Oude Meesters
Les 1 3/10
Term komt voor het eerst voort tegen eind 16e eeuw, term ontstaat uit de kunsthandel,
verwijst naar persoon of werk
Verwijst naar het systeem dat eeuwenlang belangrijk was in Europa: het gildesysteem. Alle
ambachtslieden waren hiermee verbonden
Wie zijn opleiding had voltooid wordt meester
In late 17-18e eeuw wordt de term veel gebruikt in de opkomende kunsthandel
In de 16e eeuw waren ongelooflijk veel schilderijen, er was veel productie, de markt geraakt
verzadigd, er zijn vele 2e handsschilderijen op de markt. Er was een overaanbod aan
schilderijen --> de kunstproductie stort neer.
Praktisch:
Thematisch en chronologisch opgebouwd
We kijken naar context, waarom waren bepaalde dingen zo vernieuwend, in welke context
zien we bepaalde ontwikkelingen?
Wat kennen? De lessen + de verplichte leesstof --> museumbezoek ook verplicht
Paper 17 DECEMBER! 6/20
Mondeling examen 14/20
Museumopdracht:
Bezoek het Old Masters Museum in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in BXL
---> 1 werk kiezen dat je aanspreekt
1200-1800 woorden (exclusief voetnoten)
1) Bezoek individueel het Old Masters Museum in de Koninklijke Musea voor Schone
Kunsten te Brussel (of een ander Vlaams museum), kies één werk dat jou aanspreekt,
maak ter plaatse eerste aantekeningen (beschrijving) ; Oude meesters = 13e-17e
eeuw (dus niet David; Ingres,...maar mis niet de Nederlandse Gouden Eeuw:
https://www.fine-arts-
museum.be/nl/tentoonstellingen/hollandse-school)
2) Elk werk kan slechts één maal worden gekozen; kijk na of dit werk al door een andere
student is opgegeven op google docs formulier op Canvas
3) Het is niet toegestaan hetzelfde kunstobject voor de twee vakken te kiezen, o.a.
Materiaal
en techniek (Prof. Van de Pitte)
Museumopdracht in KMSKB (of ander Vlaams museum)
OPNIEUW KIJKEN
Historische context 1200-1700
1
,Periode van onrust, de reformatie, hervorming in de religie
Politieke context:
Europa in 1200 <---> Europa in 1700
2 krachten: centralisatie vs decentralisatie
politieke machtsverschuiving van de adel naar de steden
Italië:
Periode van machtsstrijd tijdens de periode van de italiaanse renaissance, veel oorlogen
maar tegelijkertijd enorme culturele bloei. Italie bestond uit politiek economisch
onafhankelijke machtsstaten die hun eigen culturele tradities ontwikkelen.
Lage landen:
Geschiedenis van de Bourgondiërs,
begint bij Philips de stoute, jongste zoon van de franse koning, hij werd door zijn vader
beloond met groot hertogdom van Bourgondië, verbindt zich met vlaanderen, ze breiden
hun gebeiden uit en hier ontstaan de contouren van Nederland en België
de bourgondische mannelijke lijn sterft uit maar Mario van Bourgondië heeft een zoon Filips
de schone, hier begint de Habsburgse lijn.
Karel V regeerde van 1506-1555, tijdens zijn bewind begint de reformatie
Zijn zoon Filips II speelt hier later een grote rol in, hij regeert vanaf de 2e helft van de 16e
eeuw, hier komt een opstand waardoor Noord en Zuid nederland splits en belgië en
Nederland wordt.
1566 is een belangrijk moment: in alle regios in de LL gingen mensen zich verzetten tegen de
vervolging van de protestanten. Dit is het jaar van de beeldenstorm, had grote betekenis in
de ontwikkeling van de kunst. Enorm veel kerkelijke werken zijn vernield.
1585 de val van Antwerpen
Nederland en Belgie gaan veel meer uit elkaar lopen qua cultuur
De republiek der zeven verenigde nederlanden, nederland wordt een republiek. Geregeerd
door regenten = economische, stedelijke adel
Hierdoor komt er politiek en economisch succes in Nederland,
Vele grote kunstenaars dateren van deze periode
2e helft 17e eeuw,
Groeiende macht van Frankrijk (louis 14)
--> grote impact op de rest van Europa
2
,Economie
Opkomst van succesvolle geurbaniseerde delen in Europa, vooral de steden in vlaanderen en
N-Italië
1400-1500 Internationale handel neemt enorm toe, heeft grote invloed op de kunst en
uitwisseling.
1500-1600:Periode van de globale handel neemt enorm toe
17e eeuw:
Succes van de steden lag in de ambachtslieden/ kunstenaars, alle mensen die producten
maakten in opdracht of vrije markt. Er komen kunstopdrachten vanuit de steden, maar kerk
en staat zijn nog steeds de grootste opdrachtgevers.
1400-1500: De steden blijven groeien, krijgen meer macht en worden belangrijke
handelscentra. De grote handelaars stichten ook handelshuizen in andere landen voor
uitwisseling.
--> Hierdoor ook artistieke uitwisseling en inovatie
Bv de medici die vlaamse werken overkoopt om in italie te hangen
1500-1600: deze verstedelijking zet zich op sneller tempo door, hierdoor groei van stedelijke
elite.
Ook een midde-klasse van kleine handelaars van lokale markten. Hier waren de
ambachtslieden en kunstenaars.
--> nieuwe markt voor kunst maar met andere eisen en andere smaak --> hierdoor
vernieuwing in de kunst, niet meer enkel voor kerk en staat --> bewustzijn van de
kunstenaars wakkert aan.
Verschil 15e eeuw en 16e eeuw --> men gaat zich specialiseren in bv genres, er ontstaan
nieuwe onderwerpen
Productie, handel en consumptie verandert, nu komen de midde-klasse die de kunstmarkt
gaan veranderen
De beurs van Antwerpen verkocht ook al schilderijen, voor vrije markt en niet meer in
opdracht.
Productie 16E eeuw
Specialisatie:
o Ontwikkeling van verschillende genres
o Nieuwe ateliers met vele mensen in dienst en bv 1 meester
o Bepaalde motieven en patronen worden opnieuw gebruikt, meerdere kopieën en
grote productie van schilderijen
o Grafiek (drukkunst) komt op, houtsnedes en gravures
= product en procesinnovatie!
Kunsthandel:
15e eeuw:
3
, Directe handel tussen kunstenaar en opdrachtgever blijft bestaan,
Ook de opdrachten blijven komen vanuit overheid
Kraampjes en tussenhandel bestaat ook wel
16e eeuw:
--> nieuw: tussenhandel en directe handel wordt veel groter
Kunsthandel wordt ook veel internationaler.
Consumptie:
16e eeuw:
Rol van de burgers wordt veel groter. Hierdoor ontstaan nieuwe onderwerpen en nieuwe
stijlen,
Burgerlijke organisaties worden rijker (de gilden).
17e eeuw: de opkomst van de Nederlandse Republiek:
De contrareformatie bepaalde het groot deel van de kunstproductie in belgie --> in
nederland van het vooral calvinisme
Voorlopers van de burgerlijke kunst! Hierdoor modernere dagelijkse onderwerpen/genres.
Hierdoor nog meer vrije markt
Periode na 1800: industriële revolutie
Economisch gezien is dit het belangrijkste in onze gesch, we zijn ongelooflijk rijk geworden
hierdoor. Wortels hiervan liggen in de vroegmoderne tijd
Rol van ambachtslieden en kunstenaars was enorm
religie
Probleem: christelijk verbod op kunst?
Ik snap het ni les opnieuw kijken
Reformatie & contrareformatie
Strijd is van groot belang voor de LL
Katholieke en calvinistische kerken
Veel verschillende substromingen binnen het protestantisme, ze waren niet perse tegen
religieuze onderwerpen maar wel tegen schilderijen van kerken.
Had religie een invloed op de ontwikkeling van de barok in de 17e eeuw?
Noord vs zuid, protestant vs katholiek? --> zijn oude tegenstellingen, we moeten dit
nuanceren
Intellectueel
o Mimesis: het Nabootsen van de werkelijkheid
o Een belangrijke intellectuele ontwikkeling was het humanisme en de renaissance,
1400-1600. Het herontdekken van de oudheid, zij wouden de oude teksten begrijpen
en vertalen. Een brede intellectuele beweging (kunst, literatuur, politiek en
wetenschap)
4