Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
Resume
Samenvatting Vennootschappen en rechtspersonen (RGBUPRV006) tussentoets (week 1 & 2)
8 vues 0 fois vendu
Cours
Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Contractuele samenwerkingsvormen in beroep en bedrijf
Een volledige samenvatting van alle stof die is behandeld in de eerste twee weken van het vak Vennootschappen en rechtspersonen (RGBUPRV006). Alle jurisprudentie, hoorcolleges, werkcolleges en literatuur in 1 document! Alles wat je nodig hebt om je goed voor te bereiden op de tussentoets.
De eerste 2 weken van deze cursus gaan over personenvennootschappen. De rest van de weken gaan over
rechtspersonen. Maak hier een goed onderscheid in en haal deze niet door elkaar!
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
Eenmanszaak: 1 persoon is de onderneming, heeft geen juridische betekenis, privé-vermogen =
zakelijk vermogen
Personenvennootschap: = contractueel verband, de onderneming is gebonden aan de maten, is niet
iets zelfstandig en heeft geen rechtspersoonlijkheid, wel procesbevoegd en een afgescheiden
vermogen en kan failliet gaan.
Privaatrechtelijke rechtspersonen (week 3 t/m 7 van de cursus)
Week 1
Er zijn 3 soorten personenvennootschappen:
Maatschap: art. 7A:1655 BW, is de basisvorm van de personenvennootschap
Vennootschap onder firma (VOF): art. 16 WvK jo. art. 7A:1655 BW, is een speciale vorm van de
maatschap
Commanditaire vennootschap (CV): art. 19 WvK (jo. art. 16 WvK), is een speciale vorm van de VOF
Het verschil tussen de maatschap en de vennootschap onder firma is het feit dat er onderscheid wordt
gemaakt tussen beroep en bedrijf. Dit is een historisch en verouderd concept. Advocaten, architecten,
artsen, notarissen zijn beroepen. Een loodgieters is altijd een bedrijf. Dit komt van de veronderstelling dat
advocaten hun werk deden voor de eer en niet voor de winst.
Als er sprake is van een beroep, is het een maatschap. Als er sprake is van een bedrijf, is het een
vennootschap onder firma (of commanditaire vennootschap).
De maatschap, vereisten uit art. 7A:1655 BW jo. arrest Dierenartsenpraktijk
Overeenkomst: je hoeft niet in te gaan op wat voor soort of de artikelen uit boek 6 BW
Inbreng door ieder van de vennoten: Geld, goederen, genot van goederen of arbeid (art. 7A:1662
BW), maar ook goodwill, know how
Oogmerk tot voordeel
Samenwerking: op basis van gelijkheid en gelijkwaardigheid, er mag geen hiërarchie tussen de
maten zijn (arrest Dierenartsenpraktijk). Er hoeft voor samenwerking geen sprake te zijn van gelijke
inbreng.
Door de inbreng ontstaat er een gemeenschap (denk aan het goederenrecht). Het zorgt ervoor dat de maten
een afgescheiden vermogen en een privévermogen hebben.
Wanneer een maatschap opereert onder een naar buiten toe gezamenlijke naam, is er sprake van een
openbare maatschap.
Wanneer een maatschap niet onder een gezamenlijke naam naar buiten toe optreedt, is er sprake van een
stille maatschap.
De vennootschap onder firma, vereisten, art. 16 WvK
Maatschap: art. 7A:1655 BW
Bedrijf
Gemeenschappelijke naam
, De commanditaire vennootschap: art. 19 WvK
Vennootschap onder firma: art. 16 WvK
Geldschieter: commanditaire of stille vennoot. Persoon die wel iets inbrengt, verder geen invloed
heeft op de bedrijfsvoering.
Als er bij een opdracht sprake is van een maatschap, is het handig om te noemen dat het dus geen VOF of CV
is.
De regels omtrent personenvennootschappen zijn regelend recht. Daarbij komt dat als er voor de VOF en/of
de CV geen specifieke regels zijn, de regels voor de maatschap van toepassing zijn (art. 1 en 15 WvK). (Noem
dit ook in je antwoorden, als dit van toepassing is).
Intern:
Handelingsbevoegdheid
Bij de maatschap zijn alle maten bevoegd tot handelingen betreffende beheer (art. 7A:1673 BW), tenzij…
(art. 7A:1676 BW)
De maten hebben vetorecht tegen de beheren door een maat (art. 7A:1676 sub 1 BW)
Als anders is afgesproken (in de overeenkomst van de personenvennootschap)
Het onderscheid tussen beschikken en beheren is hetzelfde als bij de gemeenschap is behandeld in de cursus
Goederenrecht B2B2. Beheren zijn dagelijks voorkomende, gebruikelijke handelingen verrichten voor
rekening van de vennootschap. Voor beschikkingshandelingen moet er altijd toestemming zijn van alle
vennoten.
Verrekening
Als een vennoot voor rekening van de personenvennootschap handelt, doet hij dit op eigen naam en is dan
geen vertegenwoordiger. Hij is dan aansprakelijk voor het gehele bedrag dat hij verschuldigd is aan de derde.
Deze derde weet dan ook niet (expliciet) van het bestaan van de maatschap af.
De vennoot kan wel de kosten later verrekenen met de personenvennootschap, mits er sprake is van een
handeling van beheer die voldoet aan art. 7A:1676 BW. Als er sprake is van een beschikkingshandeling, moet
de vennoot eerst toestemming hebben van de andere maten voor de handeling, om hem na de handeling te
kunnen verrekenen.
Als de vennoot het bedrag mag verrekenen, kan hij dit op 2 manieren doen:
Het gehele bedrag uit het afgescheiden vermogen van de personenvennootschap halen
De overige vennoten voor hun deel vragen (bij 2 maten, vraagt dus de ene maat de helft van het
verschuldigde bedrag van de andere maat)
Winstverdeling:
De hoofdregel is, art. 7A:1670 lid 1 BW, de winst wordt naar inbreng verdeeld. Wanneer maten allemaal
alleen arbeid inbrengen, is de regel dat iedereen een gelijk deel van de winst krijgt (omdat de rechter geen
geldbedrag aan arbeid wil koppelen).
De uitzondering, uit art. 7A:1670 BW lid 2 BW, is dat iemand die als enige alleen arbeid inbrengt gelijk wordt
gesteld aan de persoon die het minst heeft ingebracht qua winstverdeling.
Extern:
Bij de verhouding tussen de personenvennootschap en een derde, zijn er drie stappen die je moet zetten:
1. Is de personenvennootschap gebonden?
a. Vertegenwoordiging
b. Anders
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SPlaisier3. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.