken. Die regels stellen bepaalde
belangen of waarden boven de vrijheid van een persoon om hierover zelf te beslissen of
andere afspraken te maken. Bijv. om zwakkere partijen te beschermen. Als er wel wordt
afgewezen, dan is die bepaling in de afspraak of het contract nietig= afwijking heeft niet
bestaan en er kan hier ook geen beroep op worden gedaan.
Regelend recht= recht waarvan partijen kunnen afwijken door zelf een andere regeling te
treffen. Ook wel aanvullend recht. Die regels gelden als partijen zelf geen andere regeling
hebben getroffen. Partijen kunnen anders overeenkomen, maar als zij dit niet doen wordt
teruggevallen op regels in de wet. Bijv. erfrecht. Regelend recht is minder sterk aanwezig in
het gezondheidsrecht.
Onderverdeling in objectief en subjectief recht
Objectief recht= complex van regels en voorschriften (materieel als formeel) dat door de
overheid met een dwingend karakter aan de gemeenschap is opgelegd. Subjectief recht=
bevoegdheid die iemand in een gegeven situatie heeft ten opzichte van een ander. Deze
rechten kunnen worden ingeroepen door natuurlijke of rechtspersonen. Tegenover een
subjectief recht van de een staat een verplichting van de ander. Subjectief recht is ook wel een
geïndividualiseerde bevoegdheid van een persoon (subject). Subjectief recht vloeit voort uit
een objectief recht. Een rechtsregel bepaalt dat een subject een bepaalde bevoegdheid krijgt of
ergens een bepaalde aanspraak op heeft. Deze rechten kunnen ook voortvloeien uit een sociale
norm (maatschappelijk verkeer als normaal). Ze moeten dan nog wel onder een wettelijke
rechtsregel worden gebracht om te kunnen worden opgeroepen.
1.4 Bronnen van het recht
Positief recht is het geheel aan geldende rechtsregels. De bronnen:
- Wetgeving
- Verdragen
- Jurisprudentie
Naast de bronnen ^ spelen richtlijnen en codes van de organisaties betreft gezondheidszorg
ook een belangrijke rol= zelfregulering.
,Wetten worden in eerste instantie vastgesteld door de regering en het parlement (Staten-
Generaal). Maar ook wel door regering of alleen door ministers. Ook de Provinciale staten en
de gemeenteraad kan algemeen verbindende voorschriften uitvaardigen. Die worden
verordeningen genoemd. Deze algemeen verbindende voorschriften zijn te vinden in wetten,
algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Deze mogen niet in strijd zijn
met de Grondwet.
Wetgevende macht bestaat uit Staten-Generaal en de regering. Geregeld in art. 81 Grondwet.
Vaak op initiatief van de regering, maar ook leden van de Tweede kamer kunnen een
wetsvoorstel indienen.
Totstandkoming wetten
Grootste deel van de wetten komt op initiatief van de regering tot stand, maar ook leden van
2e kamer kunnen wetsvoorstel indienen (recht op initiatief).
Tekst van beoogde wet wordt opgesteld op een ministerie. Hier gaan vaak consultaties aan
vooraf. Bij wetsvoorstel hoort een memorie van toelichting= uitleg over het hoe en waarom
van het wetsvoorstel -> Beide stukken naar ministerraad. -> na akkoord besluit de
ministerraad het wetsvoorstel in te dienen. -> ontwerp wordt voor advies bij Raad van State
voorgelegd (hoogste adviseur). Deze adviezen zijn niet bindend, maar minister is verplicht om
in een nader rapport hierop te reageren. -> Memorie van toelichting, advies van Raad van
State en nader rapport naar 2e kamer gestuurd.
Ontvangen stukken worden naar vaste Kamercommissie gestuurd -> bestudeert en kan via
openbare hoorzittingen niet-Kamerleden raadplegen -> commentaar, vragen en suggesties
worden vastgelegd in een voorlopig verslag, dat naar de betrokken ministers wordt gestuurd -
> Minister reageert op voorlopig verslag in een memorie van antwoord. -> met een nota van
wijzigingen kan de minister zo nodig wijzigingen in het wetsvoorstel doorvoeren. Aan
openbare mondelinge beraadslagingen in de Tweede Kamer nemen betrokken ministers en
kamerleden deel. Leden van Tweede kamer kunnen amendementen (wijzigingsvoorstellen)
, indienen. -> Kamer stemt over de afzonderlijke amendementen en vervolgens over het totale
wetsvoorstel -> wetsvoorstel is aangenomen bij een meerderheid van voorstemmers van
minsten de helft plus 1 van de uitgebrachte stemmen, tenzij de grondwet anders bepaalt.
Rol van de eerste kamer
Nadat het de tweede kamer is gepasseerd, neemt de eerste kamer het in behandeling.
Schriftelijke voorbereiding, mondelinge behandeling en stemming zijn hetzelfde. Leden van
de Eerste kamer (Senatoren en senaat) hebben geen recht van amendement. Wetsvoorstel kan
slechts in zijn geheel aanvaard of verworpen worden. Echter kan de Eerste Kamer wijzigingen
bevorderen door de minister te vragen om een zogenaamde novelle in te dienen= meedelen
aan de minister dat het alleen wordt aanvaard als de minister – bij de Tweede Kamer – een
nieuw voorstel indient.
Ondertekening, afkondiging en inwerkingtreding
Voorstel dat door beide Kamers is aangenomen, wordt eerst ondertekend door de koning en
betrokken ministers. Een wet treedt pas in werking als deze bekend is gemaakt. Elke wet
regelt de wijze van bekendmaking en wanneer de wet in werking treedt (art. 88 Grondwet). In
de Bekendmakingswet is dit verder uitgewerkt. Daarin staat dat een wet en een algemene
maatregel van bestuur in het Staatsblad worden gepubliceerd.
Algemene maatregel van bestuur
= een wet kan voorschrijven dat bepaalde onderwerpen bij AMvB moeten worden geregeld
(delegatie). Wordt toegepast om algemene regels verder uit te werken. Eerst legt de regering
het concept van een AMvB voor aan de 1e en 2e kamer voor een voorhangprocedure. AMvB’s
moeten ook voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd. Er zijn wetten die voor
groot deel door AMvB’s gedragen worden=raamwetten. Ook AMvB’s worden in het
Staatsblad gepubliceerd.
Ministeriële verordening of regeling bevat algemeen verbindende voorschriften. Wordt
gemaakt door een minister die door een wet of AMvB hiervoor wordt aangewezen.
Verordening bevat detaillering van bepaalde onderwerpen. Er is geen advies van Raad van
State voor nodig en ook geen plaatsing in het Staatsblad.
Verdragen
Verdragen die mensenrechten bevatten zijn voor gezondheidsrecht van belang. Verenigde
Naties: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens – mensenrechten gelden voor
iedereen op de wereld = universaliteit van mensenrechten. UVRM is geen verdrag en
juridisch niet bindend. VN heeft de type mensenrechten vastgelegd in twee verschllende
verdragen: Internationaal Verdrag Inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (grondrechten)
en Internationaal Verdrag inzake Economische, sociale en culturele rechten. EVRM is een
Europees verdrag; recht op eerlijke proces en recht op privéleven. Dit verdrag heeft een
dwingende invloed op bestaande en toekomstige wetgeving van aangesloten lidstaten. Burger
kan na zich tot de nationale rechter gericht te hebben, een klacht indienen aan het EHRM.
Ook zijn verdragen van EU van grote betekenis. Doel: onderlinge handel, maar ook vrede,
welvaart en veiligheid te bevorderen door samenwerking van de lidstaten op verschillende
gebieden. NL is gehouden aan het recht van de EU, vastgelegd in Verdrag betreffende
Europese Unie (VEU) en Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU).
Deze verdragen kennen bevoegdheden toe aan verschillende organen van de EU om
verdragen nader uit te werken in verordeningen, richtlijnen en besluiten. Wetgeving EU: de
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anneroosdekorte. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.