H0: Inleiding algemene psychologie
Psychologie als wetenschap
Studie van het bewustzijn
Deze studie is ontstaan uit?
➔ Uit filosofie.
Psychologie staat gelijk als?
➔ Zielkunde.
De eerste psychologen VS nu:
➔ Eerste psychologen: voortzetting van de zoektocht naar mysterie van de geest, het
bewustzijn | Nu: meer systematisch en objectief door gebruik van experimentele methode
die observatie en meting zou toelaten ➔ Wetenschap
Studie van het onbewuste
Welke analyses voerde Sigmund Freud (1856 – 1939) uit?
➔ Psycho-analyses.
Welk milieu?
➔ Aanvankelijk enkel klinisch milieu.
Uitgegroeid tot wat?
➔ Tot algemene visie met betrekking tot studieobject van de
psychologie.
Ontwerp van?
➔ Algemeen model over psychisch functioneren.
Zie video op ppt.
Studie van het onbewuste | Freud – structureel
model
ID: meest primitieve systeem, zetel van onze driften ->
streeft naar onmiddellijke bevrediging van aandriften
Superego: ontstaat vanuit realiteit; zetel van ons
„geweten‟, gevormd door eisen, verwachtingen vanuit
de onmiddellijke sociale omgeving (vooral regels
opgelegd door ouders)
EGO (of ik): ontstaat door botsing met eisen van de
realiteit; zetel van bewuste, gecontroleerde gedachten
en handelingen (ID >< SUPEREGO)
1
Consumer marketing
,Conscious:
➔ We zijn ons slechts van een klein deel van onze persoonlijkheid bewust.
o bv. Gedachten, percepties
Preconscious:
➔ Bevindt zich niet in ons actief bewustzijn, maar we kunnen het wel oproepen
o Bv. Herinneringen, geheugen
Unconscious:
➔ Het merendeel van wat ons drijft is begraven in het onbewuste en niet toegankelijk
o Bv. Angsten, (irrationele) wensen, egoïstische noden,…
Gedragswetenschap
Wat is gedragswetenschap?
➔ Observatie van waarneembaar gedrag.
Edward Thorndike (1874-1949): (3)
• Experimentele dierpsychologie
• Theorie over „trial-and-error‟ leren
• Stimulus – response connectie (enkel connectie met aangenaam gevolg wordt versterkt)
Law of effect?
➔ De basiswet voor elk leerproces . Wetmatigheid uitgebreid naar opvoeding en eerder
schools leren.
Operante conditionering:
= De puzzeldoos is het laboratoriumapparaat dat Edward L. Thorndike uitvond om katten te
bestuderen. Hongerige katten werden individueel in een doos geplaatst die geopend kon
worden via een apparaat zoals een grendel. Eenmaal buiten de doos, kregen de katten toegang
tot voedsel (een positieve bekrachtiger). Thorndike ontdekte dat het de katten steeds minder tijd
kostte om uit de doos te komen naarmate er meer trainingsproeven gegeven waren. Hij noemde
deze versterking van het openen van de vergrendeling het documenteren van de Wet van
Effect.
2
Consumer marketing
,Klassieke conditionering:
= Je gaat het eten en het belletje aan
elkaar linken. De hond ziet of ruikt eten
en hij gaat beginnen kwijlen
(automatisch proces). De hond gaat het
belletje niet meteen combineren met
het eten. Door steeds het geluid van het
belletje te koppelen als de hond eten
ruikt of ziet, gaat het leiden tot een
automatisch proces. Als de hond na een
bepaalde tijd het belletje hoort, gaat hij
dat linken aan het eten. Hij gaat ook
beginnen kwijlen ook al is er geen eten
aan verbonden, dit is puur omdat hij het belletje hoort.
Twee zaken aan elkaar koppelen en wordt automatische handeling
Het behaviorisme: (4)
• Ontstaan vanuit verzet tegen de bewustzijnspsychologie
• „Behavioristische manifest‟ (Watson, 1913): uitbouw van een zuivere S-R psychologie waarin
conditionering een sleutelbegrip is
• Watson geloofde dat uit een zeer beperkt aantal reflexen een complex arsenaal van
stimulus-respons associaties tot stand kan komen door conditionering
• Uitzonderlijke rol toegekend aan de leerervaringen in de uitbouw van een persoonlijkheid,
waarbij rol van de omgeving centraal staat (nature >< nurture)
Woodworth: (2)
• vond zuiver S-R standpunt onmogelijk voor de uitbouw van de psychologie
• Pleitte voor een S-O-R psychologie => O(rganisme) verwees naar alle interne variabelen
die een mediërende rol vervullen tussen S en R
Gestaltpsychologie (stroming): (2)
• Ook ontstaan vanuit verzet tegen de bewustzijnspsychologie.
• Centraal thema: Waarnemen is meer dan een samensmelting van enkelvoudige
gewaarwordingen:
het ‘geheel’ is meer dan een som van afzonderlijke delen.
De waarneming van een bepaald verschijnsel omvat méér dan wat fysisch aanwezig is:
door het subject dat waarneemt gebeurt er steeds een structurering, een organisatie.
Cognitieve wetenschap
‘leren’ als?
➔ Als gedragsverandering is het resultaat van een veranderende waarneming.
Beschrijving van het leerproces als?
➔ ‘problem-solving’.
Waarom veronderstelt elk gedrag cognitieve verwerking?
➔ Gedrag is immers een betekenisvolle reactie.
3
Consumer marketing
, Hoe verloopt de verwerking?
➔ Deels bewust, maar grotendeels automatisch.
In wat wil men inzicht krijgen in de cognitieve psychologie?
➔ In de processen die vanuit de input de output bepalen.
Automatische processen VS bewuste processen:
Automatisch Bewust
• verlopen parallel en onafhankelijk van elkaar • verlopen serieel
• zijn snel • zijn traag
• vergen geen bewustzijn van activerende • worden op bewuste wijze
stimuli gestuurd door interne en externe
• zijn niet vatbaar voor introspectie stimuli
• zijn niet afhankelijk van een bepaalde • zijn vatbaar voor introspectie
intentie en zijn oncontroleerbaar. • intentioneel bruikbaar en
controleerbaar.
Bewuste processen zijn het spiegelbeeld van automatische processen!
Synthese
Volgens Nuttin, 1981 zijn gedragingen?
➔ Gedragingen zijn betekenisvolle reacties op een situatie.
s → o → S → o → r ??
• s= fysische, chemische prikkels
• S= zinvolle situatie, betekenisvol object
• R= gedragsreactie
• O= psychofysiologisch organisme (mens, dier)
• Interpretatie, problem-solving
Domeinen in de psychologie
5 basisdisciplines
1. Functieleer
onderzoek naar de algemene processen die gedrag mogelijk maken en de onderlinge
samenhang van deze processen (waarneming, leerproces, geheugen, enz.)
2. Persoonlijkheidspsychologie
bestudeert het individu
3. Ontwikkelingspsychologie
bestudeert de ontwikkeling van het individu
4. Sociale psychologie
bestudeert sociale invloeden op het individueel functioneren en het individueel functioneren in
sociaal opzicht
5. Methodenleer
heeft betrekking op alle vorige
4
Consumer marketing