SAMENVATTING TCV
DENKEN ALS EEN CRIMINOLOOG?
CRIMINOLOGISCH & WETENSCHAPPELIJK
Criminoloog is niet overal hetzelfde, elke criminoloog is niet overal dezelfde manier academisch
gesitueerd wordt als aan de vub, hier op de vub hoort dit bij recht, maar in andere landen behoord
dit tot de faculteit sociologie.
De wet die bepaalt wat de afbakening is. In uk zit criminologie niet bij de rechten faculteit maar bij de
sociologie. Hangt af van de manier kijken naar het onderzoeksobject. Er zijn verschillende manieren
van kijken, verschillende brillen De juridische kijk is veel groter dan men denkt. Iedereen heeft een
criminologische mening, iedereen heeft een gedacht en een uitleg
POPULAR AND ACADEMIC CRIMINOLOGY
Defending the disciplinary identity of criminology against incursions from “elsewhere”’, (…) is now as
unfeasible as it is undesirable ... Given the centrality, the emotiveness and the political salience of
crime issues today, academic criminology can no longer aspire to monopolize ‘criminological’
discourse or hope to claim exclusive rights over the representation and disposition of crime.
Iedereen heeft wel een criminologische mening. Iedereen heeft een gedacht en een uitleg.
Academische of wetenschappelijke criminoloog
We claimen iets als wetenschappers, wij claimen een soort kennisproductie die we hard of waar
robuust noemen en getoetst is. We moeten er ons van bewust zijn dat de monopoly dat wij zouden
hebben op kennis over criminaliteit en bestraffing en dat dat maar beperkt is en dat daarbuiten heel
veel kennis is. Godvergeten laat zien dat slachtoffers en andere ook die daar rond zitten kennis en
inzichten hebben, een bepaalde inzicht en kennis hebben die niet wetenschappelijk is maar wel
inzichten zijn.
1
,CRIMINALITEIT/BESTRAFFING VS CRIMINOLOGIE
We zitten eigenlijk met een denkwereld. Criminaliteit is het
fenomeen, is deel van het onderzoeksobject. Criminaliteit en de
omgang daarmee heeft altijd bestaan, is deel van de menselijke
samenleving. Conflicten zijn er altijd geweest. Doorheen de tijd
heeft men dus ook gedacht over deze fenomenen, bestraffing van
bepaalde gedragen. Denk hierbij aan heksenvervolging. De
moderne mens heeft dat dus niet uitgevonden. Dat is niet hetzelfde als wetenschappelijk denken.
Dat dateert van veel later, dat is een prille wetenschap. Er is een onderscheid maar ook een
connectie. Hoe men in een bepaalde tijd dacht over criminaliteit zegt iets over de samenleving op dat
moment.
Binnen de criminologie heb je gedrag en de reactie ervan, in de reactie wordt bepaald welk gedrag,
hoe en waar en op welk moment strafbaar is en als delinquent gedrag kan worden gezien.
- De historische tijd van niet alleen wat wij onderzoek maar van de kennis die wij produceren
o Er is altijd criminaliteit en bestraffing geweest, of altijd iets geweest dat daar op
leek
o Wat wij onderzoeken is deel van het sociale
o Het is deel van het maatschappelijke, dagelijks leven, politiek, economisch, …
o Die historische tijd wilt zeggen dat er altijd geschriften discours geest zijn voer de
criminaliteit en de aanpak ervan.
o Dus het wetenschappelijk criminologisch denken is dus niet van alle tijden!
Het meldpunt: dat meldpunt dat bevindt zich buiten het strafrecht, krijgt meldingen binnen van
mensen die iets melden dat waarvan zij vinden dat dat past binnen dat grensoverschrijdend gedrag,
dat ligt binnen de buiten de scoop van het klassiek criminologische demarche, maar dat is wel heel
criminologisch. Dit zijn praktijken die niet zo voor de hand liggend binnen ons perspectief komen,
maar waar er ook kennis ontwikkelt wordt, inzichten ontstaan, …
Onze bedoeling is om te begrijpen wat voor kennis en hoe dat kan bijdragen tot onze reflectie. Een
van de belangrijkste dingen die je moet weten als wetenschapper: Elk wetenschappelijk onderzoek
selectief en beperkt is. Er ligt altijd kennis daarbuiten dat we niet zien. En dat moet er ons toe
brengen dat we bescheiden blijven.
WETENSCHAPPELIJK DENKEN?
Wetenschap is zoekend = observeren. De clue zit hem in naar waar je kijkt.
Jouw onderzoeksvraag gaat jouw waarnemen observeren leiden in een bepaalde baan, naar
bepaalde aspecten, kenmerken, mensen die voorbij komen of niet (het model van het zoeklicht). Je
hebt een bepaald zoeklicht dat gaat over de wereld, over de werkelijkheid die je bestudeert, en dat
zoeklicht schijnt op een bepaalde plek vb. kenmerken van mensen, je registreert dat, je neemt dat
waar, je neemt dat mee, maar door het zoeklicht blijft er veel in de schaduw waar niet naar wordt
gekeken, dat niet wordt betrokken bij de observatie, dat is selectief zijn, dat is afbakenen (je kan het
2
,verwoorden als een tunnel perspectief: het isoleert je onderzoek alles wat buiten het licht valt houd
het tegen).
Bij onderzoek moet je afbakenen anders zit je met een wereld die chaotisch is en zie je niet het
verband met de vraag die je je stelt. Die selectiviteit, focus, vraagstelling dat is die sterkte van
wetenschap zorgt ervoor dat de inzichten, kennis die er uitkomen robuust of robuuster. Maar dat is
ook een zwakte, want je laat veel buiten, dingen die je niet betrekt en je moet je daar bewust van
zijn. Wat weten we al? Dat moet mee aan de basis van je onderzoek!!
EXAMENVRAAG: Wat leggen deze theorieën niet uit? Leren waar de focus ligt en waar de focus
niet ligt!
VOORBEELD: WAT ZIE JE
Wat wij (wetenschappers zijn mensen) bestuderen zijn ook mensen en
mensenpraktijken. Dat observeren dat waarnemen is niet perse voor elk
waarnemer hetzelfde, wij zijn ook subjectief, onze participantenzijn ook
subjectief. Dus wat ik zie wilt niet perse zeggen dat jij dat ook ziet.
Degene die kijkt heeft ook zijn rugzakske, wij kijken niet allemaal op dezelfde
manier en toch is het de bedoeling bij wetenschappelijk onderzoek dat
verschillende onderzoekers naast elkaar op ene gelijkaardige manier kunnen
kijken. Een belangrijk element van wetenschap is dat je je onderzoek kunt
reproduceren. Dat als iemand anders je onderzoek overdoet dan zou die tot
dezelfde resultaten moeten komen.
WAT IS WETENSCHAP? EEN PRAKTIJK (VAN HANDELEN) VS KENNISPRODUCTIE?
Dat is een praktijk van handelen dat is mensenwerk en de bedoeling daar van is kennisproductie,
robuuste kennis, harde kennis, dat is de bedoeling dat is de inzet. Om op een wel bepaalde manier
kennis te produceren
WAT IS WETENSCHAP
Die meer wetenschaps filosofische insteek naar wat is wetenschap zit in die klassieke visie. Die
klassieke visie ligt aan de basis filosofisch gezien van wat we vandaag ook het positivisme noemen.
Het is het model, het wetenschapsmodel zoals in de hard wetenschap gehanteerd werd en wordt. 3
elementen zijn daarin belangrijk en men gaat daar vanuit, de filosofische motor van aan wetenschap
doen.
- We veronderstellen dat er orde en rationaliteit is in onze werkelijkheid en dat dat de
bedoeling is van wetenschap om die orden en rationaliteit bloot te leggen en te achterhalen
om te begrijpen.
3
, - Mens is enig kennend wezen is. Mens is superieur dan de rest, is een heel typisch beeld,
perceptie van de wereld waarin wij dominant zijn en een bepaalde soort zijn die capaciteiten
hebben die we niet zien of niet (h)erkennen bij andere species. Is ook een heel sterk, strak,
klassiek perspectief over de positie van de mens in de wereld.
- De scheiding tussen subjectief en objectief. Klassieke visie: Wat wij bestuderen, het object,
dat dat buiten ons staat, wij maken daar geen deel van uit. De objectiviteit veronderstelt dat
er een scheiding is tussen object en subject onderzoek. De affiniteit dat we hebben met ons
onderzoeksobject is heel groot.
De wetenschapper is zoekend, vragenstellent, …vragen stellen aan het gene dat wordt onderzocht.
KARAKTER EN KENMERKEN
Wetenschapper actief op zoek naar kennis waarneming (verzamelen van info). Wij organiseren de
zoektocht en we doen dit actief! Door vragen te stellen. De vraagstelling aan zich is heel belangrijk,
daarin zit de focus.
- I.Kant: Wetenschapper ondervraagt de natuur zoals een rechter een getuige ondervraagt: We
stellen er vragen aan: we hebben het object nodig hebben om het antwoord te kennen. Het
antwoord ligt aan de basis van de kennis.
Systematiek en gerichtheid (methode)
- Vraagstelling en methode: welke vragen en hoe ga je die stellen
Wetenschapper plaats zich buiten gebeuren (subject/object scheiding) = bepaalde afstand
- Geen participant
- Moeilijk : Bv. Mensen vinden voor een interview voor seksuele overschrijding
- Inside kennis die onderzoeker soms heeft: keuze om te neutraliseren of disclosure
- Transparantie is belangrijk: het onderzoek moet gecheckt kunnen worden
Controle & Toetsing: geen wetenschappelijke kennis zonder controle en toetsing
- Procedure en tests
Intersubjectiviteit Iemand anders kan jouw onderzoek ook doen en zou tot dezelfde
resultaten moeten komen. Dan krijg je een feit, een wetenschappelijk
resultaat.
Falsificatieprincipe Nadat je een wetenschappelijk resultaat hebt moet dat gecontroleerd
(Popper) worden, getoetst, ondervraagd.
Bv. Bij Lombroso: hij zei dat homo seks een factor was tot neiging tot
criminaliteit → is gefalsifieerd.
4