Veterinaire volksgezondheid
Gedeelte van de volksgezondheid dat door het toedoen van competen5e van kennis van
dierenarts en gezondheid van de mens beschermd en verbeterd.
Direct contact hondentong kan fatale afloop hebben, maar kan ook campylobacter
upsaliensis verspreiden of salmonella verspreiden of MRSA veroorzaken.
Als een rund aangetast is door een schimmelinfec5e kunnen mensen met gevoeligheid dit
overnemen.
Historiek dierethiek
• Egyptenaren: metempsychosis (transmigra5e van de ziel).
• Pythagoras: transmigra5e van ziel tussen mens en dier, dieren zelfde respect als ons.
• Plato: mens en dier verschillend, dier geen rede, is aanzien en eigendom (goederen).
• Aristoteles: mens is ra5oneel dier, mens mag dier gebruiken voor eigen nut.
• Plutarchus: in “moralia” over het eten van vlees, uit compassie en gezondheidsreden.
• Theologie franciscus Assisi: patroonheilige van de dieren.
• Thomas van aquino: wreedheid naar dieren verwerpelijk, dier geen vrij handelen.
• René descartes: dieren zijn machines, voelen niks dus mag doen met ze wat je wil.
• Voltaire en rousseau: mens heeH verplich5ng ten opzichte van dieren
• Kant: dierethiek, dieren hebben geen zelIewustzijn
,Veterinaire volksgezondheid fase 1.
Fase 1A, 1899
Dierenartsen verantwoordelijk voor post mortem keuring. Maximale recupera5e van
karkassen en organen. Dierenartsen moesten van letsel weten wat er mis wat met een dierà
eigenlijk patholoog. (macroscopisch letstel)
Fase 1B, 1952
Dierenartsen verantwoordelijk voor ante en post-mortem keuring.
Overheid= regulerend, controlerend en verantwoordelijk.
Periode 1952-200
Veel meer import en export
Vleesconsump5e daalt, stellen meer en meer eisen
Maar komen meer infec5es en meer aandacht voor dierenwelzijn.
Fase 2. 2000
Europese organisa5e en wetgeving, oprich5ng EFSA en ECDC
Focus op zoöno5sche agen5a:
1. Veiligheid belangrijker dan voorziening (moet wat kunnen eten en weten niet ziek te worden)
2. Overheid controleert op basis van risico analyse
3. Producent verantwoordelijk
Toch blijven voedsel gerelateerde bacteriële infec5es s5jgen, omdat we deze veroorzakers
NIET zien!! Dieren zelf namelijk geen symptomen of verminderde parameters.
Ab-resistenQe, mogen grote huisdieren geen ab meer geven.
Bushmeat, droog vlees wat ziektes mee kan brengen, illegaal kan alleen rijke betalen.
HerintroducQe wildlife, vos huishond vervangen, heeH een lintworm die op mens kan.
Dierenwelzijn eisen, dieren gemeng ipv alleen, ziektes overdragen op andere.
Aanpassen biologische teelt, meer contact omgeving, ziektes oplopen buiten.
Verdringen van landbouw naar 3e landen, ethische kwes5e en klimaat
Voedselveiligheid
Als een persoon ziek wordt consulteert die de arts en zal die een fecaal monster nemen die
in het labo wordt onderzocht. Maar de reden van voedselinfec5e wordt vaak niet
achterhaald of fout door fout van consument zelf.
OnderschaYng voedsel-gerelateerde uitbraken omdat veel niet naar arts gaan of te laat.
- Hierdoor onderschaTng aantal echte pa5enten.
- Hierdoor overschaYng van symptomen, erns5gheid, duur en mortaliteit.
YOPI
Young: imuumsysteem moet nog ontwikkelen
Old: afnemend imuumsysteem
Pregnant: 5jdens zwangerschap een onderdrukt imuumsysteem omdat 50% vreemd DNA is.
Immumodefficient: door hiv/diabetes/
, Bio producten
NIET gezonder niet veiliger en NIET al5jd beter voor het milieu, wel beter voor dierenwelzijn.
Gevaren in VVG= hazard!!
Hazard aanwezig in/op voedsel kan een schadelijke invloed hebben op de gezondheid van de
consument.
1. Biologische gevaren: onbewust en onbedoeld door bacteriën, schimmels, gisten,
virussen, parasieten in het voedsel.
2. Chemische gevaren: bewust of onbewust. met analy5sche methoden opsporen
3. Fysische gevaren: alles wat niet thuishoort in het eten, splinters/glas etc als dit
opze`elijk erin is geplaatst spreken we vanàvoedselterrorisme
Parasitologie
Enkel zoönose van belang in VVG
Endoparasieten Protozoa, 1 cellige
1e fase: ontwormen Kun je niet zien!!!
2e fase: verhi`en/invriezen bij transforma5e fase
3e fase: aceuren in de transforma5e fase
Virussen
Virussen kunnen van dieren wel op mensen, maar het is gastheer specifiek. Via sprongen zou
het wel kunnen maar is moeilijk.
Niet zo belangrijk voor de dierenartsen in de VVG want:
-virussen hebben een levendige cel nodig.
-virus leeH zeer kort op voeding.
Schimmels/gisten
In de middeleeuwen had dit wel grote gevolgen, schimmels waren aanwezig in gewassen en
gaven toxines af. Het rare gedrag dat vertoond werd verklaarde men met hekserij.
Zolang er bacterie aanwezig is zal schimmel/gist niet verder ontwikkelen.
Soms zijn schimmels technologisch gewenst: bier, brood, kaas, wijn
Zijn ubiquitair aanwezig: overal
Bacteriën
Dieren worden niet ziek van bacteriën.
Is belangrijk in voedsel bederH niet per se ziekteverwekker.
Soms ZEER pathogeen met sequalae: complica5es/nasleep van een ziekte.
(fuillain syndroom=campylobacter bacterie, pa5enten worden gradueel volledig
geparalyseerd. Moet an5stoffen weghalen!)