Emotionele moeilijkheden bij kinderen &
jongeren
= Depressie
= kinderen hebben onvermogen om plezier te ervaren en er is een vermindering van
interesse en motivatie. negatieve gevoelens = zoals neerslachtigheid, lusteloosheid,
gevoelens van waardeloosheid, prikkelbaarheid (hoe ouder hoe meer kans (2-5%))
Stemming & affect
Effect of gevoel = gebonden aan het moment (KT)
Verbonden met concrete gebeurtenis, situatie, voorval
Stemming = onderliggende sfeer (LT)
Niet gekoppeld aan bepaalde gebeurtenis
Minder zichtbaar, minder makkelijk te observeren
Depressie als ziektebeeld
Bij kinderen veel leuke momenten waardoor depressieve gedachten moeilijk te zien zijn, ook
helemaal anders al bij volwassenen
Klinische criteria
DSM 5:
Ten minste 2w blijvende, veralgemeende verandering in de stemming
Er sprake is van depressieve gevoelens of irritatie, verlies van interesse en plezier
Symptomen: significante veranderingen in het eetpatroon, gewichtsverlies of
gewichtstoename, slapeloosheid/hypersomnia, dagelijks optredende psychomotore
agitatie/remmingen, klachten over vermoeidheid en verlies van energie, gevoelens
van waardeloosheid of overdreven irreële schuldgevoelens, verminderd denk- of
concentratievermogen of besluiteloosheid, steeds terugkerende suïcidegedachten
en/of suïcidepoginge
Primaire tekens
affectieve symptomen (ik voel me verdrietig)
cognitieve symptomen (ik weet dat ik, mijn omgeving, mijn toekomst niks waard zijn)
motivationele symptomen (ik heb nergens zin in, waarom…)
=> Moeilijk te bevragen bij kinderen aangezien dit boven hun denkniveau is bv. voel je je
slecht? NEE want geen buikpijn, terwijl ze zich emotioneel wel slecht voelen
Secundaire tekens
lichamelijke tekens
1
, gedragsproblemen
gevolgen voor werk, familie, sociale context,…
Bij kinderen:
veel minder zichtbaar dan bij volwassenen
vermogen om gevoelens te (h)erkennen is nog volop in ontwikkeling
taal die nodig is om gevoelens uit te drukken = nog (te) beperkt
gevoelens nemen vaak uiterlijk de overhand, waardoor een kind zich nog lijkt te
kunnen amuseren
gedrag vaak ingezet als boodschapper MAAR vaak slecht ‘gelezen’, waardoor
boodschap over het hoofd wordt gezien & moeilijke gedrag alleen maar toeneemt…
Driefactorenmodel:
NA = negatieve affectiviteit
= Mate waarin iemand een aversief gevoel ervaart, zoals zenuwachtigheid, schuld, verdriet,
walging (affectiviteit die je voelt bij negatieve gebeurtenissen)
Wijze waarop je spontaan reageert op negatieve gebeurtenissen: je temperament. Je
eigen aard die bepaalt hoe je spontaan, vanzelf, omgaat met negatieve voorvallen.
Ben je eerder negatief ingesteld of eerder positief ingesteld zal bepalen hoe je een
negatieve gebeurtenis spontaan zal bepalen.
o De neiging om dingen snel negatief te gaan zien (HOOG) = factor die kind snel
naar een depressie zal doen ontwikkelen, als er zich iets negatief voordoet.
o Ook bij angstproblematiek = hoge NA
Positieve affectiviteit (PA):
= Mate waarin iemand een positieve stemming ervaart bv. enthousiasme, verheugdheid,
alertheid
Wijze waarop je spontaan reageert op positieve gebeurtenissen.
o Hoge PA = je zal positieve gebeurtenissen snel als écht aangenaam en positief
ervaren: ook een deel van je temperament
o Lage PA = erg moeilijk tevreden te stellen en zelfs in positieve situaties
moeilijktot positieve gevoelens te bewegen zijn. Leggen de lat erg hoog en
vinden pas dat als iets zéér leuk is het ook wel goed is, als positief ervaren
mag worden. (typerend voor kinderen met een depressie
2