Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen
Tous les documents sur ce sujet (2)
1
vérifier
Par: maderediasih • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
annajulia
Avis reçus
Aperçu du contenu
H11 Zelfregulate en de aandachtstekortstoornis met hyperactiiteit (ADHD)
11.1 Inleiding
Kinderen die zich rond de leefiid van 2 iaar in vergeliiking met hun leefiidsgenoten niet goed kunnen
beheersen, kunnen ADHD hebben (Atenton Defcit Hyperactiity Disorder; aandachtstekortstoornis met
hyperactviteit). Kinderen met ADHD en kinderen met ADD (Atenton Defcit Disorder, een subgroep van
ADHD) hebben meer dan hun leefiidsgenoten moeite om hun aandacht langdurig op een taak te richten: zii
ziin in extreme mate afeidbaar. Vooral kinderen met ADHD ziin erg beweeglliik en vaker ernstger impulsief. Zii
hebben meer moeite om te voldoen aan een aantal ontwikkelingsopgaven. ADHD is een externaliserende
stoornis waar vooral de omgeving last van heef. Het kind heef vaak minder last van het gedrag zelf, maar kan
wel last hebben van de reactes op ziin gedrag. Ook komen bii hen vaak andere externaliserende stoornissen
voor, zoals gedragsstoornissen.
11.2 Normale ontwikkeling ian zelfregulate en executeie functes
Een pasgeboren kind is voor ziin overleving volledig afankeliik van de zorg van volwassenen. In zo’n 12-20 iaar
ontwikkelt het weerloze en volledig afankeliike wezentie zich tot een persoon die ziin gedrag en leven binnen
bepaalde grenzen kan regisseren.
11.2.1 Zelfregulate
Tiidens het proces waarbii een weerloze pasgeboren baby zich ontwikkelt tot een onafankeliik persoon staat
vooral het verwerven van zelfregulate centraal.
In een situate die plotseling verandert, wordt ons gedrag eerst bepaald door de directe reacte op de
verandering, maar vervolgens zullen we ons reguleren. Als ie biivoorbeeld door groen licht fetst, maar er komt
ineens een auto door rood riiden waardoor iii moet remmen, zul ie in eerste instante schrikken en boos
worden. Maar op een gegeven moment zul ie ie weer voegen naar wat ie aan het doen was, nameliik de weg
oversteken. Dit noem ie gedragsregulate, en emoteregulate gaat daaraan vooraf.
Pasgeborenen en ionge kinderen kunnen nog niet reguleren, maar ze kunnen wel een directe reacte op een
verandering kenbaar maken. Schrik en angst kunnen dan overheersen, maar het kind kan ook een reacte van
interesse en opwinding hebben en genieten van een verandering. Dit allereerste reactesysteem
(arousalsysteem) wordt in verband gebracht met het ontstaan van motvate. .ii het pasgeboren of ionge kind
ziin het de opvoeders die het kind troosten en weer tot rust brengen of die verkennend gedrag stmuleren door
een situate aan te bieden waarin het kind ziin interesse verder kan ontwikkelen. Aan de hand van deze
‘externe’ regulate door de opvoeders leert het kind zowel emoteregulate als gedragsregulate, en al snel komt
de ontwikkeling op gang die er uiteindeliik toe zal leiden dat het kind het hef in eigen hand neemt.
Vroege zelfregulate
In de eerste levensweken ontwikkelt zelfregulate zich met name op twee ontwikkelingsgebieden: het
verwerven van het dag- en nachtritme en ‘gepast gebruik’ van huilen. Als een baby 3 maanden oud is, kan hii
ziin slaap zelf reguleren, ook al worden ze wel eens wakker. Het huilen van baby’s bereikt in alle culturen een
hoogtepunt rond de leefiid van 6-8 weken en neemt daarna geleideliik af omdat de kinderen dan op een
andere manier leren om te gaan met situates die zii als onpretg ervaren.
Hoe makkeliik een kind zelfregulate leert hangt af van zowel ziin eigen eigenschappen als de manier waarom
de ouders sensitef en responsief reageren.
11.2.2 Emoteregulate
Emoteregulate kent een snelle ontwikkeling in met name de eerste twee levensiaren. In de eerste weken en
maanden ziin de mogeliikheden van het kind om emotes te uiten en bii anderen te herkennen nog heel
beperkt. Maar aan het einde van het eerste levensiaar heef het kind al geleerd om bii een plotselinge
gebeurtenis ziin eigen directe reacte uit te stellen om eerst bii de verzorger waar te nemen hoe die op de
gebeurtenis reageert, en daar vervolgens ziin eigen uitng op afstemmen. Naarmate een kind ouder wordt, kan
een kind beter ziin emotes reguleren. Het is belangriik voor kinderen om te leren dat emotes te reguleren ziin,
want daarmee leren ze ook dat emotes te beïnvloeden, te controleren en in te zeten ziin.
11.2.3 Reguleren ian gedrag en aandacht
Het reguleren van gedrag en aandacht verwerf het kind vanaf ziin geboorte stapsgewiis. Voorwaardeliik
hiervoor is dat het kind in staat is relevante kenmerken uit ziin omgeving op te merken, te antciperen op
, gebeurtenissen die gaan komen en de wereld symbolisch (‘talig’) weer te geven. .aby’s van zes weken oud
kunnen al antciperen op gebeurtenissen.
Zelfcontrole
Een van de belangriikste vaardigheden die het kind in deze eerste levensiaren ontwikkelt is zelfcontrole: het
kind leert zich te schikken naar een verzoek (gehoorzamen), kan een actviteit afremmen of uitstellen, en ziin
eigen gedrag beoordelen om het op grond daarvan af te stemmen op de eisen van de omgeving.
Als de eerste talige vaardigheden ontstaan is het kind ook in staat tot symbolische representate: met behulp
van taal en eventueel andere symbolen kan hii actuele ervaringen verbinden met kennis uit het verleden en
toekomstge doelen. Dit maakt het voor het kind makkeliiker om te komen tot zowel doelgericht gedrag als
zelfcontrole.
De ontwikkeling van regelgeleid gedrag
Een iong kind kent nog geen regels; ziin gedrag wordt geleid door de opvoeders en/of (directe) consequentes
van het eigen gedrag. Maar met het toenemen van de cogniteve mogeliikheden kriigt een kind inzicht in de
regels die het menseliik gedrag sturen en zal hii zich minder laten leiden door de directe consequentes en
meer door de latere, toekomstge consequentes van ziin gedrag. Doordat de regels bekend ziin, ontstaat
zelfcontrole en kan het kind directe behoefebevrediging uitstellen.
Regelgeleid gedrag vertoont het kind aanvankeliik omdat de opvoeders de regels hebben gesteld en uitgelegd.
Vervolgens gaan kinderen de regels hardop voor zichzelf herhalen (priiéspraak). Vanaf 2,5 iaar beginnen
kinderen hun eigen gedrag te sturen en controleren door zichzelf toe te spreken. Hardop uitgesproken
privéspraak ontwikkelt zich in een aantal iaren tot niet meer uitgesproken innerlijke spraak.
11.2.4 Executeie functes
Executeve functes ziin een paraplubegrip voor een aantal aan zelfregulate verwante vaardigheden die nodig
ziin bii het verrichten van bewust, opzeteliik (zelfgekozen) en doelgericht gedrag. De uitvoering van deze
cogniteve functes is nauw verbonden met de werking van het geheugen en het vasthouden van aandacht. Het
betref alle vaardigheden die nodig ziin om gedrag te regisseren: het op tid en adequaat beginnen, stoppen,
volhouden, remmen, plannen, organiseren en strategisch inzeten van gedrag. Executeve functes worden
ingedeeld in twee hoofdgroepen: denkiaardigheden waarmee we doelen op kiezen en oplossingen voor
problemen bedenken en vaardigheden waarmee we ons gedrag sturen of aanpassen om die doelen te
bereiken.
Denkvaardigheden
- Planning is het vermogen om een plan te bedenken, een doel te bereiken of een taak te voltooien.
- Organisate is het vermogen om dingen volgens een bepaald systeem te ordenen.
- Timemanagement is het vermogen om in te schaten hoeveel tid we hebben, hoe we die kunnen indelen, en hoe
we ons aan tidslimieten en deadlines houden.
- Werkgeheugen is de vaardigheid om informate in het geheugen te houden bii het uitvoeren van complexe taken.
- Metacognite is het vermogen een stapie terug te doen teneinde iezelf en de situate te overzien en te bekiiken
hoe ie een probleem aanpakt. Het gaat daarbii om zelfmonitoring en zelfeialuate.
Vaardigheden om ons gedrag te sturen of aan te passen
- Reacte-inhibite is het vermogen na te denken voor we iets doen, waardoor we de tid kriigen om een situate te
beoordelen en na te gaan hoe ons gedrag die situate zal beïnvloeden.
- Emoteregulate is het vermogen om ie emotes te controleren teneinde ie gedrag te kunnen sturen, doelen te
realiseren en taken te controleren.
- Volgehouden aandacht is de vaardigheid om aandacht te bliiven schenken aan een situate of taak, ondanks
afeiding, vermoeidheid of verveling.
- Taakinitate is het vermogen om zonder dralen aan een taak te beginnen, op tid, en op een efciënte wiize.
- Flexibiliteit is de vaardigheid om plannen aan te passen aan veranderde omstandigheden: plannen moeten
worden herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informate aandient, of fouten ziin
gemaakt.
- Doelgericht doorzetngsiermogen is het vermogen een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbii niet
afgeleid of afgeschrikt te worden door andere behoefen of door belangen die niet in overeenstemming ziin met
het geformuleerde doel.
11.2.5 Hersenontwikkeling
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annajulia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.