Samenvatting van de literatuur (incl. de voorgeschreven extra literatuur) van personen- en familierecht 2024. De nieuwste druk van het boek is gebruikt.
Samenvatting Compendium van het personen- en familierecht - Persoon- en familierecht
Colleges Personen- en familierecht 2023/2024 volledig uitgewerkt
Samenvatting Compendium van het personen- en familierecht - Personen- en familierecht (PFR)
Tout pour ce livre (6)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Rechtsgeleerdheid: Nederlands Recht
Personen- en Familierecht
Tous les documents sur ce sujet (7)
Vendeur
S'abonner
MerelVeldkamp
Avis reçus
Aperçu du contenu
Personen en familierecht | Literatuur samenvatting
Week 1A | Inleiding, EVRM, Ouders en kinderen I (afstamming en adoptie)
H. 1: Inleiding
In boek 1 BW zijn het personen en familierecht geregeld. Het erfrecht is geregeld in boek 4.
H. 2, nr. 6, 6a en 6b: De algemene bepalingen (titel 1).
Bloed en aanverwantschap
De juridische bloedverwantschap is een relatie tussen personen, die in beginsel gebaseerd is op een
biologische betrekking: de afstamming, de geboorte uit bepaalde ouders. Voor het kind dat geboren is
uit een gehuwde moeder, ontstaat vaderschap en bloedverwantschap volgens art. 1:199 onder a en b,
ook al mocht de echtgenoot van de moeder niet de verwekker zijn (wel bestaat de mogelijkheid van
ontkenning van vaderschap). Dit geldt ook voor de duomoeder, art. 1:198 lid 1 onder b. Ook door
erkenning (art. 1:203 e.v.) en gerechtelijke vaststelling van ouderschap ontstaan juridisch
bloedverwantschap. Tussen geadopteerden en adoptanten ontstaat ook juridisch bloedverwantschap,
art. 1:229. Art. 1:3 maakt duidelijk hoe de graad van bloedverwantschap moet worden berekend. De
graad van de aanverwantschap is gelijk aan de graad van bloedverwantschap tussen de andere
echtgenoot/ partner en diens bloedverwant.
Het marckx-arrest: positieve verplichtingen
Sinds dit arrest staat vast dat de eerbiediging van het familie- en gezinsleven voor de staat ook
positieve verplichtingen met zich brengt. De staat moet er bijv. voor zorgen dat er in het nationale
recht waarborgen bestaan die een integratie van het kind in zijn familie vanaf de geboorte mogelijk
doet zijn. Het maken van onrechtmatig onderscheid (discriminatie) is uit den boze. Waar rechten van
ouders o.g.v. art. 8 EVRM als die van kinderen in het geding zijn, behoren in die afweging uiteindelijk
de rechten van het kind de doorslag te geven.
Wanneer is er familie- en gezinsleven
Dit valt soms samen met bloedverwantschap. Er moet een wettig en serieus huwelijk zijn, samenleving
ten tijde van de geboorte is niet vereist. Ook adoptie leidt tot het bestaan van familie- en gezinsleven.
Ook tussen de erkenner en het kind bestaat het. Tussen het kind en de biologische vader kan het ook
bestaan, mits er bijzondere of bijkomende omstandigheden zijn. Ook tussen nauwe verwanten kan
familie- en gezinsleven bestaan, dan moet er wel daadwerkelijk nauwe betrekkingen tussen deze
personen zijn. In Nederland wordt in het kader van art. 1:377a vermoed dat grootouders in een nauwe
persoonlijke betrekking tot het kind staan. Tussen pleegouders en het kind bestaat geen
bloedverwantschap, maar er kan wel een nauwe band zijn wat tot familie- en gezinsleven leidt. Tussen
echtgenoten bestaat geen familie- en gezinsleven, tenzij eer een wettig en serieus huwelijk is. Tussen
ongehuwd samenlevenden bestaat familie- en gezinsleven wanneer het een stabiele samenleving
betreft waarin wordt samengewoond. Familie- en gezinsleven kan door latere gebeurtenissen worden
verbroken. Dat hangt af van zwaarwegende omstandigheden in concreto, enkel tijdsverloop is
daarvoor in ieder geval niet voldoende.
H. 11: Afstamming en adoptie
Dit is geregeld in titels 11 en 12. Afstamming is de in beginsel biologische betrekking die door de
geboorte uit bepaalde ouders ontstaat. Het uitgangspunt is dat een kind ten hoogste twee ouders heeft.
Sinds 1 april 2014 is het afstammingsrecht sekseneutraal. De echtgenote van de moeder van een kind
is juridisch de tweede moeder als dat kind is geboren met behulp van kunstmatige donorbevruchting
en de identiteit van de donor onbekend is. Maar een vrouw kan ook het kind van een andere vrouw
erkennen en gerechtelijk het ouderschap laten vaststellen. Ook ten aanzien van geregistreerde partners
worden afstammingsrechtelijke gevolgen verbonden. Het moederschap van de vrouw uit wie het kind
is geboren staat vast en kan niet worden ontkend (mater sempa certa est). Het moederschap van de
duomoeder kan worden ontkend en de erkenning door de duomoeder kan worden vernietigd op de
grond dat zij niet de biologische moeder is, art. 1:202a en 1:205a. Voor familierechtelijke
betrekkingen tussen twee vaders en het kind is vereist dat een van hen of beide het kind heeft
1
,geadopteerd. Een familierechtelijke betrekking ontstaat ook tussen de bloedverwanten van de ouder en
het kind, art. 1:197.
Recht om te weten van wie men afstamt: DNA-onderzoek
Aan het recht op privéleven ten grondslag liggend algemeen persoonlijkheidsrecht omvat het recht om
te weten van wie men afstamt. Dit is geen absoluut recht. Het recht van het kind om te weten van wie
het afstamt dient te prevaleren boven het recht van de ouders op geheimhouding. Maar volgens het
EHRM wordt art. 8 niet geschonden als een staat het recht van de ouders op geheimhouding laat
prevaleren. Voorlichting over de afstamming maakt in Nederland onderdeel uit van de zorg en de
verantwoordelijkheid voor het geestelijk welzijn en de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het
kind. Soms is DNA-onderzoek nodig om de afstamming vast te stellen of deze te ontkennen. De
stelplicht en de bewijslast liggen bij ontkenning van het vaderschap op de verzoeker hiervan.
Draagmoederschap
De draagmoeder is juridisch moeder van het kind. Het voornemen is om draagmoederschap wettelijk
te regelen. Er moet vrije instemming van de draagmoeder blijken, haar eventuele echtgenoot/partner
en de wensouders. De draagmoeder mag nog niet zwanger zijn ten tijde van de behandeling van het
gemeenschappelijk verzoek tot toekenning van ouderschap. Ook moet er van tevoren voorlichting en
counseling zijn geweest. Bij het verzoek moet een draagmoederschapsovereenkomst worden gevoegd,
ondertekend door alle betrokkenen. Er komt ook een draagmoederschap register. Volgens het EHRM
vergt de bescherming van het feitelijke familie- en gezinsleven tussen de wensouders en het
draagmoeder kind niet dat het ouderschap van de wensouders moet worden erkend, als dat feitelijke
familie- en gezinsleven maar voldoende bescherming ontvangt. Het Nederlandse wetsvoorstel gaat
verder.
Rechtsgevolgen van het al dan niet in familierechtelijke betrekking staat tot een ouder
Gezag over de kinderen tijdens hun minderjarigheid. Gedurende het huwelijk/gp oefenen
ouders in beginsel gezamenlijk gezag uit over hun kinderen, art. 1:251 lid 1, 1:253aa. Is een
kind buiten een huwelijk geboren, dan oefent de moeder in beginsel alleen gezag uit. De
erkenner heeft van rechtswege ook gezag, art. 1:251b. De ouder van wie het ouderschap
gerechtelijk is vastgesteld kan de rechtbank verzoeken om met gezag te worden bekleed, art.
1:253b en 1:253c.
Wederkerige verplichting tot levensonderhoud, art. 1:392. Voor de verwekker en de man
die met een daad van verwekking heeft in gestemd kan dit o.g.v. art. 1:394.
Naam. Als het kind geen tweede ouder heeft, heeft het de geslachtsnaam van de moeder, art.
1:5. Heeft het kind alleen een juridische vader door adoptie, dan heeft het zijn geslachtsnaam.
Heeft een kind een vader en een moeder, twee vaders of twee moeders dan is er keuze tussen
hun beider geslachtsnamen of is een dubbele geslachtsnaam mogelijk.
Erfrecht bij versterf/legitieme portie van beide ouders zolang het kind in een
familierechtelijke betrekking staat. Art. 4:10, 4:13 e.v. en 4:63.
Nationaliteit kind in een familierechtelijke betrekking tot de vader of moeder verkrijgt de
Nederlandse nationaliteit. Bij erkenning geschiedt dit alleen als het kind ten tijde van de
erkenning nog geen 7 jaar was of als de erkenner van het kind van 7 jaar en ouder bij de
erkenning of binnen een jaar nadien aantoont de biologische ouder te zijn. Anders gebeurt dit
door optie, het kind moet dan tenminste drie aaneengesloten jaren door de erkenner zijn
verzorgd en opgevoed.
Kunstmatige donorbevruchting
Bij gerechtelijke vaststelling van ouderschap is bepaald dat het moet gaan om de verwekker of degene
die als levensgezel heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan
hebben gehad. In geval een duomoeder van rechtswege de moeder van het kind wordt in geval van art.
1:198 moet de donor onbekend zijn. Dit moet blijken uit een verklaring van het college donorgegevens
kunstmatige bevruchting. Als dit niet gebeurt, kan de duomoeder het kind erkennen, art. 1:204 of
adopteren. De bekende donor komt een juridische positie toe als hij in een nauwe persoonlijke
betrekking tot het kind staat. Van belang is dan wat de relatie is tussen de bekende donor en de moeder
2
,uit wie het kind is geboren, wat de rol is die de bekende donor en de moeder uit wie het kind is
geboren, wat de rol is die de bekende donor in het leven van het kind zal spelen en wat de
betrokkenheid van de donor bij het kind feitelijk is. Ontkenning van het duomoederschap is niet
mogelijk als de duomoeder heeft ingestemd met de kunstmatige donorbevruchting met het zaad van
een anonieme donor, art. 1:202a lid 2. Ontkenning van het duomoederschap door het kind blijft wel
mogelijk. Ontkenning van vaderschap of duomoederschap tijdens huwelijk/gp of binnen 306 dagen na
ontbindng van het huwelijk/ gp door de door van de man geboren kind is niet mogelijk indien de man
heeft ingestemd met een daad die de verwekking tot gevolg kan hebben gehad, art. 1:200 lid 3.
Ontkenning door het kind blijf wel mogelijk. Gerechtelijke vaststelling van ouderschap is mogelijk
jegens de verwekker, maar ook jegens de levensgezel van de moeder die met een daad van verwekking
heeft ingestemd, art. 1:207. Ingevolge de wet donorgegevens kunstmatige bevruchting kan in beginsel
de anonimiteit van de anonieme donor doorbroken worden.
Tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren kinderen
Het huwelijk/gp moet nog bestaan tijdens de geboorte van het kind zodat de echtgenoot juridisch
ouder wordt.
Ontkenning van het door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstane vader- of
duomoederschap
Hiertoe kunnen zowel de vader, moeder als het kind een verzoek doen. De grond is dat de ouder niet
de biologische ouder is. Er zitten wel belangrijke verschillen in de ontkenningsprocedures:
- Door huwelijk of gp ontstaan vaderschap, art. 1:199 onder a en b, gaat uit van het vermoeden
dat de echtgenoot de verwekker is. Het ontstane duomoederschap, art. 1:198 onder b is niet
gebaseerd op dit vermoeden. De duomoeder is niet de biologische moeder maar de sociale
moeder. Alleen in de procedure bij het vaderschap speelt het bewijs dus een belangrijke rol.
- Dit leidt er ook toe dat er verschillen zijn voor de gestelde termijnen waarbinnen een verzoek
moet zijn gedaan. Bij het vaderschap hangt het tijdstip af van de termijn samen met tijdstip
waarop de vader of het kind bekend werden met het feit dat de vader niet de biologische vader
is. Bij ontkenning van het duomoederschap is er een vast aanvangstijdstip omdat de
duomoeder brijwel nooit de biologische moeder is.
- Bij ontkenning van het vaderschap kan bedrog van de moeder omtrent het verwekkerschap
een rol spelen.
Voorwaarden ontkenning:
Niet ontvankelijkheid van de vader, moeder en duomoeder, indien:
o De vrouw voor het huwelijk/gp zwanger man, en de man/duomoeder daarvan op de
hoogte was, art. 1:200 lid 2 en 1:202a lid 2.
o Indien de man heeft ingestemd met een daad die verwekking van het kind tot gevolg
kan hebben gehad, art. 1:200 lid 3.
o Indien de duomoeder heeft ingestemd met kunstmatige donorbevruchting van een
anonieme donor, art. 1:202a lid 2.
Termijn: voor het kind een termijn van drie jaar, voor de moeder, vader en duomoeder geldt
een termijn van een jaar.
Aanvangstijdstip termijn:
o Ontkenning duomoederschap:
Voor moeder en duomoeder de geboorte van het kind, art. 1:202a lid 3.
Voor het kind tot drie jaren nadat het meerderjarig is geworden.
o Ontkenning vaderschap:
Voor moeder binnen een jaar na de geboorte, art. 1:200 lid 5.
Voor vader binnen een jaar nadat hij bekend is geworden zowel met het feit
dat hij vermoedelijk niet de vader van het kind is als met het feit van de
geboorte, art. 1:200 lid 5. De termijn loopt vanaf het tijdstip dat aan beide
voorwaarden is voldaan.
Voor het kind tot drie jaren nadat het minderjarig is geworden, indien het
tijdens de minderjarigheid bekend is geworden dat zijn juridische vader
3
, mogelijk niet zijn biologische is. Als het vermoeden pas ontstaat na de
meerderjarigheid, dan gaat de termijn vanaf dat moment lopen, art. 1:200 lid
6.
Het verzoek moet bij de rechtbank worden ingediend. De moeder kan buiten de rechter om
binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke
stand een verklaring afleggen.
o Dergelijke verklaring tot ontkenning van vaderschap indien:
Het kind binnen 306 dagen na ontbinding van het huwelijk of gp door de dood
van de man is geboren, en
De vader en de moeder, teruggerekend vanaf de geboorte van het kind, sedert
het eerst mogelijke tijdstip van verwekking waarvan de wet uitgaat (306
dagen voor de geboorte van het kind), gescheiden leefden dan wel van tafel en
bed gescheiden, art. 1:199 onder b.
o Dergelijke verklaring tot ontkenning van duomoederschap indien zij en haar nadien
overleden echtgenote of gp ten tijde van de kunstmatige donorbevruchting met zaad
van een anonieme donor waren gescheiden of van tafel en bed gescheiden leefden, art.
1:198 lid 2.
Rechtsgevolg is dat het kind alleen in een familierechtelijke betrekking tot de moeder uit wie
het kind is geboren staat, art. 1:202 en 1:202b lid 2 jo. art. 1:202. Gerechtelijke vaststelling
van ouderschap is dan mogelijk.
Erkenning kan geschieden door een ambtenaar opgemaakte akte, art. 1:203. Erkenning werkt niet
terug, dit sluit aan bij de opvatting dat erkenning een rechtshandeling is. Als meerdere mensen
proberen het kind te erkennen, dan vindt erkenning plaats bij degene die als eerst aan de voorwaarden
voldaan heeft.
Erkenning is nietig ex art. 1:204 lid 1:
o Indien zij is gedaan door een man/vrouw die o.g.v. te nauwe verwantschap niet met de
moeder zou mogen huwen/gp aangaan.
o Indien zij is gedaan door een minderjarige jonger dan 16.
o Indien zij is gedaan zonder voorgaande schriftelijke toestemming van de moeder of
vader, zolang het kind geen 16 jaar is.
o Indien zij is gedaan zonder voorgaande schriftelijke toestemming van het kind van 12
jaar en ouder.
o Indien zij is gedaan als er al twee ouders zijn.
Erkenning is vernietigbaar ex art. 1:205 en 1:205a.
De aspirant-erkenner kan verzoeken om vervangende toestemming door die van de rechtbank:
Voorwaarden voor aspirant-erkenner die verwekker of donor is, art. 1:204 lid 3:
o Nauwe persoonlijke betrekking tot het kind. Family life is voor de verwekker geen
vereiste, voor de donor wel.
o Erkenning zou de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het
kind niet moeten schaden of een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele
ontwikkeling van het kind zou door de erkenning niet in het gedrang moeten komen.
Voorwaarden voor aspirant-erkenner die als levensgezel toestemming heeft gegeven tot een
daad die de verwekking tot gevolg kan hebben gehad, art. 1:204 lid 4:
o Het is in het belang van het kind dat de vervangende toestemming wordt gegeven.
De vernietiging van erkenning kan door de vader, moeder, duomoeder, kind en het OM, art. 1:205 en
1:205a:
Er moet komen vast te staan dat de erkenner niet de biologische ouder is.
Het kind kan alleen vernietiging van de erkenning verzoeken als deze gedurende de
minderjarigheid is geschied. Het verzoek kan tot uiterlijk drie jaar na de meerderjarigheid, als
het kind tijdens de minderjarigheid bekend is geworden met feit dat erkenner vermoedelijk
niet biologische vader is. Als dit vermoeden pas na de meerderjarigheid ontstaat, dan gaat de
termijn vanaf dat moment lopen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MerelVeldkamp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.