Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Examenvragen anatomie €3,49   Ajouter au panier

Examen

Examenvragen anatomie

1 vérifier
 1149 vues  9 fois vendu

Alle mogelijke examenvragen voor anatomie (1e bach REVAKI UGent) gebundeld.

Aperçu 3 sur 12  pages

  • 11 novembre 2018
  • 12
  • 2017/2018
  • Examen
  • Inconnu
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (6)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: steffdetroch • 4 année de cela

avatar-seller
jr92
Anatomie
Voorbeeld examenvragen

1. Oriëntatie. Figuur 2 (addendum) toont een:
A. Bovenaanzicht van een axiale doorsnede doorheen de lumbale wervelkolom
B. Lateraal zicht van een parasagittale doorsnede doorheen de lumbale
wervelkolom
C. Anterieur zicht van een axiale doorsnede doorheen de lumbale wervelkolom
D. posterieur zicht van een doorsnede in het frontale vlak van de lumbale
wervelkolom


2. Welke van de onderstaande volgorde is correct met betrekking tot de externe opbouw
van de plexus brachialis van proximaal naar distaal, (zonder rekening te houden met het
intern neuraal verloop)?
A. C4C5 - truncus superior - anterieure divisie - fasciculus lateralis - n. subscapularis
B. C6C7 - truncus (inter)medius - anterieure divisie - fasciculus lateralis - n. medianus
C. C6C7 - truncus (inter)medius - posterieure divisie - fasciculus posterior - n.
thoracodorsalisD C8T1 - truncus inferior – posterieure divisie - fasciculus medialis -
n. cutaneus antebrachii medialis
E. C8T1 - truncus inferior - anterieure divisie - fasciculus medialis - n. ulnaris


3. Welke van de volgende structuren of anatomische regio's worden aangeduid op deze
doorsnede van de canalis inguinalis
A. M. obliquus internus abdominis – posterieur blad van de rectusschede –
fascia transversalis – peesblad van de M. obliquus externus abdominis
B. M. transversus abdominis – buikvlies – lig. inguinale – falx inguinalis
C. M. obliquus externus abdominis - M. obliquus internus abdominis -
fascia transversalis – peritoneum
D. Peritoneum – lig. inguinale – M. transversus abdominis – arcus
iliopectineus


4. Welke stelling is correct mbt de biomechanica van de knie?
A. De mediale meniscus is meer beweeglijk dan de laterale – volgt meer de bewegingen
van de mediale femur condyl dan in de laterale situatie.
B. De ligamenta cruciata anterior en posterior zijn enkel aangespannen in de maximale
rotatoire knie posities.
C. In de laatste graden naar maximale knie extensie, vanuit stand, draait de femur in
endorotatie ten opzichte van de tibia.
D. De VMO zorgt voor een laterale component (krachtsvector) in de stabilisatie van de
patella.


5. Welke stelling is correct voor de dorsale zijde van het kniegewricht?
A. De popliteus pees loopt diep van het lig. Popliteum obliquum
B. De M. Semitendinosus insertiepees geeft een peesblad af dat, oppervlakkig, de
fascia van de M. Popliteus vervoegt (versterkt).
C. De pees van de popliteus loopt intra-articulair en vertoont vergroeiing met het
middendeel van de meniscus medialis
D. Het lig. Popliteum obliquum, als versterking van het dorsale kapsel van de knie, is
een uitlopervan de insertiepees van de M. semimembranosus.

,Rotator cuff spieren : stabiliteit schouder (versmelten met het kapsel)
- subscapularis
- supraspinatus
- infraspinatus
- teres minor

Pes anserinus = mediaal vd knie
Van ventraal naar dorsaal:
- M sartorius
- M gracilis
- M semitendinosus

Eversie: abductie + dorsaal flexie + pronatie
Inversie: adductie + plantair flexie + supinatie

Plexus brachialis!

, 1) De anatomische houding wordt als volgt gedefinieerd:
A. rechtopstaand, met de armen gestrekt langs het lichaam en de handpalmen naar
voor
B. rechtopstaand, met de armen horizontaal gestrekt en de handpalmen naar boven
C. rechtopstaand, met de armen gestrekt langs het lichaam en de handpalmen naar achter
D. rechtopstaand, met de armen gestrekt langs het lichaam en de duimen naar voor
E. liggend, met de armen gestrekt naast het lichaam en dehandpalm naar onder

2) Welke spier hecht aan op figuur B, op de structuur aangeduid met een X ? (Linea M. Solei
is aangeduid met een pijl)
A. de M. popliteus
B. de M. soleus
C. de M. flexor digitorum longus
D. de M. extensor digitorum longus
E. de M. flexor hallucis longus

3) In het heupgewricht:
A. ontspringt het lig. capitis femoris op het lig. pubofemorale
B. remt het pars inferior van het lig. van Bertin (iliofemorale) de endorotatie van de femur
C. remt het lig. pubofemorale adductie van de dij
D. zorgen de dorsale dijspieren voor anteflexie in de heup
E. remt het pars superior van het lig. van Bertin (iliofemorale) adductie van de dij


4) Welke van de volgende ligamenten ter hoogte van de enkel is GEEN versterking van de
articulatio talocruralis (bovenste spronggewricht)?
A. het ligamentum deltoideum
B. het ligamentum talofibulare posterius
C. het ligamentum talofibulare anterius
D. het ligamentum talocalcaneum interosseum
E. het ligamentum calcaneofibulare


5) Welke van de volgende beweringen ter hoogte van de knie is JUIST ?
A. het ligamentum cruciatum anterius hecht zich vast op de laterale zijde van de condylus
medialis van de femur
B. de meniscus medialis heeft de vorm van een C
C. het ligamentum collaterale laterale (fibulare) maakt deel uit van het eigenlijke kapsel van
het kniegewricht
D. het ligamentum popliteum arcuatum is een uitstraling van de pees van de M.
semimembranosus
E. het ligamentum cruciatum posterius hecht zich vast op de mediale zijde van de condylus
lateralis van de femur


6) Voor wat betreft de M. piriformis:
A. deze spier neemt zijn oorsprong ter hoogte van de ventrale zijde van het sacrum en
het lig. sacrotuberale
B. deze spier insereert ter hoogte van de trochanter minor van de femur
C. deze spier is een endorotator van de dij
D.deze spier loopt door het foramen obturatum
E.deze spier insereert op de crista intertrochanterica

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jr92. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  9x  vendu
  • (1)
  Ajouter