Ethisch en duurzaam ondernemen
1. Waarden en normen
8 begrippen
1 Waarden Waarden zijn het meest fundamenteel. Ze zijn echter weinig concreet en
worden vaak in 1 woord omschreven. Vb.: vrijheid, gelijkheid,
rechtvaardigheid, solidariteit, respect, privacy en tolerantie.
2 Normen Normen ontstaan uit waarden en zijn meer concreet en tastbaar. Het zijn
concrete regels waar je een ander (of jezelf) op kunt afrekenen.
Voorbeelden van waarden → normen:
Veiligheid → je moet je houden aan de maximumsnelheid op de
weg
Privacy → je moet afstand houden op uw voorganger (vb. in een
bank)
Trouw → niet vreemdgaan, transparant communiceren
Waarden zijn redelijk uniform en hebben een breed draagvlak, maar de
bijhorende normen zijn soms verschillend. Dit zorgt voor een conflict.
Voorbeeld:
Respect → geen geweld gebruiken recht op zelfverdediging
Norm- Op de werkvloer: ouderschapsverlof, me too, lijsten van verkiezingen
verschuivingen (man-vrouw-man-vrouw), percentage vrouwelijke leden van RvB etc.
Hoe beter bedrijven hierin meegaan, hoe succesvoller ze zullen zijn
in de toekomst.
M.b.t. dieren: bont, testen op dieren, legbatterijen etc.
Geïnternaliseerde Vb. tandenpoetsen, iemand gedag zeggen (m.a.w. de meest kleine
normen gedragingen)
3 Moraal Moraal is het samenhangend geheel van opvattingen dat door een
persoon of groep personen als leidraad gehanteerd wordt om als mens
goed (samen) te leven of juist te handelen. Moraal gaat dus om het
effectief uitvoeren van gedrag.
Volgens Weber is de moraal een verzameling van waarden en normen op
een bepaald moment en op een bepaalde plaats. De moraal is dus geen
vaststaand gegeven, maar tijd- en plaatsafhankelijk.
4 Ethiek Ethiek is de studie van het juist handelen, terwijl moraal gaat over het juist
handelen op zichzelf.
5 Wet De vertaling van waarden en normen.
Vb. veiligheid (waarde) → maximumsnelheid (norm) →
verkeerswetgeving (wet)
6 Cultuur Cultuur = omgevingen die waarden en normen hebben die met elkaar
1
, verband houden, gelijkaardige ijsbergen (zie volgende slide)
Bij reizen bots je op andere culturen, andere ijsbergen ->
misverstanden, grappige zaken etc.
7 Religie Premoderne samenleving:
Waarden en normen zijn sterk verbonden met religieuze structuren (vb.
de 10 geboden). Er was geen plaats voor persoonlijke waarden en
normen: als je hier niet mee akkoord ging, was je een ketter. Het
vernieuwen van waarden en normen ging gepaard met het ontstaan van
nieuwe religies.
Moderne samenleving:
We verliezen de religie niet, maar er ontstaat een intellectuele elite (denk
aan Kant en Voltaire) die de bron van waarden en normen niet bij God
legt. De bron van waarden en normen zit voortaan in het denken van
mensen (ratio). We kunnen zelf overeenkomen dat een bepaalde lijst van
regels gerespecteerd moeten worden.
Postmoderne samenleving:
Religie is een persoonlijke keuze en elk individu is de bron van waarden en
normen. Waarden en normen worden veel meer in vraag gesteld en
verschuiven bijgevolg veel gemakkelijker. En die verschuivingen gaan veel
sneller dan vroeger.
8 Technologie Technologie brengt de maatschappij in beweging zodat waarden en
normen aangepast moeten worden. Enkele voorbeelden:
Introductie van de pil → hoe gaan we om met seksualiteit?
Verlengde levensduur, eventueel met een verlaagde
levenskwaliteit →hoe gaan we om met de dood en euthanasie?
Camera’s → Privacy?
Ijsberg
De ijsberg stelt het socialisatieproces voor: mensen leren van kinds af aan zich op een bepaalde
manier te gedragen; duizenden waarden en normen worden geïnternaliseerd in gedrag. M.a.w.
opvoeden = het bouwen van de ijsberg.
Meer dan 90% van de geïnternaliseerde normen, die ons gedrag bepalen,
liggen onder het water. Hierover denk je niet na. Hier speelt ‘fast thinking’.
Over het gedeelte boven het water denken we wel over na. Hier speelt ‘slow thinking’.
We denken expliciet en/of rationeel na over wat we doen.
Ethische inzichten opbouwen is eigenlijk waarden en normen naar boven
brengen.
Een cultuur met snel bewegende waarden en normen (en dus met een verschuivende ijsberg),
maakt het leven complex. Je gaat meer zaken wettelijk formuleren omdat de ijsbergen zodanig
kunnen verschillen.
2
,Invloed van waardenverschuivingen op interactie met
stakeholders
Wanneer waarden en normen verschuiven, kan dit een impact hebben op een onderneming.
Een bedrijf kan dit verhelpen op twee manieren:
1) De bedrijfsethische revolutie
Het expliciteren en controlen van interne waarden en normen m.a.w. bedrijven bouwen meer en
meer een zichtbare ijsberg op.
Worden vaak geëxpliciteerd in de missie. Opletten voor green washing!
Gedragscodes, ombudsman, etc.
2) De duurzaamheidsrevolutie
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) als nieuwe verhouding t.o.v. de samenleving.
Verleden: bedrijven streven naar winst en de overheid reguleert heden: bedrijven streven
naar winst dat samenhangt met maatschappelijke doelstellingen (SDGs, energie-impact etc.). Er
worden meer linken gelegd tussen de eigen activiteiten en de finale impact op de samenleving.
2. Ethiek
“Ethiek is een onvoorwaardelijke eis, die zich aan je opdringt” m.a.w. het is meestal heel
duidelijk wat ethiek van je vraagt, het treft je en je moet er eigenlijk niet bij nadenken.
Voorbeeld van Singer: rond een vijver is er een vrouw met een kleine peuter aan het spelen en
de peuter tuimelt in het water. Er wordt simpelweg verwacht dat je erachter na springt, maar
niemand verplicht je om in te grijpen.
Drie ethische theorieën
Als je moet nadenken over juist en fout, kan je 3 ethische theorieën onderscheiden. Het gaat
telkens over ethische beslissingen (‘juist handelen’) die je op een bepaald moment moet nemen.
Consequentialisme/gevolgen-ethiek
De handeling staat centraal.
Mensen denken rationeel na over de gevolgen waarbij het nut gemaximaliseerd wordt.
Deontologie/plicht-ethiek
De norm staat centraal.
Mensen handelen omdat iets fout of juist is, zonder na te denken over de gevolgen.
Deugende ethiek
De mens staat centraal.
Gaat over juiste beslissingen, maar focus ligt op fundamentele eigenschappen die bij
iemands karakter horen.
3
, Deugden zijn een optimum tussen twee extremen (vb. moedig zijn ligt tussen lafheid en
overmoedigheid).
Trolley-experiment Footbridge dilemma
De persoon kan kiezen om de tram af te De persoon op de brug kan ervoor kiezen de
leiden van het standaard spoor naar een zwaardere persoon van de brug te duwen en
ander spoor om zo 5 mensen te redden die deze bijgevolg te doden maar om potentieel
zich op het standaard spoor bevinden, en ook de tram te kunnen stoppen en daarbij de 5
tegelijk de werknemer te doden die op het mensen verder op het spoor te redden.
andere spoor aanwezig is.
De meerderheid van de mensen kiest ervoor om
Meer dan 95% duwt op de wissel om de 5 de kinderen niet te redden. Hier wordt
personen te redden. Hier wordt deontologisch geredeneerd: men wordt hier
consequensionalistisch geredeneerd: je meer met fundamentele regels geconfronteerd.
denkt na over de gevolgen. Het rationeel Men gaat zich aan normen vasthoudt (en dus
niet doden). Het emotioneel brein wordt
brein wordt geactiveerd.
geactiveerd.
Complicaties: wat als die ene persoon uw
broer of zus was, wat als het vijf schattige
poezen waren, of uw huisdier, …?
Ethiek en de wet
“Het is wettelijk dus het is ethisch” is niet zo. De wet en ethiek vallen niet samen, er kunnen
grote spanningen tussen zijn (denk aan Noord-Korea, Islamitische staten etc.). De wet loopt
dikwijls achter op de ethiek (vb. het legaliseren van abortus). De wet is een marginale voetnoot,
het zijn waarden en normen dat gedrag bepaalt.
Subjectivisme en cultureel relativisme
Cultureel relativisme:
Op niveau van de samenleving.
Cultureel relativisme = “wie ben ik om te oordelen dat wat zij doen fout is”. Dit is duidelijk
problematisch! Denk aan: fraude, geschenken, veiligheid, arbeidsomstandigheden etc.
“When in Rome, do as the Romes do” is hetzelfde als zeggen: “pas je aan aan de lokale
omgeving”. Je moet hier wel een grens trekken wanneer er bijvoorbeeld fundamentele
mensenrecht overschreden worden. Bedrijven kunnen de grens trekken d.m.v. gedragscodes.
Hiermee zeggen ze: “dit zijn voor ons de limieten”.
4