Dit is een samenvatting van het deel 'Jeugd(beschermings)recht' van het vak Jeugdcriminologie en jeugd(beschermings)recht, gedoceerd door professor Put. Het omvat naast de notities gemaakt tijdens de lessen ook aanvullingen uit de cursus.
1. Begrip
Jeugdbeschermingsrecht ‘sensu lato’: geheel van juridische regels die het welzijn en de ontplooiing
van jongeren beogen te bevorderen en te waarborgen
- burgerrechtelijk statuut
- welzijnsrecht
- sociaal recht
- onderwijs
- strafrechtelijke bescherming
Jeugdbeschermingsrecht sensu stricto:
« Het geheel van juridische regels betreffende de overheidsinterventie, d.m.v. specifieke instellingen
of voorzieningen, met het oog op bijstand aan jongeren wier welzijn of ontplooiing onvoldoende
wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de algemeen-maatschappelijke voorzieningen. »
- onderscheidt zich van algemeen jeugdrecht, door specifieke doelgroep of interventies:
betrekking op juridische organisatie vh gezin, statuut vd minderjarige en wettelijke
regeling van algemene maatschappelijke voorzieningen
- wanneer? Als ontwikkelings- of welzijnsnoden van minderjarigen gebaat zijn met
bijkomende specifieke interventies
Jeugdbeschermingswet 1965: jeugddelinquentie als een symptoom/veruitwendiging van een
onderliggende problematiek van sociale, psychologische of medische aard
- onderliggende problematiek veroorzaakt overheidsinterventie
- aanpak van jeugddelinquentie blijft onderscheiden vh strafrecht voor volwassenen
Twee soorten hulpverlening
- buitengerechtelijke/sociale/vrijwillige
op vrijwillige basis verleend door/
via jeugdhulporganen
- gerechtelijke/gedwongen
interventie waartoe wordt beslist
in een rechterlijke beslissing
zowel mogelijk in probleem-
situaties (gerecht. Jeugdhulp) als
wanneer minderjarigen een
strafbaar feit hebben gepleegd (jeugddelinquentierecht)
Twee (drie) doelgroepen
- VOS’sen (probleemsituaties)
- MOF’ers / jeugddelinquenten
- (geesteszieken)
Twee bevoegdheidsniveaus
- federaal (rood)
- gemeenschappen (geel)
na de zesde staatshervorming zijn er meer bevoegdheden naar gemeenschappen gegaan
1
, Jeugdbeschermings(recht) jeugdbeschermingsinterventies Interventies t.a.v. ouders
- jeugdhulprecht - jeugdhulpinterventies (VOS) - toezicht op gezinsbijlagen en
- jeugddelinquentierecht - antwoorden in geval van andere sociale uitkeringen
- administratief sanctierecht jeugddelinquentie (MOF) - ontzetting vh ouderlijk gezag
- beschermingsrecht voor - administratieve sancties
geesteszieke minderjarigen - beschermingsmaatregelen
- interventierecht t.a.v. ouders voor geesteszieke
minderjarigen
2. beginselen
2.1 jeugdbeschermingsrecht als recht sui generis
- Geen aparte rechtstak
- Onderdeel van publiekrecht
- Band met andere rechtstakken
Strafrecht (jeugddelinquentierecht = strafrecht voor minderjarigen)
strafrechtelijk misdrijfbegrip met eigen karakteristieken: MOF, VOS
art 62 Jeugdbeschermingswet (procedure voor de jeugdrechtsbank is
dezelfde als voor de strafrechtbank -> algemene strafrecht geldt indien er
geen afwijkende regeling bestaat)
algemene rechtsbeginselen (art 6-7 EVRM): apart systeem voor
minderjarigen die niet onder het strafrecht mogen vallen -> bepalingen die
van toepassing zijn in alle zaken van strafvervolging
Sociaal recht / welzijnsrecht
Verder: burgerlijk recht, procesrecht, mensenrechten …
- Agv band met strafrecht en sociaal/welzijnsrecht zijn basisopties van dit recht ontstaan:
Beschermen vd jongere in probleemsituaties
Beschermen vd maatschappij tegen delinquent gedrag van jongeren
- Functioneel rechtsgebied: domein staat in relatie tot verschillende rechtstakken
- Gevolgen en beperkingen ‘sui generis’-karakter
Typisch strafrechtelijke rechtsfiguren zijn in beginsel niet van toepassing
Verschil in procedureregeling voor de jeugd- en strafrechtbank is verantwoord
Zie ook GwH 11 februari 2021, nr. 22/2021
« Wegens de specifieke aard van de kwesties die in het kader van de rechtsbedeling ten aanzien van
minderjarigen moeten worden behandeld, moet die rechtsbedeling zich noodzakelijkerwijs
onderscheiden van het systeem van strafrechtspleging dat van toepassing is op volwassenen. [Dat]
mag evenwel niet ertoe leiden dat aan (minderjarigen), enkel op grond van het leeftijdscriterium,
fundamentele waarborgen worden ontnomen die door de Grondwet en door de internationale
verdragen die België binden worden toegekend bij een aantasting van de individuele vrijheid. »
- Sui generis-karakter mag niet te algemeen worden aanvaard: anders wordt elke
vergelijkbaarheid met andere rechtsdomeinen op voorhand uitgesloten
Procedureel verband tussen strafrecht en jeugddelinquentierecht: behoudens
afwijkingen in jeugdbeschermingsrecht, geldt het strafprocesrecht
Materieel verband tussen strafrecht en jeugddelinquentierecht: aanknopingspunt vh
jeugddelinquentierecht is het strafrechtelijk misdrijfbegrip (morele afwijking)
Principieel verband tussen strafrecht en jeugddelinquentierecht: aantal strafrechts-
beginselen vinden toepassing in jeugddelinquentierecht
- Eigenheid van materie rechtvaardigt maar een verschillende behandeling indien dat
verschil relevant is en in redelijk verband daarmee staat
Geen statistisch gegeven: rekening houden met internationale evoluties en feitelijke
toepassing van de wetgeving
2
, 2.2 respect voor de rechten van het kind
van rechtsobject naar rechtssubject
- later werden absolute rechten vd ouders ingeperkt en werd ten behoeve vd
minderjarige in bepaalde gevallen in een vorm van bescherming voorzien
MAAR nog steeds handelingsonbekwaamheid vd minderjarige als uitgangspunt
overheidsingrijpen betrof situaties waarin rechten vd minderjarige werden aangetast
bv. oorspronkelijke Jeugdbeschermingswet 1965
oorspronkelijke internationale verdragen mbt kinderrechten: beschermingsidee
- voorbeeld: van absolute vaderlijke macht naar doelgebonden ouderlijk gezag
indien ontplooiingskansen vd minderjarige niet voldoende kunnen worden
gewaarborgd of worden bedreigt door de ouderlijke gezagsuitoefening, heeft de
minderjarige recht op het optreden vd overheid (via jeugdbeschermingsorganen)
evolutie vh kindbeeld in de maatschappij: VN-Kinderrechtenverdrag in 1989
- Belgisch niveau: art 22bis GW (waarborging vh recht van elk kind op eerbiediging van
zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit)
Criterium van belang van de minderjarige = eerste overweging (art 3 Kinderrechtenverdrag)
- behoud van band met ouders én gezonde ontwikkeling in een veilige omgeving
- jongere participeert in besluitvorming betreffende zijn situatie
- criterium is vaag, evolutief en waardegebonden: invulling hangt af vd concrete
gegevens van elke situatie en vd persoon die bevoegd is om zich erover uit te spreken
algemeen-maatschappelijke invulling vh begrip zal meestal niet volledig sporen met
de concreet-individuele invulling door de betrokken minderjarige
- machtsgevoelig: wie beslist?
- Veronderstelt participatie en behoorlijke rechtswaarborgen
2.3Gezinsgerichtheid
- Gezin = « natuurlijke en fundamentele kern van de maatschappij »
- Gezin = « eerste verantwoordelijke voor opvoeding, ontwikkeling en welzijn vh kind »
- Hulpverlening: gericht op gezinsmilieu
Ook indien de probleemsituatie betrekking heeft op tekortkomingen in het gezins-
milieu, moet hulpverlening nog erop gericht zijn oplossingen te vinden in
samenwerking met en zo mogelijk behoud vd jongere in het gezinsmilieu
Voorkeur voor minst ingrijpende maatregelen
Gericht op behoud in / terugkeer naar het gezin
Niet te allen prijze : kind moet niet altijd in het gezin blijven, er kunnen maatregelen
genomen worden om kind en ouders te scheiden
- Betrekken ouders bij reactie op jeugddelinquentie
2.4 Subsidiariteit
Opvoedingsverantwoordelijkheid : ontplooiing vd jongere moet op 3 niveaus worden gewaarborgd
- ouders (& gewone leefomgeving: vrienden, buurt, familie…)
- overheid: algemeen-maatschappelijke voorzieningen (onderwijs…)
- bijzondere interventies in specifieke jeugdhulp
Voorrang voor vrijwillige (aanvaarde) > gerechtelijke hulpverlening
, - minst ingrijpende maatregelen voor kortst mogelijke duur (3)
jeugdbeschermingsmaatregelen mogen niet langer dan noodzakelijk duren en moeten op geregelde
tijdstippen worden geëvalueerd
gezinsgerichte werking: positieve staatsverplichting (art 8 EVRM)
subsidiariteit: negatieve staatsverplichting (principieel verbod van inmenging in privé- en gezinsleven)
2.5 differentiatie van de interventies
hervorming vd jeugdbijstand en -hulp: aandacht voor grotere diversiteit in hulpverleningsaanbod
- ‘Multifunctionele’ organisaties
- ‘Open’ categorieën in hulpverleningsvormen/reacties: begeleiding, behandeling,
opvoedend project, verblijf…
- Belang ‘individualisering’ en afstemming op hulpnood
- Problemen:
Beheersing aanbod
Kenbaarheid aanbod (hoe weet ik wat geschikt is?)
Soms afwezigheid van een duidelijk aanspreekpunt voor bepaalde problematieken
Plaatstekort en wachtlijsten
- Problemen vormden aanleiding evolutie te maken van een aparte sector van
‘bijzondere jeugdbijstand’ naar ‘integrale jeugdhulp’
2.6 essentieel hulpverlenend karakter
België internationaal bekend voor ‘beschermingsmodel’ (of hulpverleningsmodel)
- accent ligt op het verlenen van hulp en bijstand aan de jongere, gericht op behoud of
herstel vd maatschappelijke integratie en participatie
Evoluties
- Jeugdhulp: meer nadruk op eigen kracht, vermaatschappelijking en participatie
Jongere en ouders krijgen meer verantwoordelijkheden mbt slagen vd hulpverlening
- Jeugddelinquentie: meer nadruk op rechtswaarborgen, op positie slachtoffers en op
verantwoordelijkheid vd jongere
Nadruk op proceswaarborgen voor minderjarige: rechtspositie verbeteren
Geen sprake van vervanging ‘hulpverleningsmodel’ door ‘strafmodel’: sancties
dienen nog steeds constructief karakter te vertonen en er is ruimte voor alternatieve
afhandelingsvormen
Groeiende aandacht voor slachtoffers van delicten door jongeren gepleegd
(herstelgerichte benadering vd afhandeling van jeugddelicten)
Na 6de staatshervorming konden gemeenschappen eigen keuzes maken: vooral Vlaanderen lijkt over
te stappen van ‘beschermingsmodel’ naar ‘verantwoordelijkheidsmodel’
Criterium bevoegdheidsafbakening
3. Historiek
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tiachampagne. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.