De vier kwadranten werden oorspronkelijk samengehouden door het
huwelijk. Het instituut van het huwelijk overkoepelt de structuur van
de familie. Dat was lang het uitganspunt. In die nauwe samenhang
zijn barsten en breuken gekomen.
Om te beginnen zijn seks en voortplanting uit elkaar geschoven door
de seksuele revolutie die het voor de vrouw mogelijk maakte om
seks te hebben zonder zich voor te planten. Bovendien zijn
paarvorming en ouderschap van elkaar geschoven. Paula Marx had
bij elke jurist een belletje moeten doen rinkelen want zijn kreeg in
de jaren 70 een buitenechtelijk kind dat niet dezelfde rechten kreeg
als kinderen die binnen het huwelijk geboren werden. Zij is
vervolgens naar het Europees Hof voor de rechten van de mens
gegaan en dat heeft gezegd dat dat discriminatie is.
In de jaren 80/90/2000 trekken de kwadranten zich nog verder
uit elkaar. Ouderschap en voortplanting zijn in die zin geen twee
termen meer die noodzakelijk samen gaan. Je kan je namelijk
voortplanten zonder juridisch de ouders te zijn van een kind.
Seks en paarvorming zijn in onze tijd ook uit elkaar gegroeid, je
kan seks hebben zonder noodzakelijk een relatie met die persoon
te hebben.
Er zijn echter personen die zeggen dat paarvorming en ouderschap
toch iets meer naar elkaar toe moeten in de vorm van nieuw
samengestelde gezinnen. We zouden aan die nieuwe gezinsvormen
ook een nieuwe vorm van juridische erkenning moeten geven.
We zien dus dat die kwadranten voortdurend verschuiven en los van
die kwadranten zijn er nog een reeks belangrijke tendensen:
2
,1. Emancipatie van groepen die vroeger paternalistisch behandelt werden. Vrouwen, kinderen
en personen met een handicap.
2. Individualisering waarbij er niet meer gewerkt wordt met het standaardtraject maar waarbij
iedereen zijn persoonlijke keuzes in het leven maakt. Die toename van individualisering kan
niet losgekoppeld worden van een dalende invloed van de kerk. Vroeger had de kerk wat
betreft familie en personen, zij hadden het huwelijk geïnstitutionaliseerd. Deze toename gaat
ook gepaard met de autonomie en de contractualisering. Namelijk het zelf kunnen beslissen
en beschikken over zijn eigen leven.
3. Grondrechten en familierechten hebben een belangrijke invloed van hoe ons familierecht
geconceptualiseerd wordt. Gehuwd zijn of niet gehuwd zijn maakt bijvoorbeeld niet meer uit
wanneer het kinderen betreft.
4. Verfeitelijking, het recht houd ervan om categorieën te maken. Eenmaal het recht je in een
bepaald hokje duwt zijn daar rechtsgevolgen aan verbonden. Minderjarigen mogen
bijvoorbeeld niet zelf rechtshandelingen aangaan en staan onder ouderlijk gezag. De
verfeitelijking betekent dat men toch meer af probeert te stappen van die categorieën;
3
, Hoofdstuk 2: Personen
2.1) Waarover gaat het?
▪ Wat is een persoon? Geen wettelijke definitie, wel aanwijzingen in BW
Art. 3:38 BW: Voorwerpen, ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig, lichamelijk of onlichamelijk zijn,
zijn te onderscheiden van dieren. Voorwerpen en dieren zijn te onderscheiden van personen.
Art. 3:35, tweede lid BW: Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft een vermogen en,
behoudens indien de wet anders bepaalt, slechts één enkel vermogen.
In het recht krijg je dus een driedeling. Wij zijn
geïnteresseerd in de groep van de personen. Zowel
natuurlijke personen als rechtspersonen hebben
rechtspersoonlijkheid, dat wil zeggen dat ze kunnen
deelnemen aan het rechtsverkeer. Het recht legt hen
dus rechten en plichten op en men kan naar de
rechtbank als hun rechten geschonden zijn.
Het recht is antropocentrisch, dat wil zeggen dat de mens in het midden
wordt geplaatst of aan de top van de piramide staat. Rechtspersoonlijkheid
wordt enkel toegekend aan mensen en rechtspersonen, dat zijn door
natuurlijke personen gecreëerde onnatuurlijke personen.
Als wij het over personenrecht hebben, hebben we het enkel over de
natuurlijke personen. We gaan het ook niet hebben over privaatrechtelijke
rechtspersonen of goederen of voorwerpen.
Daar ontstaat een zekere evolutie in denken van of dieren geen specifieke positie
hebben in het recht en of we hen niet een bepaalde reeks rechten en plichten
moeten toekennen
Om voorgaande vraag te beantwoorden moeten we terug naar het oude BW, dat had in
het goederenrecht een tweedeling en geen driedeling. Die tweedeling bestaat eruit dat
er voorwerpen en personen zijn, je ziet dus nergens de dieren terugkomen, dieren zijn
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RECHTENVUB1234. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.