INLEIDING
1. RECHT VS. WETGEVING:
- Wetten = geschreven rechtsregel, dus elke wet is onderdeel van recht (enge zin = parlement)
- Recht = breder dan enkel wetten, namelijk o.a. ook rechtspraak (jurisprudentie) en rechtsleer
2. SOCIAAL RECHT:
= het geheel van rechtsregels die het recht op arbeid en het recht op bestaanszekerheid regelen
- arbeidsrecht
= algemene regelgeving tss individuele & collectieve tss WN & WG, ter bescherming arbeid
vertrekt vanuit wilsovereenstemming = arbeidsovereenkomst met ondergeschikt verband
- sociaalzekerheidsrecht
= individuele sociale prestaties, solidariteit, risico’s,…
hier ruimer dan enkel werknemer, ook zelfstandige bvb.
Onderscheidt van andere rechtstakken:
Beschermend recht: kader rond arbeidsovereenkomst waarvan men niet mag afwijken
Dwingend recht: mag men niet van afwijken
Rol sociale partners: vakbonden & werkgeversorganisaties collectieve afspraken = CAO
Eigen rechtbank: arbeidsrechtbank bevoegd voor beide takken: arbeidsrechtbank & arbeidshof
OM = arbeidsauditoraat
1 beroepsmagistraat & 2 lekenrechters (1 van WGO & 1 van WNO)
bij zelfstandigenstelsel: 2 beroepsmagistraten & 1 lekenrechter (beroepsorganisatie van zelf)
Arbeidsrechtbanken niet bevoegd voor collectieve arbeidsgeschillen (vb. stakingen)
Dit gebeurt bij rechtbank van eerste aanleg (in kort geding)
De gewone strafgerechten: toepassing van strafbepalingen opgenomen in het sociaal recht
De burgerlijke rechtbanken: vorderingen uit onrechtmatige daad
Absolute nietigheid: geldt bij sociaalzekerheidsrecht regels op openbare orde
Relatieve nietigheid: arbeidsrecht dwingend recht: enkel zwakke partij nietigheid invoeren
op beide is ex tunc (= zoals ervoor): doen alsof het nooit geweest is, dus ook verdient geld weg
niet alles nietig: vb. je krijgt een uitkering bij een arbeidsongeval, ook bij illegale tewerkstelling
3. BRONNEN
Toenemend belang van internationale en Europese normen
Formele wetgeving, KB’s, MB’s,…
Eigen rechtsvorming in: *Arbeidsrecht: AO, CAO, arbeidsreglement,…
*sociale zekerheid: normen zelfstandige overheidslichamen (ni kennen)
(C)AO = (collectieve) arbeidsovereenkomst ook rechten gecreëerd voor niet-leden
vb. loonvoorwaarden ik kan hier gebruik van maken, ook als ik of baas niet getekend heb
, INLEIDEND HOOFDSTUK VOOR HET DEEL ARBEIDSRECHT
4. BEGRIP EN HISTORISCHE ONTWIKKELING:
Arbeidsrecht = individuele & collectieve betrekkingen tussen WG & WN met gezag (ook toezicht)
1850: groei sociale beweging en komt met bescherming van de arbeidende bevolking
na WO 1: doorbraak politieke democratie brengt erkenning van syndicalisme (vakbond heerst)
eind WO 2: WNO & WGO vinden elkaar in eigendomsrecht van WG & syndicale feit van WN
vanaf 1970: sociale overleg is van groot belang (vanaf 1980 is overheid ook belangrijk in dit)
vanaf 2010: invoeren van eenheidsstatuut: onderscheid tussen arbeiders & bedienden
5. BRONNEN:
1) Nationale bronnen van het recht:
De grondwet: recht op menswaardig leven (ook arbeid verrichten)
arbeidsrecht is een bevoegdheid van de federale overheid, met uitzondering:
- Gemeenschappen: regelen tal voor sociale betrekkingen tussen WG & WN
decreet van 1973: Nederlands verplicht voor alle sociale betrekkingen in VL
Grondwettelijk hof: vernietigde dit: schending van de grondwet
- Gemeenschappen: bevoegd voor beroepsopleiding, bijscholing, sociale promotie,…
- Gewesten: bevoegd inzake arbeidsbemiddeling (na 6de staatshervorming nog meer)
nu ook: arbeidsmarktbegeleiding, recht op leefloon, controle beschikbaarheid
werkzoekende, dienstencheques, betaald educatief verlof
Formele wetten: belangrijkste bron in arbeidsrecht
zet enkele algemene beginselen (kaderwetten) vast
verdere regeling laat men over aan koninklijk of ministeriële besluiten
Autonome (eige) rechtsvorming: rechtsregels door betrokken partijen zelf (ni vergadering)
= arbeidsreglement & collectieve arbeidsovereenkomst
België verplicht het opmaken van een arbeidsreglement (loon & arbeidsvoorwaarden)
bepalingen van het arbeidsreglement zijn bindend voor WG & WN die eronder vallen
tenzij partijen er via een individuele schriftelijke arbeidsovereenkomst van afwijken
arbeidsreglement wordt opgesteld door de ondernemingsraad of werkgever
CAO = overeenkomst waarbij individuele en collectieve betrekkingen tussen WG en WN
in ondernemingen of in een bedrijfstak worden vastgesteld
kan op 3 niveau’s worden afgesloten: bedrijf OF bedrijfstak OF nationaal niveau
2) Internationale en supranationale bronnen van arbeidsrecht
Internationale verdragen: vooral multilaterale verdragen = belangrijk internat bron in AR
conventies = verdragen van internationale arbeidsorganisatie in Geneve (IAO)
Raad van Europa: Europees sociaal handvest (ESH) van 3 mei 1996, geratificeerd in 2004
Het garandeert fundamentele economische en sociale rechten (zoals EVRM)
Organen van Europese Unie: hun verordeningen zijn bindend voor elke lidstaat
vb. behoud van rechten van werknemers bij overgang onderneming of man = vrouw
Europese CAO’s: vanuit EU commissie & raad van ministers van EU bevestigd deze
vb. deeltijdse arbeid en arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd
, INDIVIDUEEL ARBEIDSRECHT
1. ARBEIDSRECHT
= recht dat van toepassing is op arbeidsprestaties geleverd in ondergeschikt verband (gezag)
dwingend recht (soms openbare orde, bijna nooit aanvullend recht)
beschermend (art 6 AOW: je mag afwijken als het beter wordt, niet afwijken als het slechter is)
ordenend recht (verhoudingen: art. 51 CAO-wet)
werken onder gezag gevolg: uitbuiting tegengaan via sociale strijd (= staking) & dit recht
2. DE ARBEIDSOVEREENKOMST
WN = persoon die werkt op basis van een AO waarbij er enerzijds loon wordt betaald door WG
voor arbeid dat verricht is door WN en waarbij WN onder gezag staat van de werkgever.
arbeidsovereenkomstenwet 3 juli 1978 bijzonder geval: ambtenaren
zij zijn benoemd door statuut en werken voor de overheid en moeten loyaal zijn hieraan
zij vallen niet onder arbeidsrecht, maar onder administratief recht
1) Kenmerken van arbeidsovereenkomst
Loon: levensonderhoud bij vrijwilliger niet het geval (ook natura mogelijk, vb. auto)
Arbeid: niet iedereen die arbeid verricht is werknemer ook ambtenaar, zelfstandig, flexi-
En slapen is ook werken beschikbaar staan bij brandweer, politie, ziekenhuis,…
Gezag: verteld hoe & wanneer niet bij zelfstandige (hoe minder gezag, hoe meer vrijheid)
beoordeling gezagsverhouding: zeggen dat in contract staat vs. wat werkelijk staat
ondergeschikt verband? Wil van partijen & vrijheid eigen werk & controle
- Toepassing arbeidsrecht: *probleem schijnzelfstandige (werk zelfstandig, maar AO = WN)
*risico: vordering van de werknemer (vb. opzeggingsvergoeding)
- Toepassing socialezekerheidsrecht: *probleem van schijnwerknemers (omgekeerd)
*risico: werkloosheidsuitkering
2) Herkwalificatie:
Art 332 arbeidsrelatiewet:
Als blijkt dat uitoefening van arbeidsrelatie voldoende elementen brengt die onverenigbaar
zijn me de kwalificatie die door de partijen aan de arbeidsrelatie wordt gegeven, kan rechter
herkwalificeren = andere kwalificatie geven aan het contract
De algemene criteria die het bestaan of afwezigheid van een gezagsband beoordelen zijn:
De wil der partijen in de overeenkomst is iets anders dan de kwalificatie van de partijen
De vrijheid van organisatie van werktijd (dwingende uren, verantwoording ziekte,…)
Organisatie van werk (gezag & bevelen)
Mogelijkheid om hiërarchische controle uit te oefenen (disciplinaire sancties)
wat is niet van belang & neutrale elementen:
Verplichtingen die samenhangen met de uitoefening van een beroep
Titel van overeenkomst
De inschrijving bij een sociale zekerheid of kruispuntbank voor ondernemingen
De inschrijving bij de administratie van de BTW
De wijze waarop de inkomsten bij de fiscale administratie worden aangegeven
, Oude vorm: indiciën (krachtlijnen) voor het vaststellen van de arbeidsrelatie
tot stand gekomen in de rechtspraak van Hof van Cassatie
bevel & instructies, controle arbeid, organisatie activiteite, werkrooster, vergoedingswijze
gevaar voor uiteenlopende rechtspraak elke rechter zocht anders & andere nadrukken
zorgde voor programmawet 27 december 2006: ‘wet aard arbeidsrelaties’ in vaktermen
Strijd tegen “schijnzelfstandigen”: volgens contract zelfstandig, maar werkt als WN
Principe van wilsautonomie: art 331 arbeidsrelatiewet
partijen kiezen vrij de aard van hun arbeidsrelatie waarbij de effectieve uitvoering van de
overeenkomst moet overeenkomen met de aard van de arbeidsrelatie.
zonder de openbare orde, de goede zeden en de dwingende wetten te overtreden
Bepaalde sectoren/beroepen krijgen specifieke soc-eco criteria uitgewerkt (aan 5 voldoen):
bouw, bewakingsdiensten, vervoer van personen & goederen, schoonmaak, landbouw,…
weerlegbaar vermoeden van werknemerschap (tegenbewijs ‘bestaan niet’ zeer moeilijk)
Ontstentenis (=afwezigheid) van enig financieel of economisch risico
ontstentenis verantwoordelijkheid/beslissingsmacht financiële middelen onderneming
ontstentenis van beslissingsmacht over het aankoopbeleid van de onderneming
…
zie artikel 334 van de arbeidsrelatiewet
Bij twijfel: commissie ter regeling van de arbeidsrelatie
= administratieve afdeling (‘social ruling’): kwalificeert de arbeidsrelatie
bindend voor instellingen die in administratieve commissie vertegenwoordigd worden
3) Aanwerving & sollicitatie: juridisch kader
Preconceptuele fase toch al rechten & plichten
vb. precontractuele aansprakelijkheid cao nr 38: regelgevend kader
kosten van sollicitatie: examens, onderzoeken, eensluidend verklarend afschrift (diploma),…
gedragsregels: informatie, testen, respect persoonlijke levenssfeer, non-discriminatie
wie draag kosten? WG mag niet alle vragen stellen (vb. kinderwens), foute info gegeven,..
buitencontractuele schade = schade gemaakt vóór verbintenis die vergoed moet worden
4) Contract & taal
Taaldecreet Vlaamse Gemeenschap 1979 arbeidsverhoudingen & contracten in NL
wet is van openbare orde & wordt met nietigheid bestraft (ook bij enkel ENG contract)
1994: precontractuele fase niet in NL, maar ingaat sollicitatie: taaldecreet van toepassing
2013: Hof van Justitie: belemmert vrij verkeer zorgt voor moeilijkheden buitenlanders
2014: aanpassing taaldecreet: bij toepassing vrij verkeer:
= individuele overeenkomst kan opgemaakt worden in andere taal op vraag van WN
5) Geldigheidsvereisten
Bekwaamheid: beide partijen dienen handelingsbekwaam te zijn (vb. +18j zijn)
Toestemming: geen wilsgebrek (geweld, bedrog, dwaling,… leidt tot nietigheid)
Voorwerp & oorzaak: AO heeft voor WN tot voorwerp ‘uitvoeren van arbeid’
voor WG ‘betalen loon & verschaffen van werk’
voorwerp dient voldoende bepaald en mogelijk te zijn
de oorzaak moet geoorloofd (= toelaatbaar) zijn (vb. geen drugs)