Deductie→ een redenering waarbij de conclusie striktvolgt uit de premissen. Deductie is logisch
geldig. Deductie is waarheid behoudend, d.w.z. dat als de premissen van de argumentatie waar
zijn, dan is de conclusie noodzakelijk ook waar. We gebruiken deductie in de wetenschap als we
uit een algemene theorie een meer specifieke hypothese afleiden die we vervolgens door
observatie gaan toetsen
Epistemologie→ de filosofische subdiscipline diezich bezig houdt met wat kennis is, kennisleer.
Typische vragen gaan over hoe je kunt weten of iets waar is en wat betrouwbare bronnen van
kennis zijn. Is kennis bijv “justified belief”? De relatie met wetenschappelijke vragen en
methoden is minder nauw dan in de wetenschapsfilosofie. De discussies in de epistemologie
zijn doorgaans een stuk abstracter
Fenomenologisch→ hoe een verschijnsel zich voordoetaan iemand, hoe het gevoeld of ervaren wordt.
Een verschijnsel als pijn kan lichamelijk worden bestudeerd in termen van neurofysiologie en
het functioneren van organen en lichaamsonderdelen maar ook fenomenologisch: hoe het
ervaren wordt door de persoon
Inductie→ een redenering waarbij de conclusie meerinformatie bevat dan de premissen en niet
logisch geldig is. We gebruiken inductie vaak want mensen zijn patronenzoekers. In de
wetenschap gebruiken we het vooral als we vanuit een beperkt aantal waarnemingen gaan
generaliseren en gaan zeggen dat iets een patroon of wetmatigheid is.
Interpretatie / verstehen: menselijk gedrag begrijpenin termen van mentale toestanden en de
betekenissen die daarbij horen. Gedrag is vaak multi-interpretabel en daarom volstaat een
verklaring die alleen gevat is in lichamelijke en gedragskenmerken vaak niet. We moeten dan
informatie hebben omtrent de percepties, verwachtingen, verlangens enz. van de persoon in
kwestie: diens mind/geest of mentale toestanden
Naturalisme→de visie of benadering dat een goedeverklaring van een verschijnsel uiteindelijk gesteld
moet zijn in de termen van de beta wetenschappen natuurkunde, scheikunde en biologie. Een
verklaring in termen van iemands mentale toestanden zal vaak als slechts voorlopig of zelfs
misleidend worden gezien: een verklaring in termen van de onderliggende processen is meer
wenselijk
Objectieve kennis→ vast te stellen of iets waar ofonwaar is onafhankelijkheid van een beoordelaar.
Dat de aarde een planeet is hangt niet van een of andere beoordelaar af
Ontologie→ leer van het zijnde, tak van de metafysicadie zich bezighoudt met wat er bestaat. Bestaat
“Tijd” bijvoorbeeld op zichzelf of is dat iets dat mensen construeren? Ontologische ideeën
vallen niet per se samen met epistemologische: je kunt bijvoorbeeld geloven dat alles dat
materieel is uiteindelijk bestaat uit subatomaire deeltjes zonder te geloven dat alles in de
wetenschap terug gebracht moet worden naar natuurkunde.
,Paradigma→ door Thomas Kuhn (in 1962) geïntroduceerde term in de wetenschapsfilosofie: een
samenhangend raamwerk van concepten en methodes waarbinnen wetenschappers werken.
Een paradigma heeft een zekere inertie, volgens Kuhn proberen wetenschappers problemen zo
lang mogelijk binnen het raamwerk op te lossen. Als de problemen teveel worden breekt een
periode van crisis en revolutie aan met daaropvolgend een nieuw paradigma. Volgens Kuhn
bestaan er geen eenduidige manieren om paradigma’s met elkaar te vergelijken, maar dit is
controversieel bevonden. De term “paradigma” wordt tegenwoordig ook vaak losser gebruikt,
en dus niet in strikt Kuhniaanse zin, als aanduiding van bijvoorbeeld een theorie of een enkel
idee of stroming of methode
Positivisme→ de visie dat kennis alleen gebaseerdkan zijn op de directe zintuiglijke waarneming en
dat andersoortige claims luchtfietserij zijn. Er is een verwantschap met naturalisme maar de
twee visies zijn niet identiek.
Sociaal-constructivisme →hier zijn twee variantente schetsen, die nogal eens door elkaar heen lopen:
1. Het idee dat het vooral de wetenschappers of experts zelf zijn die de feiten construeren. (Hier
valt te denken aan Latour en The Strong Programme in de sociologie van de kennis). Psychiaters
bepalen bijv. vooral wat depressie of ADHD is
2. Het idee dat de maatschappelijke opvattingen maken wat wij met zijn allen bijvoorbeeld ziek
noemen. (Hier valt te denken aan Foucault)
Subjectief →vast te stellen of iets waar of onwaaris afhankelijk van een beoordelaar. Dat aardbeienijs
lekker is hangt van mij af. Overigens kan hierbij een (tweede orde) objectiviteit optreden: [dat
aardbeienijs voor mij lekker is] wordt dan geobserveerd en vastgesteld door andere
beoordelaars. Sociaal constructivisme 1 en 2 zijn subjectivistisch
, HC1 - Standaardbeeld en empirisme
Descriptief → wat is er gebeurd? | hoe is iets tot stand gekomen? | hoe is theorie Q uit theorie P
| voortgekomen?
\-> wetenschapsgeschiedenis
Normatief → wat is goede theorie? | hoe is wetenschappelijke kennis te rechtvaardigen? | onderscheid
| echte kennis vs pseudo kennis? | wat is een adequate wetenschappelijke verklaring?
| Proces van ontdekking is vaak niet hetzelfde als het proces van rechtvaardiging
\-> wetenschapsfilosofie
“Common sense visie” van wetenschap
- Logische afleidingen - Empirisch vastgestelde feiten
- Theorie gebaseerd op feiten - Repliceerbaarheid
- Falsifieerbaarheid - Normen en waarden doen er niet toe
- Geen externe invloeden - Neutraal bij de vraagstelling
- Onafhankelijk bij de acceptatie - Maatschappelijk waardenvrij
\-> Over deze elementen kun je descriptief en normatief nadenken:
- Descriptief → strookt dit element met hoe het er in de wereld aan toe gaat?
- Normatief → is het een goed element?
Descriptief en normatief kun je ook op het gedrag van wetenschappers toepassen
- Hoe zouden zij zich moeten gedragen? Houden ze zich wel aan de belangrijke codes?
- Hebben ze de feiten netjes opgeschreven? Hebben ze hun resultaten netjes gedeeld?
Hebben ze zich onafhankelijk opgesteld? Zijn ze niet dogmatisch geweest?
Robert Merton (Amerikaans socioloog): The normative structure of science (1942) = beschrijft ethos van
wetenschap
De CUDOS normen:
1. Communism: wetenschap = collectief eigendom, niet individueel
- Wetten van Newton zijn niet Newtons bezit, maar van ons allemaal
- Wetenschappelijke vondsten worden breed toegankelijk gemaakt en gedeeld
- Geen patenten
2. Universalism: acceptatie/verwerping van claims gebeurt op onpersoonlijke gronden
- Persoonlijke of sociale omstandigheden van wetenschapper zijn irrelevant
- Etnocentrisme uit den boze, geslacht is geen invloed
- Careers are open for talents
3. Disinterestedness: geen andere belangen dan wetenschap zelf
- Op institutioneel niveau
- “Exacting scrunity” van andere wetenschappers
- “Virtual absence of fraud”
4. Organized Skepticism: geen dogmatisme, geen heilige huisjes
- Misschien individueel wel, maar niet als gemeenschap
- “Temporary suspension of judgement and detached scrunity of beliefs”
John Ziman (theoretisch natuurkundige): Real science: What it is and what it means
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maritvangageldonk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.