Samenvatting HISTORISCHE CONTEXT DUITSLAND IN EUROPA (examenonderdeel)
11 vues 0 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
VWO / Gymnasium
samenvatting van FENIKS historische context 'Duitsland in Europa'. Dit 4e hoofdstuk van de historische contexten is een examenonderdeel.
Auteur behaalde een 7,9 voor de toets.
ISBN 9789006580853
GESCHIEDENIS SAMENVATTING
DUITSLAND IN EUROPA
Kenmerkende aspecten
Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren
1. De levenswijze van jagers en verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen
4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse
stadstaat.
5. De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa.
8. De ontwikkeling van het Jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.
Tijdvak 3: Tijd van Monniken en Ridders
9. Het ontstaan en de verspreiding van de Islam.
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende
agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Tijdvak 4: Tijd van Steden en Staten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane
samenleving.
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie.
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat
behoorde te hebben.
17. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
Tijdvak 5: Tijd van Ontdekkers en Hervormers
18. Het begin van Europese overzeese expansie.
19. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke
belangstelling.
20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
21. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Tijdvak 6: Tijd van Regenten en Vorsten
23. Het streven van vorsten naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse
Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie.
Tijdvak 7: Tijd van Pruiken en Revoluties
27. Rationeel optimisme en ‘’verlicht denken’’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze
vorm te geven (verlicht absolutisme).
29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden
trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en
staatsburgerschap.
, Tijdvak 8: Tijd van Burgers en Stoommachines
31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
33. Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme,
confessionalisme, feminisme.
34. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces.
35. De opkomst van emancipatiebewegingen.
36. Discussies over de sociale kwestie.
Tijdvak 9: Tijd van de Wereldoorlogen
37. Het voeren van twee wereldoorlogen.
38. De crisis van het wereldkapitalisme.
39. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme en nationaalsocialisme.
40. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
41. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
42. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de
burgerbevolking bij oorlogvoering.
43. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
44. De Duitse bezetting van Nederland.
Tijdvak 10: Tijd van Televisie en Computer
45. De dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld.
46. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit
voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
47. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren '60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende
sociaal-culturele veranderingsprocessen.
48. De eenwording van Europa.
49. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.
Paragraaf 1: Duitsland: van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog
Duitsland in het najaar van 1918
In het voorjaar van 1918, toen WOI al bijna 4 jaar bezig was, waren alle oorlogvoerende landen de uitputting nabij. De
overtuiging groeide dat het onmogelijk was de oorlog langer dan een jaar op deze manier voort te zetten. Met een laatste, enorme
veldslag wilde het Duitse leger door het geallieerde westfront breken. Dit leek in eerste instantie te lukken, maar doordat er steeds
meer Amerikaanse soldaten en wapen arriveerde in Europa, werden de Duitsers teruggeslagen. In september 1918 was het voor de
Duitse opperbevelhebbers, veldmaarschalk Von Hindenburg en generaal Ludendorff, duidelijk dat de oorlog niet kon worden
gewonnen. Wapenstilstand zou ten koste gaan van eer van het leger daarom moest parlement initiatief nemen. Toen de leden
van de Rijksdag op 2 oktober dit nieuws vernamen, waren ze sprakeloos. Mededeling oorlog niet gewonnen kon worden en
militaire instorting dreigde grote en onverwachte schok. Voor parlement als het Duitse volk. Jarenlang had de pers onder
censuur (het tegenhouden van de publicatie van bepaalde informatie door de overheid) gestaan, negatieve krantberichten werden
zo vermeden. Overheid veel propaganda (reclame maken voor een ideologie of een politieke partij, met als doel meer aanhang te
krijgen) gemaakt, hierdoor overtuigd dat Duitsland aan winnende kant stond. Onrust aan front en Duitse steden nam toe. Duitse
legercommandanten en het leger wilde vanaf 9 november 1918 niet meer door vechten. Keizer Wilhelm II was in België op dit
moment, en hem werd verteld dat hij niet meer welkom was in Duitsland daarna naar Nederland voor politiek asiel.
Op de rand van een burgeroorlog
2 dagen later werd door de leden van de sociaaldemocratische regering in een treinwagon de wapenstilstand getekend. OP 11
november 1918 kwam er een einde aan de gevechten van WOI. De situatie bleef gespannen in Duitsland. Miljoenen gezinnen
hadden mannen in hun familie verloren, er was veel honger en grote tekorten aan allerlei producten. Soldaten gingen terug naar
huis waar ze vaak geen werk en onderdak hadden. Op politiek gebied Duitsland ook verdeeld regering bestond meerderheid
leden van de SPD, een sociaaldemocratische partij, en kwam op voor belangen arbeiders. Conservatieve elite wilde terug naar de
tijd voor de oorlog, met de keizer en een sterk, machtig Duitsland. Daarnaast probeerden allerlei extremistische groeperingen de
regering ten val te brengen. Meest bedreigend was opstand communisten, noemden zichzelf Spartakisten. Wilde naar voorbeeld
van Russische Revolutie ook in Duitsland een revolutie beginnen om een heel ander soort samenleving op te bouwen.
Het ontstaan van de Republiek van Weimar
Tot in de zomer van 1919 woedde er in Duitsland een burgeroorlog tussen de linkse en rechtse groeperingen. Toch werden
verkiezingen voor een nieuw parlement gehouden. Er was algemeen kiesrecht. De 3 partijen die in het najaar van 1918 op sluiten
van de wapenstilstand hadden aangedrongen, kreeg 75% van de stemmen; de SPD (sociaaldemocraten), Centrum (katholieken) en
de DDP (liberalen). In Weimar kramen parlementsleden bijeen Republiek van Weimar. De 1e taak nieuwe parlement was
nieuwe grondwet schrijven. Daarbij uitgaan 3 principes; parlementaire democratie, gelijkheid van iedereen voor de wet en
gegarandeerde rechten en vrijheden voor iedere burger. In de nieuwe grondwet was geregeld dat parlement wetgevende macht
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studyingwithjanna. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.