Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Onderwijskunde als ontwerpwetenschap: van leren naar instructie Deel 1 - Onderwijskunde €6,89   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Onderwijskunde als ontwerpwetenschap: van leren naar instructie Deel 1 - Onderwijskunde

 23 vues  0 fois vendu

Deze samenvattingen geeft hoofdstuk 1 t.e.m. 10 van het vak onderwijskunde mee van Martin Valcke. Ik was geslaagd op dit examen door deze samenvatting te leren.

Aperçu 4 sur 68  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 17 février 2024
  • 68
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (8)
avatar-seller
merelv.o1
Samenvatting thema 1: onderwijskunde, een gestructureerde kijk op
actoren, processen en variabelen
-formeel: geregeld door decreten en wetten

-informeel: niet streng geregeld, niet verplicht

-Onderwijskunde als wetenschap heeft als object van studie leren en instructie.

1.1. Advance organizer (pg41)
 Actoren: personen, vertegenwoordigers organisaties, organisaties
 Processen: ontwikkelingen die te maken hebben met leren en instructie
 Variabelen: kenmerken, componenten, factoren die verschillende ‘waarden’ kunnen
aannemen.

1.2. Aggregatieniveaus: een eerste organisatiedimensie in het
onderwijskundig referentiekader (pg45)
 Actoren= stakeholders (belangroepen): stakeholders zullen zich bij een probleem, afhankelijk
van de belangen die op het spel staan, anders opstellen.
 3 aggregatieniveaus:
-microniveau: concrete leer-instructiesituatie  directe interactie lerende(n) en IV
-mesoniveau: school, faculteit, instelling, organisatie, bedrijf, scholengemeenschap
-macroniveau: beïnvloedt een compleet systeem

1.3 andere organisatiedimensies in het onderwijskundig referentiekader
(pg 48)
Belangrijke dimensies in het onderwijskundig referentiekader

 Actoren: al dan niet georganiseerde of geïnstitutionaliseerde personen (actoren zijn
stakeholders die bepaalde rollen op zich nemen zoals bv. De rol van IV, lerende, ontwerper,
…)  geen neutrale spelers in het referentiekader; beïnvloeden dit.
 Aggregatieniveaus
 Organisatie: de impact van actoren, variabelen en processen zijn beïnvloed door
organisatieaspecten zoals bv. Tijd, fysieke ruimtes, beschikbare budget, infrastructuur,…
 Didactisch handelen: concrete activiteiten die actoren, meestal de IV, opzetten om
leeractiviteiten uit te lokken. = Instructieactiviteit.
<< 5 componenten van didactisch handelen (doelstellingen, leerstof,
instructieactiviteiten/didactische werkvormen, media, toetsing)
 Leeractiviteiten: men verwacht dat leerlingen bepaalde gewenste leeractiviteiten tonen die
aansluiten bij het didactisch handelen. (impliciet of expliciet uitlokken)
 Context: alle invloeden die buiten de instructiesetting staan maar rechtstreeks of
onrechtstreeks onderwijskundige thema’s beïnvloeden.

dimensies hangen samen maar verschillen aan de hand van het aggregatieniveau.

,1.4.Het referentiekader (pg50)
 referentiekader= een bril om naar de complexe realiteit van leren en instructie te kijken

+ is een model om keuzes te maken bij het ontwerpen van onderwijs.

1.5.Een evidence-based referentiekader (pg51)
 elementen uit referentiekader zijn onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek: meta-analyses
(studies die resultaten van andere studies samenvatten, of elementen effect hebben of niet)

vooral meta-analyses van Hattie (<<kritiek: niet alle leerlingen ondervinden dezelfde effecten)

1.6. Effect sizes als onderzoeksindicatoren relevante actoren, processen en
variabelen. (pg 54)
 effect size: d

 d =.40 = benchmark = dan pas doet het onderzoek ertoe

positieve effect size: meer lerenden halen een hoger gemiddelde score (schuiven naar rechts op)

1.7. Het onderwijskundig referentiekader op MICROniveau. (pg 57)
 Bespreking van actoren, variabelen en processen:

-leren en instructie als een concrete, direct observeerbare activiteit

 Instructieverantwoordelijke:
-de beliefs van de IV kan heel veel beïnvloeden (vb. leraar die bang is voor wiskunde
& slechte resultaten leerlingen)
-verwachtingen van leerkrachten kunnen ook leerprestaties leerlingen beïnvloeden
(slecht denken over zwarte leerling bv.)
-begeleiding: professionalisering & begeleidingsplatformen.
 Lerende:
-beliefs over hoe instructieproces opgezet zal worden.
-kenmerken van lerenden hebben directe invloed op het eigen leerproces. (bepaalt
door externe (contextfactoren) en interne factoren (motivationele variabelen zoals
beliefs, zelfvertrouwen,..))
-persoonlijke (interne) variabelen, omgevingsvariabelen en intellectuele variabelen
hebben alle drie invloed op prestaties leerling.
-motivatie: geven van cijfers heeft hier slechte invloed op
 De context:
-lerenden brengen ‘rugzakje’ mee naar instructiecontext. (taal, waarden, …)
-fysische setting heeft ook invloed op lerenden; bv. Onveilige buurt school
 Leeractiviteiten:
-concreet gedrag lerenden
-dikwijls als gevolg van instructieactiviteit
-nadruk kan ook liggen op zelfgestuurd leren.
 Organisatie:

, -betrekking op sociale aspecten (vb. afspraken) , fysieke aspecten (bv. Infrastructuur)
en tijdsaspecten (bv. Inplannen rooster, duur activiteit)
 Didactisch handelen/instructieactiviteiten:
-leerdoelen: in concrete observeerbare termen (behaviorisme  gedrag en inhoud
-leerinhouden/leerstof: leerstof helpt gedrag en inhoud leerdoelen te bereiken
Bv. What works clearninghouse (WWC): evidence-based instructieaanpakken &
leerstof
-didactische werkvormen/instructiestrategieën: concrete acties van IV om
leeractiviteiten uit te lokken bij lerenden.  afhankelijk visie IV; andere didactische
werkvormen.
Bv. Cooper en huiswerk: hoe jonger leerlingen, hoe minder effect huiswerk heeft op
leerprestaties
-media: gematerialiseerde vorm van leerstof en of tools die men gebruikt bij de
didactische werkvorm. (boeken, bord, computers,…)
 geen belangrijk effect
-toetsing: manier waarop men doelstellingen controleert
 hoe hangen de componenten van het didactisch handelen samen?
 niet lineair, afhankelijk van gekozen visie kan men een component voorop
plaatsen

1.8. het onderwijskundig referentiekader op MESOniveau
 Context:
-bundelt personen/organisaties op lokaal niveau
-stakeholders hebben belang bij instructie bv. Toegankelijkheid, kostprijs, duur
opleiding...
-alle lerenden samenbrengen hun ‘rugzakjes’ mee. Bv. SES, scholen in achtergestelde
buurten hebben lagere leerresultaten, …
 Organisatie:
-bv. Infrastructuur school, schoolreglement, aantal IV, budget
 Actoren:
-teams, groepen, geïnstitutionaliseerde eenheden (bv. Ouderraad)
-begeleiding IV’s: schoolteam, GON
-begeleiding lerenden: CLB,
 Didactisch handelen:
-meer algemene beslissingen, richtlijnen,…

1.9. Het onderwijskundig referentiekader op MACROniveau (pg 95)
Beïnvloedt een heel systeem

Nauwelijks nog concrete personen: representatie op systeemniveau bv. minister

 Context:
-speelt grote rol
-stakeholders: vakbonden, politieke partijen,…
 Actoren:
-IV’s: vertegenwoordigers bv. Minister van Onderwijs  geïnstitutionaliseerd

, -lerenden: studentenkoepels, nationale studentenvereniging.
-begeleiding IV’s: steunpunten, begeleidingsdiensten
-begeleiding lerenden: Vlaamse scholierenkoepel (regelt studietoelagen)
 Didactisch handelen:
-geïnstitutionaliseerd instructiesyteem met centrale financiering , aansturing en
controle bv. Move tegen pesten
-leerdoelen: vastgelegd door overheid (eindtermen, sleutelcompetenties)
-evaluatie: nationale examens (Vlaanderen heeft dit (nog) niet)  wel
toegangsexamen geneeskunde bv.
<<informeel: rijexamens bv. Of bijscholing artsen
-organisatie: heel belangrijk voor formele settings: organisatiestructuur Vlaamse
onderwijs ligt vast
<<informele settings: in Aziatische landen heel anders bv. ‘cram schools’ : leerdoelen
die buiten een schoolse context aangepakt worden (bijles)

1.10. Hoe verhoudt onderwijskunde zich als wetenschap tot dit
referentiekader? (pg 105)
 Onderwijskunde is een jonge wetenschap waarin heel wat deelwetenschappen worden
onderscheiden. Een brede kijk op de dimensies bij leren en instructie richt zich op.




Samenvatting thema 2: visies op kennis en visies op leren
2.1. Advance organizer
 Birmese jongen moet heel de vakantie meehelpen in huis, voor hem betekent vakantie iets
anders dan voor jou.
 Welke definitie is nu juist?

2.2.Een filosofische discussie: ontologie en epistemologie
 ontologie:

 Wat bestaat echt? Bv. Vriendschap? Bv. Stoel?
 <<Objectieve ontologie (werkelijkheid bestaat buiten de mens)
<< Idealistische ontologie (=ook empiristische visie) (iets is pas werkelijk als wij het ervaren)
 Ontologie met sociale ongelijkheid: Iemand die nog nooit van Theater gehoord heeft terwijl
hij daar een werkstuk over moet maken leraar negeert dat theatervoorstellingen voor heel
wat leerlingen ‘niet bestaan’.

epistemologie:

 De leer over hoe we tot ‘knowing’ komen  hoe de mens kennis verwerft
 <<Kennis is iets absoluut dat bestaat buiten het individu die er kennis van neemt
<<Kennis is iets dat op basis van individuele ervaringen wordt opgebouwd.
the world as a given (objectivistische visie) vs. The world as constructued (empiristische
visie)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur merelv.o1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,89
  • (0)
  Ajouter