Qualitative research for educational
sciences
dit jaar zullen we hoofdstukken... 1 (foundatonss - hoofdstuk 2 (prestudy taskss - hoofdstuk 3
(ethical studiess - hoofdstuk 4 (interviewings - hoofdstuk 5 (focus groupss - hoofdstuk 6
(partcipant observaton s - hoofdstuk 8 (themaatc analysiss - hoofdstuk 10 (discourse analysiss -
hoofdstuk 12 (narratve analysiss... als leerstof beschouwen
Hoofdstuk 1: Foundations of
qualitative research for education
Kwalitatef onderzoek voor educate heef vele vormaen en kan gedaan worden in vele setngs.
De terma kwalitatef onderzoek bestaat maaar sinds de late jaren 60. Het gaat oma
onderzoeksstrategieën die bepaalde eigenschappen delen.
De data zijn sof rijk aan beschrijvingen van maensen, plaatsen, conversates … en niet maakkelijk
oma in kaart te brengen maet statstsche procedures. Het is niet de bedoeling oma variabelen te
operatonaliseren, maaar oma onderwerpen in al hun comaplexiteit, in de context te onderzoeken.
We zoeken maensen in hun dagelijkse omageving.
Veel gebruikte technieken zijn partcipant-observate en diepte-interviews. Deze interviews
worden ook ongestructureerd en open-ended genoemad. De deelnemaer antwoorden vanuit hun
eigen referentekader. Vaak werkt maen maet kleine steekproeven.
Indien we slecht 1 persoon bevragen en een interpretate maaken van zijn/ haar leven life
history.
Kwalitatef onderzoek feldwork naturalistsch etnografsch, de termaen variëren tussen
gebruikers en over de tjd heen. Kwalitatef onderzoek bevat alle strategieën die wij kwalitatef
noemaen.
1. Karakteristieken van kwalitatief onderzoek
Kwalitatef onderzoek leren doen betekent afstappen van de sociale constructe van onderzoek
zoals die tevoorschijn komat in ons dagelijks taalgebruik andere woordenschat en maanieren
oma een onderzoeksproces te structureren.
5 kenmaerken van kwalitatef onderzoek
1. Naturalistsch: actuele setng als directe bron van data, onderzoeker als belangrijkste
instrumaent. De onderzoeker gaat naar een bepaalde plaats omadat ze interesse hebben in
de context. Ze proberen de historiciteit van insttutes waar ook zij aan deelnemaen, te
begrijpen. Ze nemaen aan dat maenselijk gedrag signifcant beïnvloed wordt door de
omageving waarin het voorkomat
1
, 2. Descripteve data: de data nemaen de vorma aan van woorden en beelden, eerder dan van
numamaers. De data wordt geanalyseerd in al zijn rijkdoma, zo dicht maogelijk bij de vorma
waarin ze verzamaeld zijn. Niets is toevallig of onbelangrijk, niet wordt als
vanzelfsprekend beschouwd, we gaan juist maee onderzoeken wat maensen als
vanzelfsprekend beschouwen.
3. Aandacht voor het proces: ook aandacht voor het proces en niet enkel voor de
uitkomasten en de producten. Hoe geven maensen betekenis, hoe worden bepaalde
termaen of labels gebruikt, wat maet de comamaon sense en de selfulflling prophecy?
4. Inductef: zoeken niet data of bewijs voor een bepaalde hypothese, maaar werken
bottoma-up. Er wordt een beeld gecreëerd dat vorma krijgt door de aparte onderdelen te
verzamaelen en onderzoeken. Dingen zijn open aan de top en maeer specifek beneden.
5. Betekenis: hoe geven maensen hun leven zin? Kijken naar de perspecteven van
partcipanten.
Kwalitatever onderzoekers proberen perspecteven zo accuraat maogelijk te vatten. Ze
controleren hun eigen interpretates maet die van de deelnemaers.
Ontdekken wat ze ervaren, hoe ze die ervaringen interpreteren en hoe ze zelf de sociale wereld
waarin ze functoneren vorma geven.
2. Tradities van kwalitatief onderzoek
De geschiedenis van kwalitatef onderzoek in educate kent disciplinaire, contnentale,
ideologische en politeke invloeden.
2.1 Disciplinaire tradities
Antropologen en sociologen verzamaelen data in het veld en proberen te begrijpen hoe
bepaalden maensen zin geven in hun wereld.
Malinowski was de eerste culturele antropoloog die observeerde vanuit de ‘natvees point of
viewe, hij zei dat een theorie over cultuur ingebed maoet zitten in maenselijke ervaringen,
gebaseerd op observates. Zijn maethode ontwikkelde per ongelijk toen hij in New Guinea
aankwama maet een beperkt budget en WO I uitbrak, maoest hij in Australië blijven.
Het eerste gebruik van antropologie in Amaerikaanse educate was door Margaret Mead. Ze
bestudeerde veranderende contexten in de socialisate en het opgroeien van studenten oma
betere leerkrachten te vormaen. Bron voor het maodel dat we nu kennen als de Chicago Sociology.
2.2 Chicago Sociology
Dit was een groep van sociologen die enorma hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van de
kwalitateve maethode. Ze hadden een paar gemaeenschappelijke theoretsche en
maethodologische assumaptes. Theoretsch: ze zien symabolen en persoonlijkheden ontstaat uit
sociale interacte. Methodologisch: studie van 1 bepaalde casus.
Ze steunden op data uit de eerste hand en zochten naar technieken oma die elemaenten te
onderzoeken die niet standaard waren voor emapirische onderzoek in de traditonele zin.
2
,Ze benadrukten ook het stadsleven en onderzochten telkens maet het idee van de gemaeenschap
als geheel in gedachten de wetenschappelijke maozaïek. Ze waren geïnteresseerd in het
dagelijkse leven en het bestuderen van etniciteit.
De nadruk op de overlap van sociale context en biografe is de basis voor de huidige
beschrijvingen van kwalitatef onderzoek als holistsch.
Ze geven stema aan de maensen die gemaarginaliseerd worden en wijzen op het belang van de
wereld te zijn vanuit het perspectef van de maensen waarnaar zelden geluisterd wordt.
Ze benadrukken de sociale en interactonele natuur van de realiteit: alle maeningen, publiek of
privaat, zijn een sociaal product, daaroma is het belangrijk de maenselijke dimaensie te
onderzoeken.
2.3 De sociologie van educatie
Sociologie van educate voor kwanttatef, behalve het werk van Willard Waller ‘ Sociology of
teachinge. Hij probeert het web van sociale interactes te vatten, de school als sociale wereld en
inzicht in de sociale realiteiten van het schoolleven.
De defnite van een situate is een interactef concept, maensen onderzoeken en defniëren
situates voor ze erin gaan handelen. Het zijn deze defnites die situates echt maaken voor ons.
2.4 Europese connecties en the social survey movement
Er kwamaen kwalitateve benaderingen oma het leven van maensen te begrijpen
- LePlay: werkende gezinnen bestuderen via partcipant observates
- Mayhew: werkenden en werklozen in Londen
- Booth: hoeveel armaen zijn er in Londen en welke levenscondites hebben zij?
Gedetailleerde beschrijving omadat hij daar was gaan leven
- Webb: lijden van de armaen en sociale insttutes. Individuen maaken maensen
- Du Bois: eerste sociale onderzoek in US: the Philadelphia Negro
- Pittsburgh Survey: er was veel kritek op het niet hebben van statstsche onderbouw
reflecteert die een zorg over de wetenschappelijke maethode of over de inhoud? Deze
studie zorgt ervoor dat ze statstek comabineren maet interviews, portretten en fotoes.
Al deze maensen werken vanuit verschillende standpunten en maet een variëteit van sociale
bezorgdheden. Somamaige waren academaici, maaar anderen actvisten of sociale hervormaers. Hun
werk heef bijgedragen in het maee in rekening nemaen van perspecteven of stemamaen van
diegenen die traditoneel ondergerepresenteerd in de dialoog.
2.5 Ideologische en politieke praktijken
Ideologisch: het doen van kwalitatef onderzoek reflecteert bepaalde relates over hoe maacht
verdeeld is in de maaatschappij. Wie wordt bestudeerd? Wie bestudeerd? Welke
onderzoeksprojecten ontvangen subsidies? Wat krijgt sociale interesse?
Kwalitatef onderzoek heef de kracht oma comaplexiteiten en sociale conflicten te beschrijven.
Transgressieve maogelijkheden van kwalitatef onderzoek: bijdrage van kwalitateve maethodes tot
demaocrate en rechtvaardigheid.
3
, 2.6 Ideologieën en sociale verandering
De crisis in de VS zorgde voor overwelmaende en zichtbare problemaen. Veel biografeën en
levensverhalen zijn de voorlopers van wat we nu ‘oral historye noemaen vb. de geschiedenis van
de slavernij, interviews, brieven.
Documaentaire fotoes onderzochten de dimaensies van lijden van achtergestelde Amaerikaanse
maensen. De fotografen presenteren de perspecteven van de gefotografeerden en ontwikkelden
hun interviewmaethodes.
1960: natonale focus op educateve problemaen. federale programamaaes erkenden hoe weinig ze
echt wisten over verschillende groepen van kinderen en gaven subsidies voor onderzoek,
gelabeld etnografsche maethodes.
Kwalitatef onderzoek won aan populariteit door hun erkenning van de perspecteven en de
maachtelozen en de uitgeslotenen. De daagt de hiërarchie van credibility uit: het idee dat de
maeningen van degenen maet maacht, belangrijker zijn dan die van de degenen zonder maacht.
De hernieuwde interesse voor kwalitateve maethodes zorgde voor een nood aan maeer ervaren
maentors en dit zorgt voor maethodologische groei en ontwikkeling.
2.7 Politiek en theorie in de academische wereld
De academaische disciplines van sociologie en antropologie waren in transite. Minder niet-
westerse gemaeenschappen wouden toegang geven voor onderzoek, en er waren mainder
subsidies daarvoor. onderzoeken van stedelijke gebieden en hun eigen cultuur.
1960: Veld van de sociologie: van de structureel-functonalistsche theorie naar fenomaenologie:
etnomaethodologie. De interesse voor kwalitatef onderzoek werd versterkt door de publicate
van boeken over theorie en maethodes
1970: ideologische conflicten over de stjl en oriëntate van kwalitateve maethodes
- Spanning tussen coöperatef en conflictuele benaderingen.
o Veldwerkers zo waarheidsgetrouw maogelijk, maensen zullen toegang krijgen tot
onderzoeksplaatsen, Chicago school
o Mensen veranderen hun gedrag, niet de waarheid vertellen over aard van
onderzoeker
- Attude van de onderzoeker naar de subjecten
o Chicago School: emapathie, begrip voor degene die maen bestudeerd,
maenselijkheid en logica, identfceren maet subjecten
o De sociologie van alles is ridicuul, etnomaethodologisten: dagelijkse rituelen,
gevoelens niet in rekening brengen vb. construct van doing gender
Andere ideologische standpunten zijn bijvoorbeeld: femainismae, postmaodernismae, critcal race
theory (CRTs en de critcal theory. Deze hebben allemaaal een bepaalde invloed.
Femainismae heef een invloed gehad op welke subjecten bestudeerd worden, gender werd een
centraal onderwerp. Vb. in educate de ervaringen van maeisjes in de maiddenschool. Emaote en
gevoelens als onderwerp voor onderzoek. Ook een invloed op maethodologische vragen: maacht in
relate tussen partcipant en onderzoeker + politeke imaplicate van onderzoek
Postmaodernismae: post historische tjd die verschilt van het maodernismae + niet maeer geloven in
ideeën van het maodernismae. Niet maensen als ratonele wezens, consistent en coherent waarvan
4