Een volledige Nederlandse samenvatting van de slides + eigen notities (letterlijk alles wat de professor vertelde in de les)
Overzichtelijk met een goede structuur.
Geslaagd in eerste zit.
Gekregen van professor Tim Vantilborgh.
Samenvatting
Research Methods and Techniques II: Quantitative Methodes
1. Psychologie als wijze van het denken
1.1 Onderzoek produceren of consumeren
• Rol va, onderzoek “producent” versus rol van onderzoek “consument”
→ waarom krijgen we dit vak? = ter aanleiding van onze masterproef, eventueel een latere
job etc, ... Als psycholoog is het belangrijk om evidence based te handelen.
(a) Onderzoeksproducent:
→ zelf onderzoek doen
(b) Onderzoeksconsument
→ onderzoek gebruiken om voor bv. Een geschikte therapie
Figure 1: Role of research “producer” versus role of research “consumer”
→ Je hebt een client en je moet kijken welke therapie het best past en het meest gaat
werken bij deze persoon.
Voorbeelden om het belang van de rol van onderzoek ‘consument’ te illustreren, waarom een
evidence-based benadering belangrijk is:
- Facilitated communication treatment
- Scared-straight approach
- Mindfulness and Academic performance → kan je beter doen presteren op school
Figure 2: Facilitated communication treatment
= Bij de behandeling gaat de therapeut het hand van de person met autism gaan begeleiden.
Met gebruik van een tablet gaat de patient met ASS kunnen communiceren onder
begeleiding van de therapeut. Blijkt dat hieruit communicatie mogelijk is en dat de persoon
1
,met autisme kan communiceren aan de hand van deze therapie. Op het eerste zicht lijkt
deze therapie/werkwijze heel goed te werken MAAR als je gaat kijken naar onderzoek krijg
je hier twijfels bij en valt deze techniek NIET aan te raden. Men heeft een studie gedaan om
na te gaan of deze werkwijze effectief was of niet. In die studie liet men patienten en
therapeuten beide, apart een verschillende foto laten zien. Beide dachten ze hetzelfde
gezien te hebben. Maar in werkelijkheid zag de patient een huis en de therapeut een foto
van een boot. Vervolgens werd gevraagd wat de patient gezien had. De therapeut ging de
patient begeleiden en hieruit zag men dat het woord dat werd gevormd, het woord was dat
de therapeut had gezien en niet wat de patient had gezien. Zo blijkt dat de therapeut niet
enkel ondersteunt maar ook wel stuurt. Dit lijkt dus toch er toe te wijzen dat dit niet werkt
zoals voorzien. Door wetenschappelijk onderzoek concluderen we dat we dit niet gaan
gebruiken.
Figure 3: Scared-straight approach
= jongeren die in contact zijn gekomen met justitie tracht men terug op het rechte pad te
krijgen door hun angst aan te jaagen. De gevangenen worden geïntimideerd zodat de
jongeren zoveel angst krijgen voor de gevangenis zodat ze op het rechte pad blijven. Klopt
dit? Als men kijkt naar onderzoek en studies ziet men dat als men deze jongeren opvolgt lijkt
dit niet echt te werken. ze gaan net meer criminaliteit plegen in latere leven. Op basis van
wetenschappelijk onderzoek is dit dus geen aanrader.
Figure 4: Mindfulness and academic performance
= Mensen leren om in het heden te leven door hun gevoelens en denkbeelden te
accepteren. Ze zeggen dat mindfulness heel wat voordelen met zich meebrengt zoals bij
jongeren betere schoolse resultaten. Wie weet werk je later op een school en denk je dat je
ook zo een mindfulness les moet oprichten. Voor je dit doet kijk je best naar
wetenschappelijk onderzoek. Men heeft vroeger experimenten gedaan waar men de
studenten verdeelde in twee groepen. De ene groep kreeg mindfulness gedurende de twee
weken en de andere kreeg een andere training. Hieruit ziet men dat de groep die
mindfulness heeft gekregen hun examenresultaten beter zijn. Hieruit kan je met
ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek kunnen concluderen dat mindfulness iets
effectief is.
- Kritische mindset is belangrijk (Niet al het geplubliceerde onderzoek is correct
uitgevoerd)
- Niet alle gepubliceerd onderzoek is correct/robust (kunnen de resultaten niet
reproduceren)
2
, - Replication crisis in de psychologie, psychologisch onderzoek zit in een turbulente
periode
Figure 5: Article that started replication crisis
→ in 2011
Evolutie is begonnen In 2011. In 2011 is er een amerikaans onderzoek een artikel waarin hij
met negen verschillende experimenten aantoonden dat mensen de toekomst kunnen
voorspellen. Mensen hun initiele reactie is ‘dit klopt niet’. Als je kijkt nara het artikel lijkt het
goed uitgevoerd te zijn en lijkt het correct te zijn. Uiteindelijk is men dieper gaan graven en
heeft men gezien dat dit eigenlijk niet klopte. Er zijn inderdaad negen experimenten die zijn
verwachtingen ondersteunde. Maar bleek dat deze onderzoeker veel meer experimenten
had gedaan die dit resultaat helemaal niet aantoonde. Daarnaast heeft men ontdekt dat
men in deze studie echt is gaan zoeken naar het juiste resultaat. Uiteindelijk kan men met de
conclusie dat je inderdaad kan aantonen dat je de toekomst kan voorspellen, maar dat kan
je met bepaalde zaken ook doen om andere zotte dingen te bewijzen. Zo is men gaan kijken
naar hoe men aan onderzoek doet en of we niets moeten aanpassen en dat de manier
waarop men onderzoek deed vaak leide tot valse conclusies → bottom line: altijd kritisch
blijven als het om onderzoek gaat
→ Hierdoor zijn heel wat studies (30-40%) opnieuw onderzocht en gerepliceert. Waarom de
rest niet? Omdat de studies best lang zijn.
1.2 How scientists work (hoe werken wetenschappers)
• Wetenschap is gebasseerd op empiricism (empirie)
• Wetenschappers testen theorieën
• Wetenschap kan fundamentele en toegepaste vragen beantwoorden
• Wetenschap is continu in ontwikkeling
• Wetenschappers publiceren hun resultaten in vaktijdschriften
• Wetenschappers communiceren met het brede publiek via journalisten
1.2.1 Empiricism (empirie)
• Empirische methode is gebaseerd op data van:
o Direct zintuigelijke waarnemingen
o meetinstMumenten (thermometer, questionnaires, timer)
• empirische wetenschappers trachten systematisch, nauwkeurig en repliceerbaar
onderzoek te verrichten
o Dit doen onderzoekers nauwkeurig zodat andere onderzoekers tot hetzelfde
resultaat kunnen komen
• Empirie is niet gebasseerd op eigen ervaringen, intuitive of autoriteitsfiguren (zie
verder)
3
, 1.2.2 Wetenschappers testen theoriën
Figure 6: theorie data cyclus
→ Om theorieën te testen/toestsen
→ start als onderzoeker met theorie en op basis daarvan
formuleren we onderzoeksvragen waarop we een
onderzoeksdesign opzetten waarin we een hele concrete
hypothese gaan toetsen. Om die te toetsen moeten we
data verzamelen en deze gaat onze hypothese bevestigen
ofwel net niet. Dan kunnen we er vanuitgaan dat ofwel
ons onderzoek niet goed was opgezet of dat onze theorie
fout is. Dit kan er toe leiden dat we onze theorie gaan
herzien en dan start de cyclus opnieuw.
Harlow (1958): Cupboard theory vs. Contact comfort theory
Harlow wou er achter komen welke theorie het juiste was.
- Cupboard theorie: kinderen hechten zich aan ouders omdat die ouders voedsel
verschaffen
- Comfort theorie: kinderen hechten zich aan ouders omdat zij warmte aanbieden.
Harlow teste deze theorie adhv aapjes.
In de ene box zat een mama die heel koud was gekleed maar wel voeding gaf. Bij de andere
mama was er warmte, de mama was zacht, maar gaf geen voeding. De hypothese hierbij was
de volgende: als de cupboard theorie klopt zal het aapje hangen bij de mama die voedsel
geeft. Maar omgekeerd als de comfort theorie klopt zal het aapje hangen bij de mama die
ingewikkelt is met zacht materiaal. Hij heeft data verzamelend en heeft het experiment
uitgeoerd. Zo zagen we dat het aapje het meest lag bij de mama die ingewikkelt was in
warmte en zacht materiaal.
= Er is een verschil tussen goede en minder goede therieën
• Kenmerken van een goede theorie (theorie die verklaring geeft en ondersteund
wordt door data)
o Ondersteund door data
o Fasiliseerbaar
▪ Je moet er in geloven (je kan enkel marsmannetjes zien als je er in
gelooft, anders zie je ze niet)
o Parsimonie (principe van “Occam’s razor”)
▪ Je kan een bepaald fenomeen verklaren door twee theorieën, hier
gaan we dan de simpelste verklaring nemen om de theorie te bewijzen
▪ Je kan een studie maken die de theorie kan bewijzen/ de theorie
ondersteunen of verwerpen
• Voorbeeld niet-falsifieerbare theorie:
o Facilitated communication threatment believers
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maurytolpe1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.