ANESTHESIE EN REANIMATIE
1. Algemene anesthesie
1.1 Anesthesie
Narcose
= “reversibele coma”
De taak van de anesthesist is het beschermen en stabiliseren van levensbelangrijke
functies van het lichaam.
Soorte anesthesie:
algemene anesthesie
locoregionale anesthesie
combinatie
1.2 Surgery, anesthesia en outcome
De kans dat een patiënt komt te overlijden door de narcose is klein. De kans is groter
dan de patiënt komt te overlijden door de operatie of doordat de patiënt zelf
onderliggende aandoeningen of dergelijke heeft.
1.3 Electief VS acuut
Electief
= gepland
Acuut
= dringend
Bij electieve anesthesie is er een lagere mortaliteit aangezien de persoon
voorbehandeld/voorbereid kan worden en de personen, materiaal, tijd en plaats
optimaal zijn. Bij acute anesthesie is er een beperkte voorbereiding, is de patiënt vaak
niet nuchter en zijn er risico’s die men moet afwegen.
1.4 Nuchterinstructies
Nuchter
= niets in de maag
Om nuchter te zijn mag een volwassene 6u vantevoren niet meer eten en 2u
vantevoren geen helder vocht (bijv.: water, appelsap, thee, …) meer drinken.
Kinderen jonger dan 6m mogen 4u vantevoren geen vast voedsel of moedermelk
meer en 2u vantevoren mogen ze geen helder vocht meer drinken.
Kinderen ouder dan 6m mogen 6u vanteboren geen vast voedsel meer, 4u vantevoren
geen moedermelk meer en 2-2,5u vantevoren geen helder vocht meer drinken.
Men wil dat patïenten nuchter zijn om aspiratie te voorkomen. Bij aspiratie komt de
zure maaginhoud in de longen terecht wat kan zorgen voor een aspiratiepneumonie
en dat wil men voorkomen.
1.5 Voorbereiding operatie
Pre-operatief werden mensen vroeger vaak geschoren, maar dat is eigenlijk niet goed!
Door het scheren wordt de huid beschadigd en kunnen er wondjes ontstaan die de
30
, kans vergroten op een infectie. Als men dan toch gaat/moet scheren is het beter om
met een tondeuse te scheren dan met een scheermesje.
1.6 Doel van anesthsie?
Wat is het doel van anesthesie?
bewusteloos (hypnotica/gassen)
pijnvrij (pijnstillers/NSAID’s/opiaten)
spierverslapping (curare)
onderdrukking reflexen (curare)
1.7 Operatie
Een kind (<2j) is niet hetzelfde als een volwassen om te intuberen. Bij een gezonde
volwassene is er 3-4min de tijd om te intuberen, maar bij baby’s, kinderen of mensen
met slechte longen vermindert die tijd. Ook gaat men bij kinderen vaak geen ballon of
cuf gaan gebruiken om aspiratie te gaan voorkomen omdat het oedeem kan
veroorzaken wat bij volwassene niet zo erg is, maar bij kinderen gevaarlijk kan zijn.
Men is niet altijd gedwongen om iemand te gaan intuberen. Een anesthesist kan een
laryngealmasker gaan plaatsen om de patiënt te gaan beademen op voorwaarde dat
de patiënt nuchter is. Het laryngealmasker is iets wat vaak gebruikt wordt bij
kleine/niet lang durende ingrepen, waarbij het niet nodig is om spierverslappers te
geven en de patiënt nuchter is. Ook wordt het vaak gebruikt bij neonaten.
Naast het laryngealmasker kan men gebruik maken van een majocanule, maar het
kan gevaarlijk zijn als je een te grote canule gebruikt.
Tijdens een operatie is er steeds een IV lijn aanwezig. Het voordeel is dat er in geval
van nood snel medicatie kan gegeven worden, maar het nadeel is dat de patiënt
vooraf steeds dient geprikt te worden. Bij een kind is het prikken van een infuus dan
ook iets wat we gaan proberen te vermijden als ze nog wakker zijn.
Eenmaal de patiiënt onder narcose is wordt de narcose onderhouden, wordt pijn
onderdrukt, worden er spierverslappers gegeven om makkelijker te kunnen opereren
en worden de vitale functies bewaakt en ondersteund waar nodig. Ook wordt de
patiënt tijdens de ingreep beschermt tegen externe factoren zoals stroom,
temperatuur, positionering, …
Vooral bij kinderen (minder vet + groter lichaamsoppervlak), maar ook bij
volwassenen moet de temperatuur tijdens anesthesie onder controle gehouden
worden. Doordat de spieren stil liggen wordt er minder warmte geproduceerd
waardoor men extra allert moet zijn voor afkoeling.
Ook de vochtbalans moet goed onder controle gehouden worden. Vocht kan verloren
gaan via zweet, urine, ademhaling, bloedverlies, verdamping, … Ook vooraf kan men
al vocht verliezen door braken, dairree, koorts, …
Als de operatie afgelopen is gaat men pas op het moment dat de patiënt
spontaan/zeflstandig ademt de intubatie verwijderen! Verder kan men via een TOF-
toestel gaan kijken of de spierverslapper uitgewerkt zijn. Men geeft dan een kleine
elektrische stroom t.h.v. de pols en als het hand hier dan op reageert weet men dat de
spierverslappers aan het uitwerken zijn. Stel dat de patiënt ontwaakt en de
spierverslappers nog onvoldoende zijn uitgewerkt zal hij/zij het gevoel hebben niet of
zeer moeilijk te kunnen ademen.
31