HOOFDSTUK 8: BIOLOGIE VAN INFECTIEUZE ZIEKTES
8.1 BACTERIËN EN VIRUSSEN
Microbe: microscopische organismen, zoals bacteria, virussen en protisten die wijd verspreid zijn in
de omgeving
- Kunnen gevonden worden op levenloze objecten en op oppervlakten en in planten en dieren
- Veel activiteiten van microben zijn nuttig voor de mens
o Weten voedsel geproduceerd door bacteria: helpen bij de productie van yoghurt,
kaas, brood, bier, wijn en ander gepekeld eten
o Drugs beschikbaar door biotechnologie zijn geproduceerd door bacteria - Zonder
de activiteit van ontbinders, zoude biosfeer niet meer bestaan
o Wanneer een boom valt, rot het uiteindelijk omdat ontbinders, inclusief bacteria en
fungi, de overblijfselen van dode organismen afbreken in anorganische
voedingsstoffen
o Planten hebben deze voedingsstoffen nodig om moleculen aan te maken die
voedsel worden voor ons
- Maar bepaalde bacteria en virussen zijn pathogenen. We zijn niet weerloos tegen
pathogenen: ons lichaam heeft verschillende lijnen van defensie tegen bacteria en virussen
o Toegangsbarrières: Huid en
slijmvliezen van lichaamsholtes,
voorkomen dat pathogenen in het
lichaam kunnen komen
o Eerste respondenten (first responders):
Fagocytische WBCs, voorkomen een
infectie na een invasie door een
pathogeen die in het lichaam geraakt is
o Verworven defensie: overwinnen
infectie door de ziekteverwekkende
stoffen te doden. Dit beschermt ons ook
tegen kanker
Bacteriën
Bacteriën zijn prokaryoten, enkelcellige organismen die geen nucleus of membraangebonden
organellen hebben
- Bacteriën hebben 3 soorten vormen:
o Coccus: bolvormig
o Bacillus: staafvormig
, o Spirillum: gebogen of spiraalvormig
- Alle bacteriën hebben een plasmamembraan, een lipidedubbellaag gelijk aan die van plant-
en dierlijke cellen
- Beschermd door een celwand die peptidoglycan bevat: disaccharide met een gehechte
aminogroep
- Cilline-antibiotica, bvb penicilline, interfereren met de productie van de celwand
- Celwand van sommige bacteriën is omgeven door een capsule die een dikke, gelatineuze
consistentie bevat
o Laten bacteriën vaak aan oppervlakken plakken, bvb onze tanden
o Capsule voorkomt ook dat de fagocytose van WBCs van ons immuunsysteem de
WBCs opnemen en vernietigen
- Bacteriën kunnen geclassificeerd worden door de verschillen in de celwanden, die een
procedure gebruiken: Gram stain
o Grampositieve bacteriën: celwanden die een dikke laag peptidoglycan hebben uit
het plasmamembraan kleuren paars met de Gram-stain procedure
o Gramnegatieve bacteriën: Indien de peptidoglycanlaag dun is of totaal ontbreekt,
kleuren de cellen roos. Deze bacteriën hebben een buitenmembraan dat
lypopolysaccharidemoleculen bevat
- Indien deze cellen geëlimineerd worden door het immuunsysteem,
worden deze moleculen vrijgegeven, wat ontsteking en koorts
stimuleert
- Kennis van het soort bacterie kan artsen helpen om een betere antibiotica voor te schrijven
- Onderdelen van een bacterie
o Motiele (beweeglijke) bacteriën hebben vaak vrij
lange, dunne aanhangsels = flagella. Deze roteert
360°, wat ervoor zorgt dat bacteriën bewegen.
o Sommige bacteriën hebben fimbriae: Stijve
vezels die de bacteriën toelaten om te kleven aan
oppervlakten zoals de gastheercellen. Laten ook
toe dat bacterie kan vasthangen aan en toegang
krijgen tot het lichaam
o Pilus: Is een langwerpig, hol aanhangsel
gebruikt om DNA te transfereren van de ene naar
de andere cel
o Genen die bacteriën toelaten om resistent te zijn
tegen antibiotica, kunnen doorgegeven worden
tussen bacteriële cellen door een pilus door een
proces: conjugatie. Deze genen zijn vaak gelegen
in een plasmide
- Bacteriën zijn onafhankelijke cellen die diverse functies kunnen uitvoeren