Geschiedenis toets Tweede Wereldoorlog (6.2 t/m 6.5) Feniks – 3 havo
6.2 Fascisme en nationaalsocialisme
Hoofdvraag: Hoe kregen de totalitaire ideologieën fascisme en nationaalsocialisme vorm
in Italië en Duitsland?
ITALIE:
Waarom was er onvrede in Italië? Italië was 1 van de overwinnaars na WO1, maar kregen
weinig gebiedsuitbreiding. Ook economisch ging het niet goed.
Gevolgen ->
1. communisten gingen staken en demonstreren, wilde revolutie
2. zwarthemden (= oud-WO1 strijders, ze droegen zwarte overhemden) waren tegen
communisten, wilden: 1 sterke man -> Mussolini).
Fascistische Partij: partij van zwarthemden o.l.v. Benito Mussolini (opgericht ’21)
1922: machtsovername (staatsgreep) door Mussolini. Vanaf dat moment werd het fascisme
een ideologie (= allerlei ideeën en standpunten samen).
fascisme = ideologie die bestaat uit:
1. hevig nationalisme (Italië is het grootst, Italiaans volk en cultuur het allerbeste)
2. militarisme (‘vechten maakt een volk harder’)
3. geloof en vertrouwen in 1 sterke leider (‘Il Duce’, de leider = Mussolini)
dit leidde tot een totalitaire samenleving =
Staatsvorm waarbij de overheid er in alle lagen van de samenleving is. Niet alleen op politiek
niveau hebben ze de macht, maar ze willen ook de macht over persoonlijke levens van
mensen. Burgers moeten doen wat de overheid wil. Ze worden gehersenspoeld
(indoctrinatie) totdat ze de ideologie helemaal accepteren en volgen.
Tegenstanders werden gevangen genomen of vermoord. Er was geen democratie, geen
vrijheid van meningsuiting en er was een strenge censuur (overheid controleert alle
informatie in media).
DUITSLAND:
Waarom was er onvrede in Duitsland? Duitsland had WO1 verloren, veel frustratie/woede,
mensen waren het niet eens met het Verdrag van Versailles. Wat hield dit ook al weer in?
Leger mag maar uit 100.000 soldaten bestaan, vloot en luchtmacht overdragen aan
geallieerden, Duitsland mag in het Rijnland geen soldaten meer hebben, Duitsland moet 132
miljard goudmark aan herstelbetalingen doen, Elzas-Lotharingen terug naar Frankrijk, België,
Denemarken en Polen kregen delen van het Duitse grondgebied en geallieerden verdeelden
onderling de Duitse koloniën.
1
, Adolf Hitler was frontsoldaat in WO1, was verbitterd. Vond democratische regering van de
Republiek van Weimar maar niks. Er moest 1 sterke leider komen om Duitsland te redden.
1923: poging tot staatsgreep Hitler in München -> mislukte -> Hitler kreeg 5 jaar cel, maar
zat maar 1 jaar in een luxe gevangenis. De Duitse elite en oude machthebbers stonden
achter hem.
Mein Kampf (Mijn strijd) -> boek dat Hitler schreef in de cel met zijn ideologie.
Nationaal socialisme / nazi’s = Hitlers ideologie:
1. rassenleer*
• Germaans ras = superieur (Noord/West Europeanen)
• Slavisch ras (Oost-Europeanen), mogen geen ‘Lebensraum’
• Tegen het Joodse volk, moeten uitgeroeid (want: wilden rijkdom en macht)
Lebensraum – levensruimte: voor Germaans ras essentieel om te overleven. Zonder
levensruimte geen landbouwgrond, brandstof en woonruimte.
2. hevig nationalisme (Duitsland is alles)
3. militarisme
4. geloof en vertrouwen in 1 sterke leider (Hitler)
via: massabijeenkomsten en massamedia (media die groot publiek konden bereiken)
Waarin verschilden Hitler (het nationaal socialisme) en Mussolini (fascisme)? Hitlers
nationaal socialisme had 1 extra element: racisme.
racisme = woorden en daden die voortkomen uit het idee dat mensen zijn onder te verdelen
in rassen, die ongelijkwaardig zijn aan elkaar.
*rassenleer = opvatting dat mensen zijn onder te verdelen in rassen die ongelijkwaardig zijn
1933: Hitler aan de macht
Leerdoel: wat zijn de eigenschappen van het nationaalsocialisme en fascisme?
6.3 De wereld brandt
Hoe ontstond WO2 en hoe verliep deze?
SITUATIE IN EUROPA
1933 – Hitler aan de macht. Hij verbreekt het Verdrag van Versailles. Hoe dan?
1. ’33: hij voert een herbewapeningsprogramma in
2. ’35: hij voert de algemene dienstplicht in (DLD krijgt een miljoenenleger)
(’35: Vriendschapsverdrag met Italië, Mussolini)
3. ’36: hij bezet toch het Rijnland
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hanieuw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.