1BA RECHTEN
SAMENVATTING:
BASISBEGRIPPE
N VAN HET
RECHT (DEEL
VAN GERD
VERSCHELDEN)
Azra Tok
2023-2024
,GERT VERSCHELDEN
Wat is “recht”?
Rechtstheorie
Algemene rechtsleer (gaat over het zijn (zijnsleer), over de functies van recht > een ontologische
vraag)
+ Rechtsvinding (etymologische kwestie, kennisleer > het gaat over hoe je het recht kunt kennen)
= Rechtstheorie
De rechtstheorie bestaat dus uit 2 componenten
Recht – centrale elementen
Een geheel van gedragsregelen…
Regels kunnen een verschillende dimensies hebben:
• Bevel of verbod, van verschillende intensiteit
Rechtsregels kunnen zeggen wat je moet doen en wat je niet moet doen
Rechtsregels zijn ook niet steeds op iedereen van toepassing vb. regels over het huwelijk zijn
enkel van toepassing op mensen die kiezen om te trouwen,…
• Dwingende of aanvullende regels (gradaties, het staat niet steeds vermeld)
Bij regels van aanvullend recht kan je afwijken maar dwingend recht niet
Regels die de openbare orde raken zijn zeker niet om van af te wijken (vb. regels inzake
ouderlijk gezag, afstammingsrecht)
- De afwijking zal zelfs een absolute nietigheid met zich meebrengen
… met een institutioneel en begripsmatig kader…
voor de formulering, toepassing en afdwinging van de gedragsregels
• we zien meer en meer dat er termen gedefinieerd worden in de wet zelf (begripsmatig
kader)
• rechtsregels zijn ook niet zomaar gedragsregels, maar er zit veel rond zoals een gerechtelijke
organisatie voor de formulering, toepassing en de afdwinging (institutioneel)
… opgelegd door de maatschappij…
Via wetgevende organen
• recht wordt gemaakt door de volksvertegenwoordigers, die door het volk verkozen zijn
tijdens de verkiezingen
• regels zijn het gevolg van een maatschappelijke gebeurtenis, recht gaat nooit voorop lopen:
maatschappelijke evoluties waarop laat maar zeker wordt ingespeeld (actie <> reactie)
• een rechtsstelsel die geldig is in een bepaalde maatschappij is dan ook de weerspiegeling van
die maatschappij
… met als doel: de ordening van de maatschappij
Zonder rechtsregels zou er anders wanorde zijn (basisidee, centraal thema van het recht)
De kwaliteit van deze ordening is afhankelijk van drie parameters:
Rechtszekerheid
,Op dit moment is dit absoluut niet het geval, de rechtszekerheid is zoek (levenslang leren is een taak
van elke jurist)
Juridisch-technische vereisten (in ons land is dit niet vervuld):
• Voorspelbaarheid (cf. het adagium Nemo censetur ignorare legem)
= ‘iedereen wordt geacht de wet te kennen’ > niet meer mogelijk vandaag
Er wordt gespecialiseerd want het recht is zodanig complex en onvoorspelbaar (er
bestaat zodanig veel recht, waardoor het ook zodanig snel verandert)
• De toegevoegde waarde van rechtsgeleerden wordt belangrijker, groter
naarmate regels, wetten steeds complexer worden
• Vastheid (ook niet het geval, het verandert vaak)
• Algemeenheid (een regel heeft altijd uitzonderingen die vaak de voorhand nemen)
• Onderlinge consistentie
Heel vaak wordt er een wet aangepast en zijn er dan technische fouten in andere
wetten omdat men vergeet om de aanpassing door te trekken naar bestaande regels
Rechtvaardigheid
is evolutief (plaats- en tijdgebonden), maar met een harde kern van immer te respecteren waarden
vb. vroeger: ‘het huwelijk is de hoeksteen van de samenleving’ > kinderen die binnen het huwelijk
werden geboren, erfden meer dan kinderen die buiten het huwelijk werden geboren
Toen was dit normaal, iedereen aanvaardde het want het huwelijk was de norm. Vandaag niet dus
wat rechtvaardig is in het recht evolueert
Doeltreffendheid
middelen aangepast aan de doelstellingen > de wetgever zou dus rekening moeten houden met de
doelen die hij wil realiseren bij het invoeren van bepaalde wetten
Dit vereist onderzoek maar kost veel geld etc dus de controle of de wetgeving doeltreffend is
(wetsevalutie), is er niet
• als de doelstellingen niet bereikt zouden worden, zouden de wetten bijgeschaafd moeten
worden
Rechtsregelen worden gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag
• uitvoerende macht (regering)
• rechterlijke macht (magistratuur)
Initiatief tot handhaving is verschillend in privaatrecht en publiekrecht
Handhaving= de regel moet afgedwongen worden
• Publiekrecht: de overheid staat in voor de handhaving, de staat schiet in gang als een regel
van publiekrecht wordt geschonden
• Privaatrecht: het initiatief tot handhaving ligt bij jezelf
(Continentaal) recht is dus:
Een geheel van gedragsregelen en ermee samenhangende institutionele voorschriften
uitgevaardigd en gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag, met het oog op een
rechtszekere, rechtvaardige en doeltreffende ordening van de maatschappij
, • Er bestaat dus een vrij grote eensgezindheid omtrent de functie en de inhoud van het begrip
recht in de landen van continentaal West-Europa. Een universeeel aanvaarde definitie van
het recht bestaat niet!
• Niet overal wordt het recht gezien als een geheel van rechtsregels! In sommige landen heerst
vaak het precedentenrecht, daar ligt er meer beslissingsbevoegdheid bij het kennen van de
precedenten (de geschreven regels hebben minder de aandacht)
• De jurist moet zich steeds afvragen wat de cliënt nodig heeft, wat hij juist wil in het proces.
Dit is niet altijd de correcte toepassing van de regel dat staat in de wet. De beste oplossing
voor een geschil is niet altijd een klassiek rechterlijk oordeel, er bestaat veel meer dan dat.
- Heel vaak is het een akkoord dat afwijkt van de strikte regels
- We moeten dus niet zozeer kenners en handhavers van het recht zijn, maar
aanvoelen wat onze cliënt nodig heeft (conflictoplossers)
- Het oordeel van de rechter zal niet altijd in het voordeel van de cliënt zijn, de
oplossing van het geschil kan ook een akkoord zijn waardoor er geen procedure
mogelijk is (alternatieve geschillen oplossingsmechanismen)
Basisbegrippen
“objectief recht” en “subjectieve rechten”
Het objectief recht= het geheel van rechtsregels die in een bepaalde maatschappij op een bepaald
ogenblik van toepassing zijn (verzamelterm)
De subjectieve rechten= door het recht bekrachtigde juridische aanspraken die rechtssubjecten
kunnen laten gelden ten aanzien van bepaalde zaken of bepaalde personen (meer beperkt)
“privaatrecht” en “publiekrecht”
Privaatrecht= regelt de rechtsverhouding tussen de burgers onderling (horizontale juridische
verhouding)
Publiekrecht= regelt de verhouding tussen de verschillende overheden onderling of de verhouding
tussen de overheid en de burger (verticale juridische onthouding)
“materieel recht” en “formeel recht”
Materieel recht= de materie, inhoud van een rechtsregel
Formeel recht= de handhaving van materieel recht (= procesrecht, handhavingsrecht)
Bronnen van Belgisch privaatrecht (art. 1.1 BW)
- oud BW en BW: de (her)codificatie is nog niet compleet
codificeren= regels in een wetboek gieten
- bijzondere wetten (ze zijn even geldig, maar zijn niet opgenomen in het BW)
- de gewoonte (niet hetzelfde als gebruik): bestendig gebruik dat zijn bindende kracht ontleent
aan de algemene overtuiging dat het geldingskracht moet hebben
- de algemene rechtsbeginselen (staan ook niet geschreven, ze volgen uit de rechtspraak > vb.
dwanguitvoering is niet toegelaten, het verbod van onrechtvaardige verrijking)
Vervaging van klassieke onderscheiden
• privaat / publiek