Management
HS 1 Management en prestatie
1.1 Managen in een concurrentiële wereld
Vier uitdagingen die de bedrijfsomgeving kenmerken:
1. Globalisering
2. Technologische verandering
3. Kennismanagement
4. Samenwerking overheen de grenzen
1.1.1 Globalisering
Globalisering verwijst naar:
- Interactie en integratie tussen mensen, ondernemingen en overheden. Dus verwijst
naar het feit dat er verbinding is tussen mensen, ondernemingen en overheden op
globaal (wereldwijd vlak). We zien dat mensen nu, vergeleken met 20 jaar geleden veel
mobieler zijn, ze zijn mobiel op de arbeidsmarkt. Ook te merken bij ondernemingen in
onderlinge relatie staat tot elkaar, ze doen samen zaken, bv. import en export van input
voor producten tussen de ondernemingen van andere landen. Maar ook overheden
spelen daar een belangrijke rol in, overheden kunnen bv. tegen elkaar worden
uitgespeeld door ondernemingen, ondernemingen zoeken naar de beste
bedrijfsomgevingen die kunnen werken tegen en zo maximale winst als mogelijk.
Overheden willen een beleid uitstippel dat de internationale zaken leven wilt stimuleren
en ook de lokale.
- Globale ondernemingen hebben kantoren en productievestigingen wereldwijd.
- Kleine en grote ondernemingen spelen allebei een rol in die globalisering. Het zijn vaak
de kleine ondernemingen die de leverancier zijn van onderdelen aan grote
ondernemingen. De kleine ondernemingen ondervinden ook concurrentie van die grote
ondernemingen, omdat die kleine ook bedrijvig zijn in een open economie.
- Talent heeft internationale dimensie => veranderend personeelsbestand, vb. expats ->
we zien een groter percentage aan werknemers, management, enzovoort van
buitenlandse oorsprong dat samen gaat met globalisering in het zakenleven.
1.1.2 Technologische verandering
Managen in een concurrentiële wereld is gerelateerd aan technologische veranderingen.
Verschillende fasen van technologische veranderingen van het internet:
Web 1.0 (mid-1990 tot begin 2000)
Voor het eerst mogelijk om data online te gaan consulteren (kon enkel lezen). Voorbeelden:
Consultatie data “on-line”, dot-com (=> on-line & communicatiebedrijven). Kleine bedrijven konden
gemakkelijk dingen nu aanbieden, werd meer online dingen verkocht, er werd geïnvesteerd in die
bedrijven (mensen gingen naar de beurs), er was een overwaardering van de waarde van die
bedrijven. Veel concurrentie in dezelfde markt, de zwakste gingen als eerste uit, de sterkste bleven
(“survival of the fittest”). De vertrouwen werd geschonden de resultaten toonden zich aan in de
fameuze Dot-com Bubble crash.
Web 2.0 (2005-2015)
Interactief (ook schrijven), gebruiksvriendelijker mensen konden consulteren en delen (video’s,
foto’s), Sociale media start-ups ontstonden.
Web 3.0 (2015-....)
“read-write-execute” werden mogelijk met mogelijkheden op vlak van Internet of Things Werken
met autonome, intelligente systemen die denken als mensen met de nadruk op Real time
systemen, Artificial Intelligence, Mobile Applications, Big Data Analytics, Cloud Computing.
Technologische verandering: het Internet
Het internet als Het internet
- On-line marktplaats met V en A: men kan - Kan kosten verlagen en globalisering
vlot vraag gaan uitoefenen via die bevorderen, doordat je als producent kan
marktplaats die virtueel aanwezig is zonder kijken naar betere prijzen en kwaliteiten
daarvoor te verplaatsen - Maakt besluitvorming efficiënter, waardoor je
- Middel dat toelaat om productie van minimum aan kosten en inspanningen
goederen en diensten te vergemakkelijken: moeten leveren
1
,Management
een producent hoeft niet meer heel de - Vergemakkelijkt informatiestroom en
wereld af te reizen om zicht te krijgen van leerproces
tussen producten.
- Distributiekanaal: het laat ons toe om via
die weg goederen en diensten aan te kopen
- Aanbieder van informatie
1.1.3 Kennismanagement
Kenniswerker/kennismanagement gebruikt en ontwikkelt kennis en informatie om ideeën te
ontwikkelen, problemen te signaleren en op te lossen (kritisch denken).
Functies kennismanagement zoeken naar intellectuele hulpbronnen (gaat over kennis, over ideeën)
van een organisatie; optimaal benutten van:
- Expertise en vaardigheden medewerkers
- Visie/creativiteit/wijsheid
- Relaties (uitbouwen van relaties, teamwerken: om zo te komen tot betere inzichten te
samen)
1.1.4 Samenwerking over de grenzen heen
Doeltreffende samenwerking vereist goede communicatie tussen de grenzen van departementen,
divisies, en andere eenheden van de organisatie. Binnen de organisatie zal je ook kijken of het
belangrijk is om samen te werken over de grenzen heen van jouw departementen, divisies en
andere eenheden.
Voorbeeld: T-shaped manager = zowel in de breedte als in diepte werken (T), een T-shaped
management van een bepaalde departement zal dan zijn/haar kennis delen met managers van
andere departementen die onwaarschijnlijk niet direct iets te maken hebben met zijn departement,
maar het delen van die kennis is zeer belangrijk, dus horizontaal (breedte) over die grenzen heen
kijken en samen werken. Maar daarnaast ook in de diepte werken, we gaan ons verder
specialiseren in onze eenheid, divisie of departement, dat is het verticale gedeelde.
Voorbeeld: Toyota, samenbrengen van designingenieurs en productiemedewerkers
zijn medewerkers van verschillende departementen, dat zijn T-shaped managers = zijn
managers die overheen de grenzen van hun diensten samenwerken en ze zullen ook elk verdiepen
in hun specialisatie. Belangrijk is om naast die diepte ontwikkeling ook in de breedte te werken,
omdat mensen met een verschillend profiel daardoor ook gaan samen werken en een bepaald
product vanuit hun eigen standpunt gaan bekijken maar ook veel van gedachte gaan wisselen, dat
is goed voor de ontwikkeling van een product. Kennis bundelen ga je nog meer een betere resultaat
bereiken. Kennis over eigen domein en andere domeinen wordt zoveel mogelijk geïntegreerd en
gebundeld
Ondernemingen kunnen voordeel verwerven uit ideeën ontwikkeld buiten de organisatie, vb. van
consultants (geven advies aan ondernemingen), reclamebureaus, leveranciers, klanten (klanten
hebben een bepaalde hoeveelheid aan relevante, visies, kennis en informatie die kan meegenomen
worden door organisaties om een betere product of een betere dienst te verlenen).
Voorbeeld:
Klantenservice: klanten-reviews, vb. Amazon, TripAdvisor, ...
Kennistransfer tussen bedrijven, vb. farma en ziekenhuizen
1.2 Managen met het oog op concurrentievoordeel
Hoe de concurrentie voor blijven? Door beter te presteren:
Succesfactoren voor maximale prestatie
Bedrijven kunnen door beter te presteren hun voorsprong
behouden ten aanzien van de concurrentie of een
concurrentie voordeel bereiken. Betere prestatie is mogelijk
door te gaan kijken naar de zes succesfactoren voor die
maximale prestatie. Maximale prestatie is dat je als
organisatie presteert met behulp van goede winstcijfers,
omzetcijfer, markaandeel, … zo kan je de prestatie ook
meten.
2
,Management
de zes succesfactoren die meegaan bepalen hoe die prestatie kan gemaximaliseerd worden in
een organisatie. Heel de management ligt aan de basis daaraan, daarvoor ga je managen, omdat je
concurrentievoordeel wilt bereiken. Managen met het oog op concurrentievoordeel
De beste managers en ondernemingen leveren prestatie op verschillende vlakken =>
waardecreatie. Door die verschillende factoren goed te ontwikkelen ga je waarden creëren,
waarden in de ogen van de klant is de belang of de satisfactie die gehecht worden door de klant
aan het product of dienst.
Indicatoren inzake prestatie (performance). Voorbeelden: omzet, winst, klantentevredenheid,
marktaandeel, …
1.2.1 Innovatie
Innovatie verwijst naar de ontwikkeling van nieuwe technologieën, productieprocessen, goederen,
diensten, communicatie- en leveringsystemen.
Vernieuwend blijven is belangrijk je moet rekening houden met de vraag van de consumenten,
omdat consumenten naar vernieuwing vragen en als ze zien dat bepaalde bedrijven daarop
inspelen, bedrijven die voor een bepaalde bedrijf een concurrent is, zal die bedrijf dan ook moeten
volgen en dus ook vernieuwen. Doet de bedrijf dat niet moet hij zich capituleren, het is dus
innoveren of capituleren, daarom is innovatie belangrijk.
1.2.2 Kwaliteit
Kwaliteit is in functie van de eigenschappen het product. Streefdoel: uitmuntendheid (excellence).
Kwaliteit kan gemeten worden via productprestaties, klantendienst, betrouwbaarheid, conformiteit
aan normen, duurzaamheid en esthetica.
Vroeger Vandaag
- Nadruk op aantrekkelijkheid, - Preventie (vermijden dat fouten zich
- Beperken van gebreken, voordoen)
- Lange-termijn betrouwbaarheid, - Nadruk op kwaliteit reeds in design-fase =
ervoor zorgen dat klanten zolang Total Quality Management => je gaat niet
mogelijk bij jou blijven. Klantenbinding alleen kwaliteit garanderen bij het
eindproduct, maar vanaf het begin, omdat
In combinatie met: die kwaliteitscontrole in het design-fase
Kwaliteitscontrole na voltooiing product, (het begin) mee bepalend zal zijn bij voor
vervolgens aanpakken van gebreken, en de kwaliteitsniveau bij het product en bij
later rechtzetten. de dienst.
- Continuous improvement (Kaizen, Japan):
Voortdurende verbetering producten en
processen
Hoe ga je het nastreven? Samenwerking,
betrokkenheid (ook van werknemers, je moet
iedereen betrekken zodat er bottem-up heel veel
interessante input word geleverd door
medewerkers), proactiviteit en creativiteit bij het
oplossen van problemen.
1.2.3 Dienstverlening en snelheid
Dienstverlening: het feit dat je aan je klanten kan aanbieden wat ze willen maar ook wanneer ze
het willen. Ook het uitbouwen van relaties op lange termijn en het bijdragen tot comfort en
beleving met betrekking tot het aanschaffen en gebruiken van het product.
Snelheid: snelle en tijdige uitvoering, responses (van zowel nieuwe producten) en levering.
1.2.4 Kosten
Kostencompetitiviteit (een factor die mee de succes van een onderneming gaat bepalen):
Elk bedrijf zal proberen de kosten te minimaliseren. Waarom is dat relevant?
- De kosten bepalen mee wat je winst is. Winstmaximalisatie.
3
, Management
- Aantrekkelijke prijzen t.a.v. klanten = competitiever => hoe lager de kosten zijn hoe
scherper je prijzen zijn. Soms ga je als organisatie de druk van de concurrentie voelen dat
echt die noodzaak is om die prijzen scherp te zetten, en scherpe prijzen betekent ook dat je
competitiever bent dat je een sterke concurrentiepositie hebt in de markt op vlak van
prijszetting.
1.2.5 Duurzaamheid
Duurzaamheid:
- Ecologisch vlak: een duurzame onderneming zal minimaal gebruik van vervuilende, niet-
hernieuwbare, niet-herbruikbare hulpbronnen (bv. energie, tussenproducten,…), maar van
recyclebare bronnen.
- Sociale vlak: De mate waarin bedrijven de sociale voorwaarden, de arbeidsvoorwaarden of
de tevredenheid van de werkvloer hoog op de agenda plaatsen is een teken van
duurzaamheid als deel van hun strategie
- Tijds horizon: Bedrijven die een duurzaamheidstrategie hebben kijken veel meer naar
lange-termijn visies. Ze willen geen quick wins, ze willen niet snel een kostenminimalisatie
nastreven door dan materialen aanschaffen die vervuilend zijn, maar materialen aan te
schaffen die minder vervuilend zijn en waarbij het iets langer duurt voor het gunstige
winstcijfer kan bereiken.
1.3 De vier functies van management
Management houdt o.a. in: het werken met mensen en hulpbronnen (zoals machines, grondstoffen,
gebouwen,…) om doelstellingen in een organisatie te bereiken op doeltreffende en efficiënte wijze.
Hoe?
Doeltreffendheid (effectiviteit): Mate waarin een organisatie de doelstellingen kan bereiken.
Een organisatie wilt bepaalde targets, zaken die het vooropstelt nastreven op een zo
doeltreffende en efficiënte mogelijke wijze gebeuren. De vraag stellen: heb ik mijn
doelstelling bereikt? Zo ja, dan kan me spreken van een hoge doeltreffendheid.
Efficiëntie Mate waarin je de doelstellingen kan bereiken met minimale inzet van middelen (=
geld, tijd, materialen, machines en mensen zo optimaal mogelijk inzetten). Met de vraag te
stellen of efficiëntie denken sociaal wenselijk is. Duurzame organisaties gaan efficiëntie
denken de sociale element meenemen en dan is het een kwestie om een goed evenwicht te
vinden tussen efficiëntie en het sociale aspect.
HOE kunnen we dit na streven? => De vier managementfuncties
De vier managementfuncties:
- Plannen: leveren van strategische waarde (=>
waarde van goed/dienst die men aan klant wil
leveren, bv. foutloze levering).
- Organiseren: creëren van een dynamische
organisatie, om zo die doelstellingen na te
streven.
- Leidinggeven: mobiliseren van mensen
- Controleren: monitoren of die product goed is
van kwaliteit, leren uit dat hele
productieproces en veranderen moeten
aangebracht worden
1.3.1 Dagelijkse uitoefening van de vier
managementfuncties
De vier functies worden verdeeld tussen verschillende managers en iedereen is meer bezig met zijn
functie dan de andere, maar de algemene manager moet wel een goed overzicht houden over al
deze functies binnen de organisatie.
4