De Algemene inleiding les 1,
Vlakken
Mediaan: dier in 2 symmetrische helften
Para sagittaal: beetje naast de mediaan
Dorsal: rug zeide/boven
Palmar: achterzijde poot
Axiaal: naar binnenlijn toe
Abaxiaal: van de middenlijn af
Spijsverteringsstelsel
Mondholte: tanden, bewegelijke tong en lippen, gesloten gehemelte (zuigen)
Farynx: kruising van voedsel en ademweg door de epiglottis (strottenhoofd)
Slokdarm: lange en dunne flexibele buis
Maag(en): lebmaag (voormaag) àeerste verteringsproces
Dunne darm: Duodenum (12v darm)à pancreas sap + galzouten
jejunum (nuchtere darm)à voedingstof opnemen uit bloed
Ileum (kronkeldarm)àlymfefollikels, antigenen herkennen+reageren(allergisch)
Dikke darm: Caecum (blinde darm)à verteren plantaardig materiaal, groot: paard en rund
paard kan niet boeren, er kan dus geen gas van de maag naar de mond, hierdoor koliekkrampen à maag kan barsten
Colon(dikke darm) resorberen van vocht, harde fecies ontstaan
Anaalkanaal: rectum, is gescheiden van urogenitale sinus
hond heeft 2 anaalzakjes, nadeel: uitwerpselen kunnen in deze zakjes terecht komen: ontsteken àjeuk: slederijen
Slokdarm (oesofagus)
1) pars cervicalis in de hals
2) pars thoracica in de borstholte
3) pars abdominalis voorbij diafragma
,Paard bloed prikken: Vena jugularis die uitloopt in de sulcus jugularis.
Ilium hangt op aan het ceacum met een ophangband: plicailiocaecalis
Het colon descadence heeft een lange ophangband: meso colon descendence
Een rund eet met de tong, hij heeft namelijk geen snijtanden! Hierdoor aselectieve eter, kan per
ongeluk een blikje eten. Die kan vanuit een van de magen door het diafragma en pericard prikken. à
Traumatische reticolo pericarditis
Kip/gevogelte hoeft niet te zuigen, die hebben een spleet in het gehemelte: choanenspleet
Farynx(keel) heeft een slokdarm en luchtpijp, de scheiding tussen die 2 is door het strottenklepje:
epiglottis.
Spijsverteringsstelsel
Mond-keel
Speeksel heeft ook antibacteriële componenten waardoor vreemde partikels al gedesinfecteerd
worden (likken aan wond). Mens kan zich niet laten likken want zijn lichaamsvreemde stoffen!
Gehemelte
Hard gehemelte: palatum durum
Zacht gehemelte: palatum molle
Diastima is een tanden vrije zone, door die ruimte kun je
de tong pakken. Deze gebruik je om de mond van het dier
open te houden, want die zal niet op eigen tong bijten.
Er zijn 2 gebieden bij vestibulum oris:
Vestibulum labiale vestibulum buccale
wang + snijtanden wang + kiezen
,Tong
Septum lingualeàverdeeld tong in 2 helften
Apex lingualeà top van de tong
Corpus linguale àlangste deel van de tong
Frenulumàtongriem houdt corpus linguale vast op bodem, Scheid Lings en rechts: recessus sup lingualis lateralis
Radix lingualeà tongwortel
Actinomicose: Het rund heeft bij de wortel een bult: torus lingualis, daarvoor zit een put fossa
lingualisà micro-organismen kunnen hier tot ontstekingsreactie leiden! (Want warm + voedsel
resten)
è Mechanische pupillen
Papillae filiformes, draadvormig, veel bij de kat voor het opnemen van haren
Papillae conicae, harde pupillen, niet bij kleine huisdieren, wel rund! Om gras op te nemen.
papillae fuliata, bladvormig
è Smaakpupillen
papillae fungiformes,
Papillae circumvallatae, omwalde papillen,
Speekselklieren, salivariae
Kleine speekselklieren: speekselsecretie om slijmvlies mondholte vochtig te houden
Grote speekselklieren: glandula
1. Gl parotisà(oor speekselklier) vooral bij paard uitgesproken
Mond uit in vestibulum buccalis, ter hoogte van de kiezen
Afvoerkanaal: ductus parotideus
2. Gl mandibularisà mandibulaire klieren vooral bij rund en paard zeer uitgesproken
bedekt door parotis, klier mond uit in recessus sublingualis= hongertepeltje
Afvoerkanaal: ductus mandibularis
3. Gl sublingualis
Gl sublingualis monostomatica àElke, behalve paard Gl sublingualis polystomaticaà
mond uit in recessus sublingualis=hongertepeltje Heeft verschillende uitmondingen!
Carnivoren caudaal, herkauwers rostraal en ventraal Crista suplingualis (onderaan tong kam)
Droes: bij de parotis speekselklier lopen bloedvaten en zenuwen, als in die regio dus een
ontsteking ontstaat kunnen de zenuwen beschadigd raken en krijg je uitvalsverschijnselen!
Oorzaken: 1. Ontsteking 2. Tumor 3. Tekenbeet (poreliose)
Poreliose: als een teek besmet is en het bij de zenuw komt, krijgt men ook uitvals
verschijnselen.
De groene bollen zijn lymfeknopen, als men verkouden is gaan de mandibulaire
lymfeknopen opzwellen. Deze kunnen helpen detecteren van het probleem bij een dier.
Omdat die geen pijn kunnen aangeven.
, Maag
De overgang oesophagus-maag is de: pars cardiaca, die heeft een sterke cardiasfincter.
Bij een paard is die cardiasfincter zo sterk dat het niet kan overgeven/boeren. Nadeel is dat er een
gasopstapeling kan gebeuren à koliek(krampen), wat maag ruptuur kan veroorzaken.
Bij het varken + rund is de pyloris sfincter heel zwak, dat betekend dat als de maag contraheert alles
direct naar de dunne darm zou kunnen gaan. Daarom varken+rund iets extra: “kurk”= torus pyloricus
die ervoor zorgt dat niet alles onverteerd naar dunne darm kan.
4. curva tura major, zit omentum majus aan vast
5. curva tura minor, zit omentum minus aan vast
6. incisura angularis
7. pars cardiaca
9. cardia sfincter
10. fundus, koepel van de maag met veel klieren
13. corpus
15. pars pyloricum
16. antrum pyloricum, vanaf hier naar dunne darm toe
17. canalis pyloris, smal deel
18. pyloris sfincter, sluitspier overgang maag-dunne darm
Craniaal aanzicht, kop naar ons toe staart achter bord. e
Saccus ceacus is een blindzak + bevat geen klieren!
Proventriculus is de voormaag rund + varken hebben die
De regio waar veel klieren zitten zijn donkerder, omdat ze veel bloedvaten bevatten.
Wanneer de maag vol is, wordt de wand dunner. Risico op beschadiging is dan groter.
De milt die vastzit aan de maag links is normaal beschert door borstkas, maar wanneer de hond heeft
gegeten zet de maag uit en komt de milt vrij te liggen. Als die hierop valt à miltruptuur.
Hond raakt in shock door de bloeding.
àPylorusstenose, is een aangeboren afwijking. Zolang de pup vloeibaar voedsel opneemt is niks aan
de hand, maar bij vast voedsel zal het dier braken. Dit komt omdat voedsel niet door de pyloris
sfincter kan doordat daar bindweefsel zit! Maag raakt vol en kan zich niet ledigen. (contrast vloeistof+RX)
Teniae in darmwand zorgen voor uitpuilingen: haustrae, dit door insnoeringen: plicae semilunares
Dunne darm – dikke darm
àEerste gedeelten dunne darm: duodenum pars cranialis, vervolgens komt bocht: flexura cranialis
duodeni, dan pars descendens. Vervolgens de bocht: flexura caudalis ofwel pars transversum dat
overloopt in pars ascendens.
Er is n ophangband tussen duodenum pas ascendens en colon die noemen we: plica duodeni-colica
à De bocht van duodenum naar jejunum: flexura duodenojejunalis, dan in jejunum wat makkelijk
verplaatsbaar is door lange ophangband. “scheil”?
à ileum, heeft ophangband naar ceacum: plica ilio-caecalis. Ileum loopt in colon ascendens, colon
transversum, colon descendens. En uiteindelijk in rectum
!!Ceacum ligt rechts, behalve bij het varken daar links!!
Er loopt een ader die het verschil tussen lings en rechts aangeeft: arteria mesenterica cranialis.