Inleiding
Wat is ethiek?
• = systematisch en kritisch nadenken over menselijk gedrag in het licht van menswaardigheid
Soorten ethiek
• Descriptieve/beschrijvende ethiek: observeert en beschrijft de waarden en normen die in
bepaalde context aanwezig zijn
→ Voorbeeld
§ Waarde: respect voor autonomie van de patiënt (waarde)
§ Norm (realiseert de waarde): geïnformeerde toestemming vragen aan patiënt voor
interventie
→ Vaak empirische methodologie: survey onderzoek, vragenlijsten bij artsen => waarden en
normen die artsen nu belangrijk vinden beschrijven
• Normatieve ethiek: kijken naar ethische problemen en zien wat in die context ethisch goed
handelen is (niet gewoon beschrijven maar voorschrijven/zeggen hoe je moet handelen)
→ Vooral in deze cursus
→ Zeggen hoe je als arts zou moeten handelen
• Meta-ethiek (fundamentele ethiek): diep nadenken over bepaalde begrippen die in de ethiek
gebruikt worden (filosofisch)
→ Bv.: wat is eigenlijk de betekenis van het begrip ‘menswaardigheid’?, Is het mogelijk een
soort ethiek te ontwikkelen die voor iedereen geldt of is het altijd gebonden aan bepaalde
context?, …
Methodes in normatieve ethiek
• Utilitarisme: ethisch goed is die handeling die zo veel mogelijk nut oplevert voor zo veel mogelijk
mensen
→ Bv. covid triage: wie eerst, wie wel en wie niet? -> eerst patiënten behandelen waarvan we
zeker zijn dat ze beste prognose hebben met behandeling, want patiënten met weinig kans
behandelen is verloren inspanning
→ Niet alleen toepassen, want dan is het heel hard
• Deontologie: menselijk gedrag heeft soort van intrinsieke kwaliteit (intrinsiek goed of slecht) -> je
moet alle handelingen doen die intrinsiek goed zijn en je mag geen handelingen doen die intrinsiek
slecht zijn
→ Bv.: liegen, mens doden, … zijn intrinsiek slecht
→ Moeilijk om in algemeen te zeggen, want dan is euthanasie in geen enkel geval
rechtvaardig en zijn er geen situaties in geneeskunde waarbij liegen of niet alles zeggen
ook positieve effecten heeft of gerechtvaardigd kan zijn?
• Personalistische ethiek: een handeling is ethisch goed als ze de menselijke persoon in al zijn
aspecten (dimensies) bevordert
→ Menselijke persoon moeten we promoten/bevorderen, dus alles waar mens beter van
wordt is goed en alles wat mens teneer drukt is slecht
→ Mens in al zijn dimensies (6):
§ Lichamelijkheid: mens heeft lichaam -> geen schade berokkenen aan lichaam bij
bepaalde handeling
, § Psychische dimensie: iedere mens is uniek (eigen capaciteiten, karakteristieken,
eigenschappen, unieke reactie op situaties, …) -> handeling moet met deze uniciteit
rekening houden (bv. 2 patiënten gaan op verschillende manier om met diagnose)
§ Relationaliteit: mensen ontplooien zich dankzij relaties die ze hebben met mensen
die dichtbij staan (vrienden, familie, collega’s, …)
§ Sociale dimensie: als mens maak je deel uit van groepen/samenleving
(beroepsgroepen, nationaliteit, …) en enkel via deze organisatie in groepen kan de
mens dingen gedaan krijgen (bv. onderwijs is op nationaal niveau georganiseerd)
§ Morele dimensie: mensen hebben bepaalde waarden die ze belangrijk vinden en
waar ze naar handelen (gelijkheid, respect, rechtvaardigheid, …)
§ Existentiële dimensie: mens wilt betekenis vinden in zijn/haar leven en gedrag
Ø Religieus: religies kunnen helpen om deze zin te vinden, betekenis te geven
aan de wereld, je leven, …
Ø Niet-religieus: buiten religie kan je ook zin vinden
Waarden en normen
• Waarden = kwaliteiten die we bij een ander of bij onszelf kunnen vaststellen en die we spontaan als
positief evalueren
→ Bv.: eerlijkheid, respect, gelijkheid, solidariteit, gezondheid, leven, …
→ Geven zin aan, legitimeren en sturen ons gedrag: we zetten ons het hardst in wanneer we
waarden nastreven (motivatie, want geeft antwoord op vraag ‘waarom doe ik dit?’)
• Normen = concrete richtingaanwijzers om waarden te realiseren (zegt wat je wel en niet mag doen
om waarde te realiseren)
→ Bv. waarheid -> norm: je mag niet liegen
→ Bv. leven -> norm: je mag niet doden
• Waarden kunnen met elkaar in botsing komen => ethische dilemma’s
→ Bv. euthanasie: autonomie en leven van mens botsen
→ Bv. abortus: autonomie van ouders en leven van ongeboren kind botsen
→ Spontaan hebben we hier idee over
→ Keuze maken: gebeurt redelijk spontaan, je volgt je geweten (spontane reflex om voor
goede te kiezen) -> voortdurend in dagelijks leven
§ Geweten = instantie/capaciteit in ons die geïnformeerd is vanuit onze waarden en
normen die we belangrijk vinden
→ Soms zo ingewikkeld dat je er met geweten niet uitkomt => medisch ethische problemen
§ Bv. prenatale diagnose en zwangerschapsafbreking, euthanasie bij niet-terminale
patiënten die psychiatrisch leiden, … (zie volgende hoofdstukken)
§ Medische ethiek nodig om deze problemen op systematische en kritische manier te
evalueren
§ Dus ethiek doet zelfde als geweten maar op vertraagde, systematische en kritische
manier => beter inzicht welke houding je moet aannemen
Inleiding boekje
• Weg met ethiek?
→ Naarmate wetenschappelijke vooruitgang de medische kennis de hoogte in stuwt, neemt
ook de druk op de ethiek toe: ‘Mag alles wat kan?’
→ Gezondheidszorg gaat over mensen in kwetsbare situaties -> als je daarop een louter
technologische of bedrijfsmatige logica loslaat, kom je tot mensonwaardige situaties
, → Exponentiële toename van therapeutische mogelijkheden en grote verscheidenheid van
opvattingen hierover stimuleren mondige patiënten om hun waarden te laten doorklinken
in de beslissingen die op hen betrekking hebben
§ Goed: respect voor autonomie van de patiënt is een van de grootste
verworvenheden op ethisch vlak in laatste 50 jaar (geïnformeerde toestemming,
vroegtijdige zorgplanning, shared decision making)
§ Keerzijde: hulpverlener wordt gereduceerd tot zorgrobot van wie enkel wordt
verwacht dat die de zorgtaken op een technisch verantwoordelijke wijze uitvoert
• Ethiek is niet anoniem
→ 3 kennisbronnen om verschillende thema’s (hoofdstukken) te evalueren in het licht van
menswaardigheid:
§ Medisch en zorginstrumentarium: kennis van de relevante medische en
zorginhoudelijke aspecten die betrekking hebben op het thema
Ø Bv.: Welke invloed heeft dementie op het seksuele gedrag van ouderen?
Ø Bv.: Hoe wordt de palliatieve zorgbenadering toegepast in een afdeling
neonatologie?
§ Ethisch instrumentarium: kennis van de ethische waarden en principes
Ø Wat is de betekenis van respect voor autonomie, kwetsbaarheid, …?
Ø Hoe kunnen deze waarden en principes worden toegepast op concrete
ethische problemen?
§ Opvattingen en ervaringen van de mensen die rechtstreeks betrokken zijn bij
ethische problemen: patiënt, familie, hulpverleners, management van
zorgvoorzieningen, samenleving als geheel
Ø Ethiek gaat in eerste plaats over concrete mensen van vlees en bloed, zeker
niet alleen over anonieme, abstracte principes
• Kwetsbare waardigheid
→ Essentie van ethiek van de gezondheidszorg: kwetsbare waardigheid
→ Kwetsbaarheid is een van de meest fundamentele ervaringen die mensen in het algemeen,
maar zeker in de context van gezondheidszorg, met elkaar delen
§ Geen kernmerk van specifieke leeftijdsgroep of patiëntencategorie
§ Gedeelde ervaring van kwetsbaarheid verbindt mensen en dit is chemie waaruit
(gezondheids)zorg ontstaat
§ Zorg = menselijke manier om met kwetsbaarheid om te gaan
→ Waardigheid is het ethisch kompas waaraan zorgpraktijken getoetst worden
§ Mensen willen menswaardige zorg (niet zoals dieren): zorg die hun persoon-zijn in
alle kwetsbaarheid respecteert -> waardigheidsbevorderende zorg (= zorg waarvan
ethiek het kloppend hart is)
• Morele twijfel is geen zwakte
→ In ethisch denken enkel laten informeren door theoretische principes en argumentaties,
dan krijg je redelijk theoretisch heldere antwoorden -> volstaat niet voor ethiek van
gezondheidszorg: belang van de concreet beleefde realiteit
→ Levensechte ethiekbeoefening levert echter wel concrete aanbevelingen op om het meest
menselijk mogelijke te realiseren
§ Midden tussen 2 extremen die we willen vermijden: principiële rigiditeit en
relativistische laisser-faire-mentaliteit
→ Ethiek van gezondheidszorg: verhelderende en opbouwende taak, en mag geenszins een
betweterige of beschuldigende toon aanslaan
§ Als ethicus suggesties aanbieden en relevante criteria en overwegingen aanreiken
waarmee mensen rekening kunnen houden in hun gewetensoordeel
, Hoofdstuk 1: Waardigheidsbevorderende zorg: kwetsbaarheid, zorg en waardigheid als
ethische fundamenten van gezondheidszorg
Inleiding
- Medische ethiek kende voorbije 50 jaar spectaculaire groei
- Medisch-ethische discussies van binnenskamers door artsen en ethici naar maatschappelijke
debatten waaraan politici en zelfs hele bevolking rechtstreeks of onrechtstreeks participeren
- ‘bio-ethische wetten’ (bv. zwangerschapsafbreking, euthanasie, …)
Een ethiek van principes
- Succes en maatschappelijke impact van medische ethiek:
→ Ethische modellen die van ethiek een hanteerbare en toegankelijke denkoefening hebben
gemaakt, ethische methode die ook door niet-ethici zoals artsen en beleidsmakers als
handige leidraad kan dienen
→ Principebenadering is meest populaire ethische model
§ Ethiek is jonge (jaren 60) en oude (oude Grieken, Hippocrates) discipline
Ø Jong: pas vanaf einde jaren 60 eerste centra opgericht in VS (Hastings Center
en Kennedy Institute of Ethics) -> 10 jaar later in Europa
§ 1979: Tom Beauchamp (Kennedy Institute of Ethics): boek ‘Principals of Biomedical
Ethics’
Ø Bestseller, meest geciteerde boek in vakgebied medische ethiek
Ø Bepaalde benadering die naar voor wordt gehaald: 4 principes die je als arts
moet respecteren (autonomie, nonmaleficience, beneficience,
rechtsvaardigheid)
- Conflict van principes
→ Elk ethisch probleem dat zich voordoet in klinische praktijk wordt opgevat als conflict van
rechten en plichten, die op theoretisch niveau uitgedrukt kunnen worden a.d.h.v. 4
conflicterende principes:
§ Respect voor autonomie: altijd wil van patiënt volgen (als deze wilsbekwaam is ->
ethisch debat), relatief jong principe (jaren 60)
§ Nonmaleficience (geen kwaad berokkenen): eeuwenoud (eed van Hippocrates)
§ Beneficience (goed doen): patiënt vooruit proberen helpen (meer dan geen kwaad
doen)
§ Rechtvaardigheid: sociaal principe
→ Bv.: euthanasie is conflict tussen respect voor autonomie van de patiënt (wil om te sterven)
en principe van geen kwaad doen (nonmaleficience)
§ <-> abortus: bij euthanasie hebben de 2 principes betrekking op dezelfde persoon,
terwijl bij abortus autonomie van ouders is en leven van ongeboren kind
-> complexere ethische geladenheid