Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitgebreide Global Corporate Taxation samenvatting 2023/2024 €6,94   Ajouter au panier

Resume

Uitgebreide Global Corporate Taxation samenvatting 2023/2024

 14 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Uitgebreide Global Corporate Taxation samenvatting. Ik heb alle hoorcolleges gevolgd en samengevat in dit document. Daarnaast heb ik elk werkcollege gevolgd en ook de belangrijke dingen van de opdrachten in deze samenvatting geschreven + de belangrijke onderdelen van de examentraining. In de samenv...

[Montrer plus]

Aperçu 10 sur 112  pages

  • 9 mars 2024
  • 112
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Hoorcollege Global Corporate Taxation


Week 1:
Boekhouden vanuit een fiscaal perspectief:
Fiscaal eigen vermogen van eenmanszaak bestaat uit:

o Eigen vermogen: dit is een saldopost.
o Privé (debet)(tijdelijke rekening): einde boekjaar wordt deze gesaldeerd met eigen vermogen.
o Fiscale doelreserves: KER, HIR, oudedagsreserve.
o Winst (tijdelijke rekening): einde boekjaar wordt deze rekening gesaldeerd met het eigen vermogen.

Fiscaal eigen vermogen van vennootschap bestaat uit:

o Geplaatst kapitaal.
o Agio.
o Informeel kapitaal.
o Fiscale doelreserves: KER, HIR. Geen oudedagsreserve.
o Overige reserves.
o Dividend (debet)(tijdelijke rekening): einde boekjaar wordt deze rekening gesaldeerd met de Overige
reserves.
o Winst (tijdelijke rekening): einde boekjaar wordt deze rekening gesaldeerd met de Overige reserves.

Analyse schema van een financieel feit:

V1: Is er een verandering in de Bezittingen en/of schulden?

o Ja? -> vraag 2.
o Nee? Dan is het geen financieel feit, of een verschuiving binnen de onderdelen van het eigen
vermogen.

V2: Is er een verandering in het Eigen vermogen?

o △Eigen vermogen = △Bezit - △Schulden

De volgende 3 opties zijn er vervolgens:

o Toename EV.
o Afname EV.
o EV blijft gelijk: vervolgens heb je 2 opties:
1. De veranderingen in de bezittingen en schulden houden elkaar in evenwicht -> maak journaalpost.
2. Verschuiving binnen de samenstellende delen van het eigen vermogen:
- Creatie en benutting van fiscale doelreserves.
- Correcties in verband met vermogensetikettering.
- Transfer pricing aanpassingen.

V3: Wat is de oorzaak van de mutatie in de omvang van het eigen vermogen?

o Naar resultatenrekening, dan kan de oorzaak zijn:
- Bedrijfsuitoefening (operationele activiteit).
- Boekwinst op verkochte vaste activa (desinvesteringsactiviteit).
- Interestkosten (financieringsactiviteit).



1

, o Niet naar resultatenrekening, dan kan de oorzaak zijn:
- Aandelenemissie.
- Dividend toekenning.
- Vennootschapsbelasting.
- Niet zakelijke gift.




V4: Wat is de conclusie?

o Kosten -> gebruik een kostenrekening uit het grootboekschema.
o Opbrengst -> gebruik een opbrengstenrekening uit het grootboekschema.
o
o Onttrekking ->
- Dividend -> gebruik rekening Dividend, wordt einde boekjaar gesaldeerd met Overige reserve.
- Vennootschapsbelasting, niet zakelijke gift -> Overige reserve.
o Storting ->
- Formeel -> gebruik rekening Geplaatst kapitaal, Agio.
- Informeel -> gebruik rekening Informeel kapitaal.

Naast de fiscale balans heb je de fiscale resultatenrekening:
Deze bestaat uit de (fiscale) opbrengsten en de (fiscale) kosten. Het saldo hiervan is het Saldo fiscale
winstberekening.
De aansluiting van het saldo fiscale winstberekening (rr) met balans gaat als volgt:

Saldo fiscale winstberekening ...
Aan Winst balans ...

Terug naar situaties waarbij er sprake is van een gelijkblijvend eigen vermogen maar wel van mutaties binnen
dit eigen vermogen. Ook dit leidt namelijk tot journaalposten:

o Creatie en benutting van fiscale doelreserves.
o Correcties in verband met vermogensetikettering.
o Transfer pricing aanpassingen:
- DGA en vennootschappen hebben onzakelijk gehandeld.
- Gelieerde vennootschappen (moeder en dochter hebben onzakelijk gehandeld.

Voorbeeld fiscale doelreserves:
Een onderneming verkoopt een vast actief met een boekwaarde van €20.000 voor €28.000. De boekwinst
wordt toegevoegd aan een fiscale herinvesteringsreserve. De analyse hiervan gaat als volgt:

o V1: toename bank van €28.000; afname Vaste activa van €20.000.
o V2: het eigen vermogen neemt toe met €8.000.
o V3: oorzaak: desinvestering.
o V4: opbrengst: kies rekening bijzondere opbrengst. Het saldo fiscale winstberekening neemt met
€8.000 toe.


2

,De journaalposten zijn als volgt:

Bank €28.000
Aan Vaste activa €20.000
Aan Bijzondere resultaten € 8.000

Overige reserve € 8.000
Aan HIR € 8.000


Correcties in verband met vermogensetikettering:
Vermogensetikettering = toewijzen van activa als ondernemingsvermogen of privé vermogen.
Dit speelt dus met name bij IB-onderneming. Als een object als ondernemingsvermogen is toebedeeld wil nog
niet zeggen dat je deze niet privé mag gebruiken. Er volgt wel een correctie!

Voorbeeld vermogensetikettering:
Een IB-ondernemer heeft een auto en deze auto behoort tot het privé vermogen. Er worden ook zakelijke ritten
gereden: 2.000km op jaarbasis. Wettelijke vergoeding is 0,21 cent per km (deze betaal je aan de privé persoon).
De wettelijke vergoeding wordt niet betaald. Op de resultatenrekening van de onderneming staan natuurlijk
geen autokosten -> de auto staat in privé. De analyse hiervan gaat als volgt:

o V1: geen verandering in Bezit of Schuld.
o V2: saldo winst op balans daalt; eigen vermogen stijgt.
o V3: operationele activiteit (gebruik auto) en transactie met eigenaar (de auto staat in privé, maar
wordt niet betaald).
o V4: kosten -> autokosten; storting -> eigen vermogen.

De journaalpost hiervan is als volgt:

Autokosten (rr) € 420
Aan Eigen vermogen €420

Door de kostenboeking daalt het saldo fiscale winstberekening (resultatenrekening) en ook de winst op de
balans. Winst op balans daalt, eigen vermogen stijgt.


Voorbeeld transfer pricing aanpassingen:
Een DGA heeft 100% van de aandelen in zijn BV en kent zichzelf een salaris toe. Het voordeel hiervan is dat zijn
salaris in box 1 inkomstenbelasting (50%) zou zijn belast; nu wel meer winst in de BV (tarief 25%).
Over de dividenduitkering moet de DGA nog wel inkomstenbelasting in box 2 betalen, maar de
dividenduitkering kan hij uitstellen.
DGA: of 50% (ib) nu betalen <> 25% nu (vpb) en 25% (ib) op termijn. Hij kiest voor het laatste. Dit is misbruik.
De oplossing hiervoor is het gebruik van de loonbijtelling. Bijvoorbeeld gebruikelijk loon. Een DGA heeft 100%
van de aandelen en kent zich geen salaris toe. Een gebruikelijk salaris voor hem zou €80.000 zijn. De analyse
hiervan gaat als volgt:

o V1: geen verandering in Bezit of Schuld.
o V2: saldo winst op balans daalt; Informeel kapitaal stijgt.
o V3: operationele activiteit (loonkosten) en transactie met eigenaar (afzien van loon).
o V4: kosten -> loonkosten (stijging); storting -> informeel kapitaal (stijging).

De journaalpost hiervan is als volgt:

Loonkosten (rr) € 80.000
Aan Informeel kapitaal € 80.000


3

,Loonkosten stijgt -> saldo fiscale winstberekening daalt; Winst op balans daalt en Informeel kapitaal stijgt.

Vervolg analyseschema:

V5: Hoe werkt de informatie door naar het aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting of
vennootschapsbelasting?

V6: Zijn er nog andere belastingen waarmee rekening moet worden gehouden?

Voorbeeld:
Een ondernemer heeft een auto die behoort tot het ondernemingsvermogen. Cataloguswaarde is €60.000;
bijtelling is 25%. De ondernemer is BTW plichtig. De analyse hiervan gaat als volgt:

o V1: in eerste instantie geen verandering van Bezittingen en Schulden.
o V2: het eigen vermogen blijft gelijk, maar wel een verschuiving binnen het eigen vermogen.
o V3: onttrekking: €15.000 en kosten: (daling!) €15.000.
o V4: privé (stijgen) en autokosten (daling).

De journaalpost hiervan is als volgt:

Privé € 15.000
Aan Autokosten (rr) € 15.000

o V5: het saldo fiscale winstberekening op winst en verliesrekening stijgt met €15.000, en dus ook op de
balans stijgt het winstsaldo (credit). Het debetsaldo privé stijgt ook. Het eigen vermogen blijft dus in
evenwicht.
o V6: er moet ook rekening gehouden worden met omzetbelasting. De correctie omzetbelasting 2,7%
van de cataloguswaarde = €1.620.

Conclusie; per saldo daalt het eigen vermogen dus wel door de omzetbelasting!
De totale boeking hiervan wordt dan:

Privé € 16.620
Aan Autokosten (rr) € 15.000
Aan Te betalen OB € 1.620


Winst uit onderneming -> belaste winst uit onderneming:
Je hebt in dit geval normale jaarwinst en stakingswinst.

Winst uit onderneming = dit is een van de bronnen van inkomen genoemd in box 1.

o Looninkomsten.
o Periodieke uitkeringen.
o Eigen woning.
o Resultaat overige werkzaamheden (inclusief ter beschikkingstellingen).
o Belaste winst uit onderneming.

Belaste winst uit onderneming = deze bereken je als volgt:

o Eigen vermogen(einde periode) = Bezittingen(t=1) – Schulden(t=1)
o - Eigen vermogen(begin periode) = Bezittingen(t=0) – Schulden(t=0)
o + Onttrekkingen: dit zijn privé opnames, correctie privégebruik ondernemingsauto (art. 3.20 wet IB),
. correctie privé gebruik ondernemingswoning (art. 3.19 wet IB) en bijtelling fiets (art.
. 3.20a wet IB).
o - Stortingen: dit zijn privéstortingen: formeel, informeel (correctie ondernemingsgebruik privé
. auto).


4

, o = Saldo fiscale winstberekening: uitkomst van de fiscale resultatenrekening.

Vervolgens heb je dan het saldo fiscale winstberekening. Hier kan je nog de volgende dingen afhalen en bijtellen
om tot de winst uit onderneming te komen:

Saldo fiscale winstberekening:

o AF: vrijgestelde winsten (art. 3.11 wet IB tot en met 3.13 wet IB).
o BIJ: beperkt en niet-aftrekbare kosten (art. 3.14 wet IB tot en met 3.17 wet IB).
o AF: investeringsaftrek (art. 3.40 wet IB tot en met 3.52 wet IB).
o BIJ: desinvesteringsbijtelling (art. 3.47 wet IB).
o AF: toenames fiscale reserves (excl. oudedagsreserve) (art. 3.53 wet IB tot en met 3.54a wet IB).
o BIJ: afname fiscale reserves (excl. oudedagsreserve) (art. 3.67 wet IB tot en met art. 3.73 wet IB).
o BIJ: afname oudedagsreserves (de oudedagsreserve die nog resteert kan alleen maar afnemen).

= Winst uit onderneming.

Vervolgens kan je van de winst uit onderneming ook nog dingen afhalen totdat je uitkomt op de belaste winst
uit onderneming:

Winst uit onderneming:

o Ondernemersaftrek: dit zijn de zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek etc. (art. 3.74 wet IB tot en met
art. 3.79 wet IB).
o Grondslag MKB winstvrijstelling: MKB-winstvrijstelling (art. 3.79a wet IB).

= Belaste winst uit onderneming.

Verliezen uit onderneming moet je eerst verrekenen met andere bronnen van box 1; resteert er dan een verlies,
dan mag je carry back (3 jaar) en anders carry forward (6 jaar) gebruiken.


Intracomptabel = de waardes op de balans en resultatenrekening worden met behulp van journaalposten
bepaald. Met behulp hiervan bepaal je onder andere het saldo fiscale winstberekening en de mutatie in de
fiscale reserves.

Extracomptabel = buiten het systeem van boekhouden om worden bedragen bijgesteld of afgetrokken.

Voorbeeld:
Een onderneming heeft een winst van €300.000. Zij doet een investering van €250.000 en krijgt hiervoor
investeringsaftrek van €10.000. Bepaal het saldo fiscale winstberekening en bepaal de belastbare winst uit
onderneming.

o V1: er is een verandering in de bezittingen. Een afname van bank en een toename van de vaste activa.
o V2: er is geen verandering van het eigen vermogen.

De journaalpost hiervan is:

Vaste activa € 250.000
Aan Bank € 250.000

o V3: nvt.
o V4: nvt.
o V5: wat is het effect op het aangiftebiljet? De investeringsaftrek heeft geen directe gevolgen voor de
balanswaardering en moet dus extracomptabel in mindering worden gebracht (€10.000). Hierdoor is er
ook minder winstvrijstelling. Dus het effect van de investeringsaftrek is €8.600 verlaging.




5

,Saldo fiscale winstberekening €300.000

AF: investeringsregeling €10.000

Grondslag MKB winstvrijstelling €290.000

MKB winstvrijstelling €40.600

Belaste winst uit onderneming €249.400


Winst uit onderneming; staking van de onderneming:
Staking van de onderneming = wanneer een onderneming wordt geliquideerd (dus gestopt), overgedragen
wordt aan derden, of wordt verkocht. Er zijn twee opties bij een staking:

o Volledige staking:
- overdracht van de onderneming.
- liquidatie.
- overlijden.
- inbreng in een bv.
o Gedeeltelijke staking:
- inbreng in een VOF.
- verkoop zelfstandig onderdeel.

Bij een vorm van staking komt er altijd stakingswinst uit. Deze bereken je als volgt:

Overdrachtsprijs: ...

o AF: Boekwaarde (bezit – schulden) ...
o BIJ: vrijval fiscale reserves ...
o BIJ: desinvesteringsbijtelling ...
o Stakingswinst ...
o AF: Stakingsaftrek (€3.630) ...
o Subtotaal ...
o AF: MKB-winstvrijstelling (14%) ...

= Belaste stakingswinst ...


De stakingswinst wordt bij de normale jaarwinst opgeteld en belast in box 1. Er zijn dus geen speciale
stakingstarieven.

Een staking van de onderneming kan ruisend of geruisloos gaan:

Geruisloos = de overnemer betaalt uiteindelijk de belasting doordat hij doorgaat met fiscale boekwaarden van
de overdrager. Dit is een overdracht zonder dat er stakingswinst ontstaat, de ondernemer hoeft niet direct
fiscaal af te rekenen. De opvolger betaalt een lagere overnameprijs. De claims schuiven namelijk door naar de
opvolger en dat vertaalt zich in een lagere overnameprijs. Veelal binnen familieverband.
In een aantal gevallen kan de ondernemer zijn onderneming overdragen zonder af te rekenen: geruisloos
doorschuiven. De overdrager betaalt dus geen belasting, dit doet de verkrijger.
Welke situaties gaat dit over?

o Overgang door overlijden.
o Ontbinding huwelijk.

6

, o Overdracht aan mede-ondernemer of werknemer.
o Overdracht aan een (eigen) vennootschap.



Ruisend = overdrager betaalt de belasting over de stakingswinst. Een overdracht waarbij stakende ondernemer
direct fiscaal moet afrekenen over de stakingswinst. De staker kan hogere overnamesom bedingen. Veelal
buiten familieverband.
De belaste staking kan worden gedrukt door het bedingen van een lijfrente. De premie voor de lijfrente is dan
een aftrekpost in box 1.
Bedingen lijfrente premie staat in art. 3.129 wet IB. De uiteindelijke uitkering wordt dan in box 1 belast.
Voorwaarden hiervan zijn:

o €510.970 leeftijd ondernemer > AOW leeftijd ondernemer – 5 jaar; 45% arbeidsongeschikt; overlijden.
o €255.495 leeftijd ondernemer > AOW leeftijd ondernemer – 15 jaar.
o €127.755 overig.

Maxima worden verlaagd met premies lijfrente van voorgaande jaren.

Voorbeeld:
Joris Hendriks, 63 jaar, staakt zijn onderneming per 1 juli 2023. Zijn stakingswinst is €500.000. In voorgaande
jaren heeft Joris €80.000 aan lijfrentepremie ten laste van zijn inkomen gebracht. Joris kan maximaal €430.970
(€510.970 - €80.000) als lijfrentepremie in 2023 op zijn inkomen in mindering brengen.
Als de stakingswinst van Joris €150.000 is, kan hij maximaal €150.000 in aftrek brengen omdat de aftrekbare
premies niet hoger kunnen zijn dan het bedrag van de stakingswinst.


Overdracht aan derden = bij de overdracht aan derden moet de overdrachtsprijs zakelijk worden vastgesteld.
Zelfs bij een overdracht aan een familielid.
Bij een overdracht van de onderneming aan een willekeurige derde zal de overdrachtsprijs zakelijk zijn
vastgesteld. Voor de berekening van de stakingswinst moet dan van de overeengekomen prijs worden
uitgegaan. Als de overdracht plaatsvindt aan een familielid, kan het zijn dat de prijs niet zakelijk is vastgesteld.
In dat geval moet voor de berekening van de stakingswinst de overdrachtsprijs worden gecorrigeerd naar de
waarde in het economische verkeer.

Voorbeeld:




7

,Doorschuiven fiscale claims = doorschuiven van fiscale claims bij staking van de onderneming houdt in dat:

o De overnemer gaat door met de fiscale boekwaarden van de overgenomen activa en passiva.
o De overnemer neemt ook de fiscale reserves over.
o De oudedagsreserve kan een lijfrenteverplichting worden.
o De overnemer gaat geen goodwill activeren.
o De overnemer neemt ook de desinvesteringsverplichtingen over.

Overlijden =
Art. 3.58 Wet IB:

o Voorafgaand aan overlijden is er een fictieve overdracht aan erfgenamen tegen waarde economisch
verkeer.
o Voor de desinvesteringsbijtelling vindt geen staking plaats.
o Ondernemingswoning: waarde 60% van de WOZ-waarde.

Art. 3.62 Wet IB:

o Dit artikel regelt de geruisloze doorschuiving.

Ontbinding huwelijk = tot de gemeenschap van goederen behoort ondernemingsvermogen.
Bij scheiding: fictieve overdracht van 50% van de onderneming.
Art. 3.59, lid 2 wet IB: degene die de onderneming voortzet moet de fiscale claim doorschuiven.

Overdracht aan medeondernemers of werknemers = de voorwaarden hiervan zijn:

o Samenwerkingsverband of werknemer > 36 maanden.
o Gezamenlijk verzoek.
o Overnemer voldoet aan alle voorwaarden van de geruisloze doorschuiving.

Voorbeeld (situatie waarin niet is verzocht om doorschuiving):




8

,Voorbeeld (situatie waarin wel is verzocht om doorschuiving):




Overdracht aan BV = de onderneming wordt aangedragen aan een nieuwe of reeds bestaande BV. Dit kan
ruisend of geruisloos. De BV geeft aandelen uit; het maakt verschil of dit ruisend of geruisloos gebeurt:

o Geruisloos: maximaal aantal aandelen (excl. toegestane crediteringen).
o Ruisend: minimale storting op aandelen van €1.

Bij geruisloze overdracht slechts voor een klein bedrag (afrondingscreditering) mag geld worden betaald. Ook
de belastingschulden mogen in mindering komen op de uit te geven aandelen.
Bij een geruisloze inbreng is de overname prijs lager, omdat de overnemer de VPB belastingschulden
overneemt.
De BV kan de lijfrenteverplichting overnemen:

o Geruisloos: de aanwezige oudedagsreserve kan worden omgezet in lijfrente.
o Ruisend: maximale lijfrente volgens art. 3.129 wet IB.

De ondernemer krijgt een belang aandelen -> aanmerkelijk belang is > 5%.




9

, Voorbeeld ruisende inbreng onderneming in BV:




10

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur IvarEconomics. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,94. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,94  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter