Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Samenvatting kennistoets kwartiel 1 VZ omvat de samenvattingen van geneeskunde, klinsich redeneren en verpleekgundige zorgverlening. Deze samenvattingen zijn geschreven in het 1e leerjaar vanuit de opleiding HBO V Gezondheid en Technologie. Ook geldt deze samenvatting voor de reguliere HBO V. De op...
Anatomie en fysiologie: het sensorisch systeem 1ejaar verpleegkunde KdG
Anatomie en fysiologie 2
Leerdoelen AFP 1.1 uitgewerkt
Tout pour ce livre (105)
École, étude et sujet
Saxion Hogeschool (Saxion)
Gezondheid en Technologie
Kwartiel 1 Kennistoets 1.1. VZ
Tous les documents sur ce sujet (1)
3
revues
Par: joliekevandenberg04 • 2 année de cela
Par: tanchotkan • 3 année de cela
Par: zulu19 • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
kelseybruins
Avis reçus
Aperçu du contenu
Kwartiel 1
Geneeskunde
Doelen
Benoemen uit welke verschillende niveaus (van microscopisch tot macroscopisch
niveau) het menselijk lichaam is opgebouwd.
Beschrijven wat de belangrijkste functies zijn van de 11 orgaanstelsels (onderdeel
van het macroscopisch niveau);
Beschrijven hoe deze orgaanstelsels hun onderlinge evenwicht behouden door
middel van homeostase
Basale functies alle levende wezens
Reactievermogen= prikkelbaarheid, aanpassingsvermogen reactie veranderingen
Groei= toename omvang door deling cellen, differentiatie (specialisatie)
Voortplanting
Beweging= uitwendig en inwendig
Stofwisseling= complexe chemische reacties om energie te leveren die nodig is voor
de voorgaande functies
-Respiratie= opname, vervoer en verbruik zuurstof door cellen
-Excretie= uitscheiding, verwijderen van afvalstoffen
Organisatieniveaus
Chemisch niveau= atomen verbonden tot moleculen
Celniveau= moleculen vertonen interacties waardoor grotere structuren ontstaan,
specifieke functies (kleinste levende eenheden cellen)
Weefselniveau= cellen van hetzelfde type die samenwerken om een specifieke
functie uit te voeren
Orgaanniveau= 2 of meer verschillende weefsels die samenwerken om een
specifieke functie uit te voeren
Orgaanstelselniveau= organen werken samen
-Huid, beenderstelsel, spierstelsel, zenuwstelsel, endocriene stelsel, cardiovasculaire
stelsel, lymfestelsel, ademhalingsstelsel, spijsverteringsstelsel, urinaire stelsel,
voortplantingsstelsel
Organismeniveau= alle orgaanstelsels werken samen
Homeostase= streven naar stabiel intern evenwicht
Regulering omvat:
-Receptor die gevoelig is voor een bepaalde verandering in de omgeving (prikkel)
-Besturingscentrum, integratiecentrum, informatie van receptor ontvangt en verwerkt
-Effector (cel/orgaan), reageert op signalen waarbij werking prikkel tegen gegaan
Negatieve terugkoppeling= effect dat tegengesteld is aan oorspronkelijke prikkel,
wekt een variatie buiten de normale grenzen een automatische reactie op waardoor
de situatie wordt gecorrigeerd bv. warmteregulatie
Positieve terugkoppeling= brengt aanvankelijke prikkel een reactie teweeg waardoor
prikkel wordt versterkt, zichzelf versterken bv. Bloedstolling, bevalling
,Doelen
Benoemen uit welke organellen de cel bestaat en wat hun functie is;
Beschrijven hoe de celdeling (mitose) verloopt;
Benoemen wat de vier verschillende (hoofd)weefseltypen zijn en wat hun functie is.
Celanatomie
Plasmamembraan= isolatie; bescherming; gevoeligheid; regelt in- en uitgaan stoffen
Cytoplasma= cytosol (verdeeld stoffen door middel van diffusie) met organellen
Extracellulaire vloeistof= omgeven cel door waterig medium (interstitium)
Microvilli= vergroting celoppervlak, absorptie van extracellulaire stoffen verloopt beter
Cilia= beweging stoffen over celoppervlak
Golgi-apparaat= opslag, wijziging en verpakking van secretieproducten en
lysosomaal enzym
Proteasomen= afbraak en recycling beschadigde/abnormale intracellulaire proteïnen
Mitochondria= produceren 95% van benodigde ATP voor de cel
Ribosomen= proteïnen synthese
Endoplasmatisch reticulum (ER)= synthese secretieproducten; intracellulaire opslag
en transport
-Ruw= modificeert en verpakt nieuwe gesynthetiseerde proteïnen
-Glad= synthetiseert lipiden en koolhydraten
Peroxisomen= katabolisme van vetzuren en andere organische verbindingen,
neutralisatie van daarbij ontstane toxische verbindingen
Lysosomen= intracellulaire verwijdering van beschadigde organellen of pathogene
micro-organismen (spijsverteringsenzymen)
Nucleus= regulatie metabolisme; opslag en verwerking genetische informatie;
regulatie proteïnesynthese
Celskelet= stevigheid en steun; beweging cellulaire structuren en stoffen
Celkern= besturingscentrum voor cel activiteiten, bepaalt structuur en functies,
bepaalt welke eiwitten worden gesynthetiseerd, onder welke omstandigheden en in
welke hoeveelheden
-Kernmembraan= omgeeft kern en vormt scheiding tussen vloeibare inhoud
(kernplasma) en het cytosol
-Poriën in kernmembraan= chemische communicatie tussen kern en cytosol
doorlaten ionen en kleine moleculen
-Kernlichaampjes= ribosomaal RNA (rRNA) wordt gesynthetiseerd en sub eenheden
van ribosomen tot functionele ribosomen worden opgebouwd
-Chromosomen= 23 paar, bevat DNA-strengen die rond eiwitten zijn gewikkeld
(histonen) DNA+ histoon= nucleosoom
,Celdeling= cellulaire voortplanting, oude en
beschadigde cellen vervangen
DNA-replicatie= duplicatie van erfelijk
materiaal
Mitose= kerndeling, treedt op tijdens deling
lichaamscellen
Meiose= vorming geslachtscellen, zaadcellen
en eicellen
Interfase= langste periode cel leven
- Moleculen enzym DNA-polymerase binden
aan ongebonden stikstofhoudende basen
Apoptose= genetisch gereguleerd afsterven
van cellen
Mitose= chromosomen oorspronkelijke cel gescheiden en met kernmembraan worden
omgeven, zodat 2 identieke kernen ontstaan met elk 1 set dochtercellen
Profase= als gevolg van DNA-replicatie zijn er 2 exemplaren chromosoom aanwezig
-Elk exemplaar, (zuster)chromatide, op 1 punt, centromeer, met zijn kopie verbonden
-Chromosomen zichtbaar verdwijnen kernlichaampjes 2 paren centriolen naar
tegenovergestelde polen cel, spoeldraden lopen van ene naar andere centriolenpaar
eind verdwijnt kernmembraan en hechten chromatiden aan spoeldraden
Metafase= begint als chromosomen zich naar smalle, centrale zone (equatorvlak)
verplaatsen, eindigt als ze er allemaal in liggen
Anafase= centromeer van elke zusterchromatidenpaar zich splitst en deze van elkaar
gescheiden worden 2 resulterende dochterchromosomen nu naar
tegenovergelegen uiteinden cel
- Cytokinise= deling van cytoplasma zodat 2 afzonderlijke cellen ontstaan
Klievingsgroeve= ontstaat doordat dochterchromosomen bij uiteinden
spoeldraden aankomen trekt cytoplasma zich bij het equatorvlak samen
Markeert einde celdeling
Telofase= bereidt cel zich voor op terugkeer interfase, kernmembranen opnieuw
gevormd, kernen groter en DNA chromosomen ontrolt, kernlichaampjes komen terug
Weefseltypen en functies
Epitheel= bekleden lichaamsoppervlakken, holten en buisvormige structuren
-Fysieke bescherming bieden
-Doorlaatbaarheid reguleren
-Zintuigfunctie
-Gespecialiseerde klierproducten vormen (kliercellen)
Exocriene= externe oppervlak afgegeven
Endocriene= intern aan weefselvocht en bloed afgegeven, hormonen
Bindweefsel= vormt beschermend structureel raamwerk voor andere weefseltypen
-Gespecialiseerde cellen
-Matrix: extracellulaire eiwitvezels (collageen, elastisch en reticulair) en
grondsubstantie (vult ruimten tussen cellen en omgeeft vezels in bindweefsel)
, -Stevigheid en bescherming
-Transport stoffen
-Opslag energiereserves
-Verdediging lichaam vorming antistoffen
-Bindweefsels in strikte zin= vetweefsel, pezen en banden
Vetweefsel= schokbreker, isolatie, opslag energiereserves
Losmazig bindweefsel= beschermt organen tegen schokken, biedt stevigheid,
laat onafhankelijke beweging toe, fagocyterende cellen bieden bescherming
tegen ziekteverwekkers
Reticulair bindweefsel= ondersteunend netwerk
Dicht bindweefsel= regelmatig (evenwijdig, pezen en banden, verbinden ene
bot met andere), onregelmatig (versterkt en ondersteunt gebieden die trek- en
drukkrachten in allerlei richtingen onderhevig zijn, vormt kapsels bedekt bot en
kraakbeen, stevigheid)
-Vloeibare bindweefsels= bloed en lymfe
Vervoeren zuurstof door rode bloedcel
Beschermen immuunsysteem
Celfragmenten spelen rol bij bloedstolling door bloedplaatjes
-Steunweefsels= kraakbeen en beenweefsel
Beenweefsel
o Volume grondsubstantie zeer klein
o Matrix hoofdzakelijk harde calciumverbindingen en buigzame
collagene vezels
o Gedurende leven opnieuw gevormd
o Volledig herstellen
Kraakbeen= geen bloedvaten
o Hyalien kraakbeen= biedt buigzame versteviging, vermindert wrijving
tussen botoppervlakten
o Elastisch kraakbeen= biedt stevigheid, laat vervorming toe zonder
beschadiging en keert naar oorspronkelijke vorm terug
o Vezelig kraakbeen= verzet zich tegen samendrukking, voorkomt dat
beenderen met elkaar in contact komen, beperkt onderlinge beweging
Spierweefsel= samentrekken, chemische reactie tussen filamenten van myosine en
actine en eiwitten cytoskelet.
-Skeletspierweefsel= beweging of stabilisatie van positie skelet, regelt openen en
sluiten van in- en uitgang van spijsvertering, luchtwegen en urinewegen, produceert
warmte, beschermt inwendige organen dwars gestreepte, willekeurige spieren
-Hartspierweefsel= rondpompen bloed, handhaven bloeddruk (hydrostatisch)
gestreept, onwillekeurig
-Glad spierweefsel= voortbeweging voedsel, urine en klierproducten van
voortplantingsorganen, reguleert diameter luchtwegen, reguleert diameter bloedvaten
niet-gestreept, onwillekeurig
Zenuwweefsel= (neuraal weefsel) reageert op prikkels en geleidt elektrische impulsen
door lichaam, zenuwcellen en neuronen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kelseybruins. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.