Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Staatsrecht Belangrijkst ALLE WEKEN 2023/2024 (in 1 KEER gehaald!) €9,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Staatsrecht Belangrijkst ALLE WEKEN 2023/2024 (in 1 KEER gehaald!)

 25 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Dit document bevat het BELANGRIJKSTE van ALLE weken, met SUPER handige schema's en stappenplannen! Alle hoorcolleges, werkgroepen, leerdoelen & rechtsregels van de arresten zijn hierin verwerkt.

Dernier document publié: 6 mois de cela

Aperçu 3 sur 22  pages

  • 14 mars 2024
  • 14 mai 2024
  • 22
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Staatsrecht Kern
WG 1
Regering → art. 42 lid 1 Gw koning en ministers gezamenlijk
Staten-Generaal → art. 51 lid 1 Gw eerste en tweede kamer = Parlement
Wetgevers → art 81 Gw regering en staten-generaal gezamenlijk
Kabinet → ministers en staatssecretarissen (niet in de wet vastgelegd)
Raad van State → advies over conceptwetten art. 73 Gw
Formele wetgever → Regering en Staten-Generaal en Raad van State geeft advies

Nederland is een decentraliseerde eenheidsstaat
➔ Eenheidsstaat → gezag bij centrale overheid
➔ Decentralisatie → centrale overheid heeft bepaalde bevoegdheden gedecentraliceerd
o Functioneel → gedecentraliceerd naar één taak (bijv. de orde van advocaten)
o Territoriaal → gedecentraliceerd naar één gebied (waterschappen, provincies en
gemeenten)

Klassieke grondrechten
➔ De grondrechten die een staatsvrije sfeer creeëren, de rechten die wij mogen uitoefenen
waar de staat zich eigenlijk niet mee mag bemoeien. DUS WAT DE OVERHEID NIET MAG
DOEN (bescherming van burgers tegen inmenging van de overheid)
➔ Afdwingen bij de rechter, mogen niet zomaar beperkt worden
➔ Art. 1 t/m 17 Gw

Sociale grondrechten
➔ De overheid moet hiervoor juist aan het werk, er moet een bepaald sociaal minimum
geregeld worden (bescherming van burgers, dankzij inmenging van de overheid)
➔ Niet afdwingen bij de rechter
➔ Behelzen vooral een inspanningsverplichting voor de overheid (voorb. Art. 22 Gw)

Rechtstaat
➔ Verdeling van machten → trias politica
o Wetgevend (regering en Staten-Generaal), uitvoerend (staatssecretarissen en
ministers → kabinet, politie, boa (ambtenaren)), rechtsprekend (onafhankelijke,
onpartijdige rechters)
o Controle op elkaar
o In NL checks & balances → een gebalanceerd machtsevenwicht
➔ Onafhankelijke rechters (van de regering, machtsmisbruik voorkomen)
➔ Grondrechten
o Grondwet
o EVRM
o Handvest etc.
➔ Legaliteitsbeginsel (voor overheidshandelen altijd een wettelijke voorschrift)
o Hoeft geen wifz te zijn
➔ Democratische rechtsstaat ook ‘democratiebeginsel’ vereist

Normenhierarchie (eerst verdrag, Statuut, Grondwet)
Wetten in formele zin → Regering en Staten-Generaal en Raad van State geeft advies art. 81
Amvb → regering (koning en ministers) art. 42 lid 1
Ministeriele regeling → ministers
Provinciale verordering → verordening aangenomen door provincie
Gemeentelijke verordering → verordening aangenomen door gemeenteraad

,Raad van State geeft alleen advies bij wifz en amvb art. 73 Gw

Artikel 137 GW → de herziening van de Grondwet
Formeel rigide: hoe ingewikkeld de procedure tot wijziging van de Grondwet is. Er zijn drie stappen:
➔ Eerste lezing: een wetsvoorstel wordt aangenomen bij gewone meerderheid in de Tweede
Kamer en Eerste Kamer (net zoals een gewoon wetsvoorstel)
➔ De ontbinding van de Tweede Kamer, vervolgens verkiezingen
➔ Tweede lezing: het wetsvoorstel wordt aangenomen bij tweederde meerderheid in de
Tweede Kamer en Eerste Kamer
Materieel rigide: de inhoud van de Grondwet is niet makkelijk te wijzigen, ook als de formele
procedure gevolgd wordt. (vanwege het rechterlijke toetsingsverbod aan de Grondwet)

Sinds 2022 opent de Nederlandse Grondwet met een algemene bepaling, waarin staat dat de
grondrechten en de democratische rechtsstaat waarborgt
➔ Maar hiervoor voldeed NL al aan de democratischrechtsstatelijk eisen
➔ Algemene bepaling heeft een overkoepelende leidelijke functie met algemeen contour, biedt
interpretatiekader voor wat in de Gw staat

Constitutionele toetsing
➔ Toetsen van wetten in formele zin aan de Gw, mag niet in NL (120 Gw)
➔ Wet in formele zin mag je wel toetsen aan eeniederverbindende bepaling van een verdrag
(art. 93)
➔ Nationale bepalingen mogen niet getoetst worden aan NIET eeniederverbindende
verdragsbepalingen art. 94 Gw
➔ Elementen van rechtstaat hierin:
o Machtenscheiding (rechter mag niet op stoel van wetgever zitten, wetgever gaat al
na of een wifz in overeenstemming is met de Gw) → dit raakt het
democratiebeginsel → het primaat ligt bij de wetgever (het centrale gezag of
bevoegdheid komt van de wetgever vandaan)
o Hiermee ook de onafhankelijke rechter en grondrechten

De Republiek der Verenigde Nederlanden
➔ Twee jaartallen kunnen als beginpunt gelden:
o 1579: Met de Unie van Utrecht verenigen de noordelijke gewesten zich ten eeuwigen
dage in een ‘verbond’ of confederatie. Doel: gemeenschappelijke verdediging, maar
met behoud van de zelfstandigheid van de leden. In feite richten de zeven
opstandige gewesten hier al een eigen staat, een confederatie, op.
▪ Confederatie, omdat eigen gewesten hadden eigen bestuursinrichting en
wetgeving, het enige wat gezamenlijk geregeld werd was het leger en de
vloot
o 1581: In het Plakkaat van Verlatinge wordt de betekenis van de voorgaande stap
voor het zittende gezag in feite bevestigd: de landsheer (Filips II wordt afgezworen),
men gaat gezamenlijk en zelfstandig verder. (Eenheidsstaat, gecentraliseerd)
➔ Staten-Generaal belangrijkste orgaan. Besluitvorming twee kenmerken:
o Besluiten werden met eenstemmingheid van de provincies (met unamiteit van
stemmen) genomen; elk gewest had via zijn vertegenwoordiger een vetorecht in de
SG (behoud van soevereiniteit, typerend voor confederatie)
o Deze op zichzelf zware eis leverde het aanvullende probleem op van het mandaat
van de delegaties in de SG: “Elke provinciale afvaardiging was bovendien gebonden
door een last (opdracht) van zijn Provinciale Staten; wanneer de last niet toereikend
was, moest ‘ruggespraak’ (overleg) worden gehouden. Hierdoor was het proces van
besluitvorming buitengewoon tijdrovend en niet altijd doelmatig.”

, ➔ Nederland 2x een republiek: Republiek der Verenigde Nederlanden en Bataafse Republiek
o Verschil:
▪ RdVN: confederatie van gewesten met een losse structuur en soevereiniteit
per provincie. Alleen leger en vloot was gezamenlijk.
▪ BR: gecentraliseerde eenheidsstaat met een sterker centraal gezag
(wetgevend, rechtsprekend en uitvoerend) en introductie van een Grondwet
in 1798. Soevereiniteit van gewesten kwamen te vervallen.

Eenheidsstaat: aan de centrale overheid komen in beginsel alle bevoegdheden toe
➔ Voorbeeld: Nederland, Frankrijk
➔ Art. 44 en 50 Statuut
Federatie: deelstaten krijgen (grondwettelijk verankerde) zelfstandige (autonome) bevoegdheden
waar het centrale gezag geen inbreuk op mag maken (nadruk op samenwerkingsverband)
➔ VS en Duitsland
➔ Art. 3 en 43 lid 2 Statuut
Confederatie: verbinding tussen staten die hun eigen soevereiniteit behouden maar overeenkomen
om bepaalde aangelegenheden gemeenschappelijk te regelen. De deelstaten blijven in wezen
soeverein.
➔ Confederate States of America, Republiek der Verenigde Nederlanden
➔ Art. 55 lid 2 en 58 Statuut
DUS KONINKRIJK HEEFT KENMERKEN VAN DRIE VERSCHILLENDE STAATSINRICHTINGEN, HET IS NIET
EENDUIDIG AAN TE MERKEN ALS ÉÉN VAN ZE, MAAR EEN MENGELVORM

Verlichting & Franse Revolutie
➔ Drie belangrijkste principes:
o Volkssoevereiniteit, trias politica en liberale uitgangspunten (vrijheid en gelijkheid)
➔ Komt naar voren in de Staatsregeling voor het Bataafsche volk (1789)

1954 Statuut vastgesteld (te zien in preambule van Statuut)
1975 Suriname onafhankelijk
1986 Aruba onafhankelijk
➔ Toen Koninkrijk der Nederlanden 3 landen: NL, Nederlandse Antillen en Aruba
2010 Curacao en Sint Maarten worden zelfstandige eilanden binnen het koninkrijk
➔ Toen Koninkrijk der Nederlanden 4 landen: NL, Aruba, Curacao en Sint Maarten
➔ BES (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) werden openbare lichamen van Nederland → art. 132a
Gw

ALS DE GW SPREEKT OVER ‘WET’ GAAT HET ALTIJD OM EEN WIFZ (formeel wetsbegrip)
Als er in EVRM staat bij wet voorzien, wordt er dan wifz bedoeld? → Nee, materieel wetsbegrip

TERMEN VAN GW
➔ ‘BIJ/VOLGENS DE WET’ → geen delegatie mogelijk
➔ ‘DE WET REGELT’ → Delegatie mogelijk, dus kan wifz, amvb en mr zijn
➔ ‘BIJ OF KRACHTENS DE WET’ → Delegatie mogelijk, dus kan wifz, amvb en mr zijn
➔ GRONDWET NAAR AMVB KAN NOOIT → altijd eerst een WIFZ

TERMEN VAN WIFZ
Bij amvb → geen delegatie mogelijk
De amvb stelt regels/ regelt → geen delegatie mogelijk
Bij of krachtens amvb → wel delegatie mogelijk (subdelegatie hier, want 2 stappen)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jb1999. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,48  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter