Politieke geschiedenis van België
Prof. dr. F. Dhondt
Hoofdstuk IV: Oorlog, economische depressie en contestatie van de democratie (1914-1944)
11 november → wapenstilstand herdenking in Ieper: aan de IJzer was het front en de loopgraven
= de gelegenheid om mensen eraan te herinneren dat oorlog verschrikkelijk is en dat WOI dat in de
overtreffende trap geweest is
▪ Menenpoort: namen in gegrift van de mannen die gevallen zijn
▪ Last post → mensen tot inkeer brengen en laten nadenken over de waanzin van de oorlog
1909 wordt Leopold II opgevolgd door Albert I: ‘wij willen slechts ons recht’
De Belgische neutraliteit die gegarandeerd was door de 5 grootmachten is geschonden door de
Duitsers in 1914
wij hadden 83/84 jaar rust gehad: België toont zichzelf aan de publieke opinie van de hele wereld als
een onschuldige slachtoffer van agressie
→ als onze bevolking honger lijd krijgen we eten van Amerika via de ‘’commision for relief in
Belgium’
→ Als de oorlog gedaan is krijgen wij gebiedsuitbreiding: Rwanda en Burundi + Duitstalig
gebied (Malmedy, maakte vroeger deel uit van de Oostenrijkse Nederlanden) komt bij België
Als we beginnen aan de oorlog zijn we in de 2e IR:
▪ Elektriciteit
▪ vorderingen in het gebruik van staal, explosieven en wapens
▪ tijdperk van de massa waar het AMS wordt ingevoerd
▪ de legers zijn geen beroepslegers en heel de bevolking wordt onder de wapens geroepen
1
, in WOI → keizerrijken vallen, multinationale staten gaan desintegreren
twee opkomende krachten
1. Nationalisme (soevereiniteit die uitgaat van mensen moet ook uitgaan van mensen die
dezelfde taal spreken)
2. Communisme want de oorlog eindigt met de val van de Russische tsaar, de vestiging van de
Sovjet-Unie + en de Russische revolutie
→ in een kort tempo vallen dynastieën die al honderden jaren aan de macht waren
al de verschrikkingen dat die mensen hebben meegemaakt op het slagveld zorgt ervoor dat je hen
geen stemrecht meer kan weigeren
België: 1913 → invoering algemene dienstplicht ( Het heeft lang geduurd tot dat zo ver kwam )
▪ 1909 heeft Leopold II op zijn sterfbed een wet getekend die het verplicht maakte om per gezin
1 zoon naar het leger te sturen
▪ Twee groepen werken tegen
Socialisten katholieken
▪ je gaat vechten voor je land/ natie en volgens ▪ hebben liever dat de zonen op het veld
hen is dat een vals bewust zijn want de strijd werken en de meisjes thuisblijven
van de arbeiders is globaal → als ze vechten in ▪ Ze vinden het leger een poel van verderf waar
het leger is dat voor de belangen van de men alcoholieker wordt, naar de prostituees
kapitalisten gaat en waar niet dezelfde morele
▪ ze zijn pacifist standaarden worden nageleefd
▪ gaan overal in Europa de kant kiezen van de ▪ De kerk verzet zich tegen het gebruik van
eigen staat geweld
Als de Duitsers binnenvallen zetten alle 3 partijen zich achter de koning: Albert I
▪ gaat naar het parlement, doet een toespraak kort na de Duitse inval en zet zich aan het hoofd
van het leger op basis van het artikel van art 68 van de Belgische grondwet
▪ Hij voert het leger aan zoals Leopold I dat gedaan heeft in de tiendaagse veldtocht
2
,Socialisten in België door Albert I uitgenodigd om in de ministerraad te komen
→ De socialisten stonden voordien altijd in de oppositie en werden gezien als goddeloos en toch zegt
Albert in 1914 aan Emile Vander velde kom in de regering, eerst als minister zonder portefeuille
Algemeen
Wijziging politiek systeem → AES (1919: 2.102.710 kiezers, één stem)
Omdat men niet kan zeggen tegen de boerenzoon, de arbeider die moet gaan vechten in de
loopgraven dat hij minder waard is dan iemand met een diploma of een eigenaar
Wie trekt er de stemmen van de mensen die maar 1 stem hebben onder het AMS? : de
christelijke arbeidersbeweging, de socialisten, de boeren
Wie wint aan invloed? → degene die die mensen vertegenwoordigen
Christelijke arbeidsbeweging → degene die de Socialisten → hebben eisen voor het lot van de
eisen van de Vlaamse beweging mee steunen arbeiders
samen gaan die twee een belangrijke invloed hebben op het politieke spel
Politiek ≠ situatie waarbij iedereen wint, als de ene meer invloed krijgt → de andere minder
Gevolg: grotere invloed
▪ Arbeidersbeweging
▪ Vlaamse Beweging
↔ De franskiljonse bourgeois, de financiers, Franstalige liberalen en katholieke elite in het Brusselse
verliezen aan invloed
↔ Binnen de katholieke elite tekenen er zich al eerste signalen af dat er iets anti-systeem uit aan het
groeien is, iets extreem rechts
3
,Als het AES wordt ingevoerd voor mannen vanaf 21 dan vergeten wij een procedure
▪ Voor de herziening van de grondwet moet je een verklaring tot herziening hebben van de
kamer, senaat en regering die akkoord zijn over eenzelfde lijst van artikelen
▪ Als de oorlog gedaan is heeft men in België een probleem: het AMS was redelijk ingewikkeld,
men had gewoon niet meer de statistieken en het administratief papierwerk om dat allemaal
heel juist te berekenen
▪ Alle mensen die drie stemmen hadden met het AMS verliezen aan invloed en die dat deze
mensen vertegenwoordigen verliezen ook aan invloed
De gewone mens die vecht in het leger = in WOI doorgaans de gewone mens die Vlaams spreekt
→ Er zijn communautaire problemen geweest in het leger
▪ De koning ziet het rode gevaar (Russische revolutie) → de koning zegt aan de politici dat ze
iets moeten doen → hij kuist daardoor de oude generatie van de Franstalige conservatieve
katholieke op
▪ Koning Albert zegt aan katholiek Delacroix dat hij samen met de liberalen en socialisten een
kabinet moet vormen
= dag en nacht verschil met HS3 waar de katholieken alleen aan de macht waren en waar de invloed
van de socialistische beweging bestond maar niet verpletterend was
Gevolg:
▪ Coalitieregeringen
Er komt een tripartiet: de drie klassieke katholieke partijen hebben samengewerkt tijdens de oorlog
en zetten samen het bewind verder
▪ Sociaal overleg
Sociaal overleg wordt veel sterker: na de zware stakingen van 1886 komt er een model van overleg
tussen werkgevers en werknemers onder toezicht van de overheid = adviserend voor WOI
→ Na WOI: de sociale partners ook echt de macht gekregen
→ Koopkracht betekend dat u loon hoog genoeg moet zijn om u welvaart te kunnen blijven
behouden en producten te kopen die altijd maar duurder worden
4
, → In België loonnormen die worden afgesproken tussen de werkgevers en werknemers op
centraal niveau , niet de politiek die dat beslist maar de sociale partners ( Als ze er niet
uitkomen gaat de regering in de plaats een beslissing nemen)
MAAR na WOI begint een systeem waarvan wij vinden dat het de sociale partners zijn die weten hoe
de economie draait zelf een akkoord moeten vormen
Maar ook: kritiek op de democratie
▪ Autoritair (Duitsland/Italië)
De verliezers van het AES beginnen autoritaire extreemrechtse denkbeelden te krijgen
▪ Technocratie, corporatisme
→ een aantal politici gaan zien dat de publieke opinie het moeilijk heeft met hoe het
parlement werkt, hoe de politieke partijen afspraken maken
→ Er komt een sfeer in de jaren 30: ‘ze zijn allemaal omgekocht’
Speelt in de kaart van extreem rechts en ook in de kaart van technocraten = mensen die vinden dat
de overheid op basis van competentie, inhoudelijke kennis moet besturen
▪ Vanuit die technocraten komt het idee samen met de vakbonden en de werkgevers om eigen
dingen uit te bouwen die later na 45’ de sociale zekerheid gaan worden
▪ Hoofdstuk 4 = belangrijk → een aantal fenomenen duiken op waar men in 1830 niet aan
gedacht had
WOI is een belangrijk moment want deze kaart van
Europa gaat helemaal breken
Ottomaanse rijk omvat bij begin van de oorlog:
Turkije, Irak, Libanon… tot het huidige Libië ↔
springt uit elkaar en Turkije gaat van 1922 een
kleiner stukje daarvan zijn
Grondlegger Turkse onafhankelijkheid = Ataturk →
richt een lekenstaat, republiek op
5
, WOI ontstaat op de Balkan: ontstaan van het koninkrijk Servië = een gevolg van een interventie van
een andere staat in het Ottomaanse rijk, een staat die op zoek is naar controle over de zwarte zee
= Rusland duwt op de Balkan
4.1) België in de eerste wereldoorlog
Als de oorlog ontstaat is België een van de meest ontwikkelde landen van de wereld op dat moment
= economische tijger
→ China, Rusland, Egypte, Latijns-Amerika : de Belgen zijn overal
Oorlog:
▪ Internationale economie valt stil, hadden daar niet aan gedacht want we waren neutraal
▪ invloed op de spanningen die er binnen België ontstaan
▪ In WOI gebruikt men zware kanonnen, mitrailleurs, gifgas, granaten, tanks → veel mensen
komen verminkt terug naar huis
In Duitsland: keizer twijfelt binnen te vallen → hij wordt overtuigd door de generaals en de industrie
(want die hebben er belang bij, willen geld verdienen aan de oorlog)
▪ 1815 krijgt Pruisen een groot stuk van West-Duitsland erbij om potentiële Franse aanvallen
tegen te houden
▪ Neemt na verloop van tijd Duitsland in en gaat een oorlog voeren met Frankrijk waar ze
beloven om België niet aan te vallen ↔ in 1914 willen de fransen wraak : willen Alsace
Lorraine
De Duitsers gaan i.p.v. daar te vechten waar iedereen ingegraven is willen ze binnenvallen vanuit België
en rechtstreeks naar het hart van Frankrijk
→ Ze willen heel snel Frankrijk verslaan en dan naar de andere kant, Rusland gaan = Von Schliefen plan
6