Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting UvA-studenteneditie Internationaal en Europees recht €7,06   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting UvA-studenteneditie Internationaal en Europees recht

 16 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Volledige samenvatting van alle literatuur van 1e jaar Internationaal en Europees recht aan de UvA. Bevat een uitvoerige uitleg van al de stof, met markeringen en opsommingen die alles verder verduidelijken. Samenvatting bevat 50 pagina's.

Aperçu 4 sur 50  pages

  • Oui
  • 20 mars 2024
  • 50
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Internationaal en Europees recht


Week 1
Literatuur: H1 en H5
Jurisprudentie: North Sea Continental Shelf – Nicaragua zaak

H1
1.1
NL recht geldend in Nederland, EU recht voor EU-lidstaten en internationaal recht
wereldwijd recht. Internationaal recht belangrijk voor samenwerking en realiseren
gemeenschappelijke belangen.
Daarnaast internationaal recht van invloed op nationaal recht, internationale afspraken over
COVID bijv hebben pas effect als ze geïmplementeerd zijn in nationale recht. Door grote
toename internationaal recht bepaalt het daarom op sommige punten het nationale recht.

Sterke internationale rechtsorde -> stabiliteit, orde en realiseren gemeenschappelijke
belangen (klimaat bijv).
Heel groot belang voor Nederland, het internationale recht, dus veel bevordering daarvan
door regering. Ook de Gw stelt het belang van internationaalrecht duidelijk voorop. Zelfs in
geval van botsing met nationaal recht gaat internationaal recht voor.

Soms wel botsingen tussen nationaal en internationaal recht. Denk aan de totstandkoming,
daarbij is het parlement niet of nauwelijks betrokken. Democratisch niet altijd even
wenselijk. Ook lastig te veranderen nadat het tot stand gekomen is. Niet kritiekloos
internationaalrecht aanvaarden dus.

1.2
Internationaal publiekrecht (IPUR vanaf nu) bestaat al heel lang, Romeinen sloten met
aangrenzende landen bijv al verdragen, gebeurde ook in China. Maar was niet hetzelfde als
het nu is. Opkomst IPUR gaat samen met opkomst van soevereine staten in Europa.
Vreedzaam samenleven van soevereine staten verlangt een stelsel wat deze onafhankelijkheid
beschermt. Gelijkheid staten alleen op basis van rechtsregels die dat bevestigen dat staten
gelijk en soeverein zijn. De opkomst van IPUR had toendertijd dus vooral de rol om
vreedzame samenleving tussen staten te bevorderen. Dit is de co-existentie.

16/17de eeuw, onafhankelijke staatsvorming in Europa. 1648, vrede van Westfalen, belangrijk.
Maakte einde aan oorlogen in Europa. Politieke eenheden bevrijdt van kerkelijk gezag. Toen
bijv ook Koninkrijk der 7 verenigde Nederlanden. Hierdoor soevereine staten die niet
ondergeschikt waren aan hoger gezag (de kerk bijv). De erkenning van soevereine staten en
rechtsnetwerk dat ontstond is begin van moderne IPUR.

Op het begin IPUR vooral Europees publiekrecht. Door koloniën werden die staten
onderworpen aan IPUR. Met enkele andere grote machtige politieke entiteiten (Egypte,
Ottomaanse Rijk) sloot Europa capitulaties, overeenkomsten. Na WOI verloor Europa de grip
op de wereld. VS grote machtsfactor. Daarnaast opkomt van zelfbeschikking, het recht om
zelf lot van staat te bepalen. Het aantal staten in de wereld groeide enorm. IPUR nu dus niet
meer Europees maar wereldwijd. Nu steeds minder staten die het Westerse beeld, Westerse
ideologie volgen. Autoritaire staten nemen toe, mensenrechten staan onder druk.

IPUR steeds minder gedomineerd door Europa maar door andere grootmachten (China,
Brazilië etc). Ook is de opkomst van grote multinationals en bovennationale organisaties
zoals de VN beïnvloedt IPUR sterk.

, Internationaal en Europees recht



1.3
Voor IPUR wordt ook wel volkerenrecht gebruikt, maar die term schiet aan alle kanten te
kort. Daarom IPUR, echter soms in de wet wordt volkerenrecht gebruikt. Weten dat IPUR en
volkerenrecht in beginsel hetzelfde idee zijn.
Dan nog onderscheid internationaal recht en internationaal publiekrecht. De eerste omvat ook
het internationale privaatrecht.

De term ‘internationaal publiekrecht’ kan opgedeeld worden in (3):
 Internationale element (1)
Onderscheid nationaal en internationaal recht. Dit wordt bepaald aan de hand van de
herkomst van de rechtsbron waar een regel vandaan vloeit. Rechtsbronnen zijn feiten,
procedures etc die rechtscheppend werken. Nederlandse recht erkent vooral de wet en
contracten als rechtsbronnen, internationaal:
 Verdragen
 Gewoonterecht
 Besluiten van internationale organisaties
 Algemene rechtsbeginselen
Komt een rechtsregel uit deze bronnen dan is het internationaal recht.

Onderscheid nationaal en internationale rechtsorde zijn 2 ideologieën:
 Dualisme
Nationaal en internationale rechtsorde zijn volledig gescheiden rechtssystemen. Het primaat
ligt bij de soevereiniteit van staten, die zijn bovengeschikt. Internationaalrecht is de wil van
de staat dus automatisch ondergeschikt aan de staat. Dit beschermt nationale rechtsorde van
internationaal recht. Dualisme heeft schaduwzijde, de wil van de staat gaat voorop, ook
boven de wil van de individu. Leidde tot nazi-Duitsland.
 Monisme
Is een soort reactie op het dualisme. Gaat erom dat er één rechtsorde is. Maakt internationaal
en nationaal recht deel van uit. Hierbij staat het individu centraal. Internationaal recht is nu
geen extern recht maar een recht dat macht van staten in kan perken.

Beide ideologieën hebben hun voordelen, monisme legt de focus op individu en individuele
(mensen)rechten, dualisme op autonomie van staten boven de internationale gemeenschap
(denk aan minister in Italië die zegt dat we altijd zullen zeggen dat we Italiaan zijn, en niet
Europeaan).
Echter nu geen sprake meer van 2 strikt gescheiden rechtsordes, maar een niet-hiërarchische
ordening van naast elkaar staande rechtsordes, door internationale organisaties, complexe
verhoudingen met nationaal recht, multinationals enzovoort.

Voorop staat dat tussen nationaal en internationaalrecht een scheiding bestaat. Nationaal recht
heeft geen juridische betekenis in internationale rechtsorde, maar kan wel gebruikt worden
voor vorming van internationaalrecht. Logisch, als nationaalrecht geldend recht is in
internationale rechtsorde, dan kunnen Duitse wetten regelingen in Spanje aantasten bijv.
Andersom ook: internationaalrecht kan de gevolgen voor nationaalrecht niet bepalen, dat
gebeurt door het nationale recht zelf.

 Het publieke element (2)
Onderscheid tussen publiek en privaat. 2 kenmerken:

, Internationaal en Europees recht


 IPUR reguleert en legitimeert de uitoefening van publiek gezag in internationale
gemeenschap. Dus voornamelijk het gezag over staten en internationale organisaties.
 IPUR beschermt publieke belangen, milieu, veiligheid etc. Beschermt publieke
belangen van individuele staten.

IPUR dus onderscheiden van internationaal privaatrecht, dat ziet op grensoverschrijdende
rechtsbetrekkingen, huwelijk, handel etc. Het internationale privaatrecht beslecht conflicten
en bepaalt welke rechtsregels van welke staat bepalend zijn. De scheiding verwaterd echter
steeds meer, door uithandengeven van publieke taken aan private organisaties (denk aan de
B-bestuursorganen, die private instellingen zijn die voor een deel publieke taken bekleden),
door regels die het publieke belang dienen te beschermen waardoor het private belang wordt
ingeperkt etc.

Als laatste van belang: IPUR ziet op de relaties tussen staten onderling, waarbij wel het
uitgangspunt is dat de staten aan elkaar gelijk zijn. Het is dus niet zoals bij het nationale
publiekrecht waarbij de staat boven het individu staat.

 Het juridische/recht element (3)
Het juridische element onderscheidt internationale publiekRECHTELIJKE normen van
andere internationale normen. Niet alle afspraken worden juridisch gevormd, ook gebaseerd
op andere morele, religieuze normen bijv. Toch moet er zo veel mogelijk juist wel juridisch
gemaakt worden. Ook is het van belang dat juridische regels prevaleren boven bepaalde
politieke of morele regels.

Het onderscheid tussen juridische regels en andere regels kan op 2 manieren:
 De bron van de regel. Als het is ontstaan uit bijv verdragen, dan is het onderdeel van
internationaal recht. Als het niet ontstaan is uit een van de internationale
rechtsbronnen, dan geen IPUR.
 Wat juridische regels nog meer onderscheid van andere regels is dat aan juridische
regels sancties gekoppeld zijn bij overtreding van die regels. De combi tussen een
rechtsnorm en een daartoe bijbehorende sanctie als die overtreden wordt is een
kenmerk van het recht.
Dit tweede deel is een zwakte van IPUR, het heeft geen vorm van machtsafdwinging. Zo
werd Rusland verboden Oekraïne binnen te vallen, maar werd het niet tegengehouden.

Echter ligt de handhaving op internationaal gebied bij de andere staten. Via diplomatie en
sancties kunnen die andere staten bepaalde dingen afdwingen of juist stoppen. En de naleving
van internationaalrecht gebeurt ook in staten zelf, waarin rechters verplichtingen uit het
internationale recht toepassen in de nationale rechtsorde.

Vaak hoeft het niet eens op naleving door internationale rechtsorde te komen, staten onderling
regelen in vrijwel alle gevallen alles al. Denk bijv aan reputatie van een staat die afspraken
niet nakomt, dit zal die staat dan duur komen te staan bij het eventuele maken van nieuwe
afspraken met andere staten. Die hebben dan minder vertrouwen en willen er meer voor terug
bijvoorbeeld.
Daarnaast wordt het internationale recht niet betwijfeld, en dus leven veel staten dan ook
automatisch de regels vanuit het internationale recht na. Door internationaal recht als ‘recht’
aan te merken door staten zelf wordt de dagelijkse toepassing, aanvaarding en internalisering
van internationaal recht mogelijk.

, Internationaal en Europees recht


1.4
Nationale rechtsorde centraal, overheid oefent het publieke gezag uit. In de internationale
rechtsorde is er totaal geen sprake van een centraal gezag, het is extreem gedecentraliseerd,
gezag wordt uitgeoefend door staten zelf, die afgevaardigden sturen. Het is dus het
gedecentraliseerde recht van een veelheid van nationale gemeenschappen, en niet het recht
van één enkele gemeenschap.
De decentralisatie is ontstaan uit de veelheid van soevereine staten, dat de soevereiniteit van
die staten binnen hun grondgebied erkent, het recht van co-existentie.

Internationale rechtsorde is meer dan alleen co-existentie geworden, veel belangen kunnen
alleen in samenwerking met andere staten gerealiseerd worden, dus heeft zich, naast de co-
existentie, ook het recht op samenwerking ontwikkeld. Dit is de actieve samenwerking tussen
staten op gebied van bijv milieu en terrorisme.

Vervolgens, de samenwerking neemt op sommige gebieden institutionele vormen aan, denk
aan vorming van internationale organisaties die bepaalde publieke taken op zich nemen. Deze
bovennationale organisaties hebben het recht van integratie, waarbij op sommige gebieden
publiek gezag van staten uithanden gegeven is.
Drie vormen dus, co-existentie – samenwerking – integratie. Institutionele vormgeving van
internationale rechtsorde is hierdoor extreem complex, bevoegdheden gaan kriskras door
elkaar heen.

Soms wordt de term internationale gemeenschap gebruikt, zoals wanneer het aan de
internationale gemeenschap was om burgers uit Afghanistan te beschermen tegen de Taliban.
Maar er is echter helemaal geen internationale gemeenschap, er is geen politieke, culturele of
religieuze homogeniteit tussen staten, maar juist sterk heterogeen. De term internationale
gemeenschap dient eerder als ‘cover’ voor het behalen van bepaalde (nationale) belangen
-> denk aan de VS die oproept tot hulp van internationale gemeenschap om Afghanistan te
beschermen, maar dat eigenlijk doet om te voorkomen dat Afghanistan communistisch wordt
en met Rusland intensief samen gaat werken bijv. Dan fungeert het beschermen van de
belangen van Afghaanse burgers als dekmantel voor het te willen voorkomen van het
veranderen van Afghanistan in een communistische staat (volledig random voorbeeld).

Er zijn dus verschillende niveaus die intensief met elkaar samenwerken of juist elkaar
beconcurreren: mondiaal – regionaal – nationaal – subnationaal.

1.5
IPUR kan onderverdeeld worden in een algemeen deel en een bijzonder deel.
 Algemeen deel
Beginselen en leerstukken die op alle delen van IPUR van toepassing zijn. Dit zorgt ervoor
dat er sprake is van een rechtssysteem. Denk aan wanneer een persoon een rechtssubject is,
hoe rechtsregels tot stand komen, de gevolgen van schending van internationale
verplichtingen etc. Dit zijn formele beginselen
Daarnaast zijn er bepaalde fundamentele beginselen voor het functioneren, denk aan de goede
trouw. Of dat verdragen nageleefd moeten worden.

Deze combinatie van formele en fundamentele beginselen zorgt ervoor dat er afspraken
gemaakt kunnen worden. Als die juridisch neergelegd worden dan is het onderdeel van IPUR.

 Bijzonder deel

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur guusbeaumont. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,06  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter