Deze samenvatting gaat over het vak basis- en sociale wetenschappen uit het tweede semester. De samenvatting bestaat uit 4 onderdelen: psychosociale zorg, ontwikkelingspsychologie, recht en voedingsleer. Met deze samenvatting ben ik voor de 4 examens geslaagd in eerste zit.
Basis- en sociale wetenschappen
Psychosociale zorg
De wikkeltheorie
De wikkels worden bij deze theorie als metafoor gebruikt voor alles wat we van
nature en door onze levensomstandigheden meekrijgen van kwaliteiten, talenten,
opvattingen, waarden, normen en levenservaringen.
De wikkels worden gevormd in verschillende contexten, zoals gezin of school.
De wikkels hebben een invloed op hoe je in de wereld staat.
Hoe strakker de wikkels, hoe meer ingewikkeld je bent, hoe moelijker het wordt
om onvoorwaardelijk in contact te treden met de ander.
Hiervoor wordt vergeleken met een mummie, die is zodanig ingewikkeld dat hij
geen handen of voeten meer vrij heeft voor de ander.
In deze theorie zijn er dierlijke reacties en ego reacties.
Ego gerichte reacties zijn reacties in functie van je eigen emotionele veiligheid.
Er wordt hiervoor verwezen naar het brein, die kan ingedeeld worden in 3 delen:
1. Het reptielenbrein/de hersenstam
Deze is verantwoordelijk voor de overlevingsdrang. Het is reactief en
instinctief.
2. Het oude zoogdierenbrein/het limbisch systeem
Deze is verantwoordelijk voor alles wat met de emoties te maken heeft.
3. Het menselijke brein/de neocortex
Deze is verantwoordelijk voor het cognitieve denkwerk en de integratie
van verschillende delen.
Deze 3 delen bepalen of je dierlijk of menselijk reageert. De dierlijke reacties
worden ook de fight-flight-freeze-faint reacties genoemd.
Er zijn 4 dierlijke reacties:
1. Fight-reactie
Hierbij wordt vergelijken met een hond die vecht als die zich bedreigt
voelt.
2. Flight-reactie
Hierbij wordt vergelijken met een paard die vlucht als die schrikt.
3. Freeze-reactie
Hierbij wordt vergelijken met een ezel die bevriest als die zich bedreigt
voelt.
4. Faint-reactie
Hierbij wordt vergelijken met een geit die zi
1
,Het respect model
Dit is een model om aan te tonen hoe je als hulpverlener je hart, verstand en
handelen op elkaar kunt afstemmen terwijl je zorgdraagt voor anderen en jezelf.
Er zijn 3 kerngedachten:
1. Je kan enkel goed voor anderen zorgen als je goed voor jezelf zorgt.
2. De zorg moet passend zijn waardoor de relatie met de ander vanzelf
centraal staat.
3. De zorg wordt door een team waargemaakt.
Een 4e kerngedachte van dit model is ‘waarom draag je zorg en voor wie doe je
dat?’
Volgens het model is de bedoeling van zorg de ontwikkeling van de ander?
De 7 belangrijke waarden van het RESPECT-model:
1. Redelijkheid
Hierbij staat de ander in de relatie centraal. Je moet je eigen waarheden
aanpassen en ze afstemmen op het verhaal van de ander. Jij bent niet
alwetend, je bent gelijkwaardig met de ander en moet een niet-wetende
houding aannemen.
Redelijke mensen hebben een brede basiskennis, scholen zichzelf bij en
kennen hun eigen wikkels.
2. Echtheid
Hierbij zijn jij en de ander gelijkwaardig, er is een horizontale relatie.
Je moet tonen hoe je je echt voelt en voldoende stilstaan bij de vraag ‘voor
wie doe ik het?’
3. Samen op pad
Dit doe je door verbinding te creëren, daarna wordt de richting bepaald
door de ander.
4. Positieve uitzonderingen
Hierbij wordt ingezet op de sterktes en krachten van de ander, maar de
kwetsbaarheid wordt niet uit het oog verloren. Er wordt ook positieve tijd
vrijgemaakt om moeilijkere thema’s aan bod te laten komen.
5. Empathie
Hierbij laten we ons raken door de ander, we leven ons in in de ander.
2
, 6. Contact bevorderend werken
Hierbij staat contact centraal. Er zijn 2 soorten:
- Assertief contact bevorderend werken
Hierbij neem je zelf het initiatief om contact op te nemen.
- Creatief contact bevorderend werken
Hierbij ga je extra contacttijd genereren door creatief aan de slag te
gaan met dingen die moeten gebeuren.
7. Teamgebeuren
Hierbij wordt er gereflecteerd over je eigen handelen.
STUDEREN MET CASUSSEN
3
, Ontwikkelingspsychologie
INLEIDING
Ontwikkeling
= een verandering die fasegewijs verloopt en van klein naar groot.
De start van de ontwikkelingspsychologie:
Hall en Binet legden de basis. Binet deed onderzoek naar intelligentie, geheugen
en hoofdrekenen. Hall maakte als eerste gebruik van vragenlijsten en beschreef
als eerste de adolescentieperiode als een aparte levensperiode. Hun doel was om
de aard van groei, verandering en stabiliteit tijdens de jeugd en adolescentie op
een wetenschappelijke manier te bestuderen.
Ontwikkelingspsychologie
= een levenslooppsychologie, het is de wetenschappelijke studie naar de
patronen van groei, verandering en stabiliteit van conceptie tot ouderdom.
De 4 vragen bij de thema’s van ontwikkelingspsychologie:
1. Is ontwikkeling continu of discontinu?
Een ontwikkeling met een continue verandering is heel geleidelijk, dit is
kwantitatief.
Een ontwikkeling met een discontinue verandering gebeurt heel plots, dit
is kwalitatief.
2. Wat zijn kritieke en gevoelige perioden?
Kritieke periode = een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een
gebeurtenis de grootste gevolgen heeft.
Gevoelige periode = een periode waarin je extra gevoelig bent voor
omgevingsinvloeden.
3. Ligt de focus op de levensloop of op specifieke perioden?
Vroeger werd er enkel gekeken naar een specifieke periode. Nu wordt er
gekeken naar de levensloop.
4. Is erfelijkheid of milieu het belangrijkst?
Nature = de ontwikkeling wordt bepaald door de erfelijkheid
Nurture = de ontwikkeling wordt bepaald door de omgeving, dit kan
biologisch, sociaal of maatschappelijk zijn.
De 4 thema’s van de ontwikkeling van het kind:
1. Fysieke ontwikkeling
Dit thema kijkt naar de invloed van de hersenen, het zenuwstelsel en de
spieren op ons gedrag.
2. Cognitieve ontwikkeling
Dit thema kijkt naar de intellectuele vermogens.
3. Sociaal-emotionele ontwikkeling
Dit thema kijkt naar de sociale relaties met anderen en hoe je omgaat met
emoties.
4. Persoonlijkheidsontwikkeling
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Neelldestercke. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.