MILIEUSOCIOLOGIE: INHOUD
H1: Inleiding: duurzaamheidstransities
H2: Het multi-level perspectief en strategisch niche management
H3: Duurzame consumptie en dagdagelijkse praktijken
H4: Lokale transitie-initiatieven en sociale bewegingen
H5: Maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen
H6: Transitie governance en governmentality
H7: Duurzame steden
H8: Socio-technische verandering en toekomstbeelden + uitleiding
H1: INLEIDING: DUURZAAMHEIDSTRANSITIES
Formele doelstelling: kennis van en inzicht in de sociale theorievorming, het actuele wetenschappelijk
onderzoek, en de maatschappelijk debatten over duurzaamheidstransities.
Wat zijn duurzaamheidstransities? Kunnen we het best begrijpen door te kijken naar de grote uitdagingen van
deze en de komende tijd: klimaatverandering, eindigheid fossiele brandstofvoorraden (piekolie, onstabiele
energieprijzen), bevolkingsgroei, het verdwijnen van sociaal kapitaal (samen-leven), economische crisissen, etc.
DUURZAAMHEID TRANSITIES & SAMENLEVING
Met andere woorden: “Er hangt iets in de lucht, en het is meer dan CO2”
- Er is iets fundamenteel mis met het systeem waarin we leven, het is niet meer duurzaam
=> structurele, systemische verandering nodig
- Hoe kunnen we veranderingsprocessen rond grote uitdagingen beter begrijpen (verstehen)?
En hoe kunnen we veranderingen in een meer duurzame richting teweegbrengen (managen, sturen,
beïnvloeden)?
- Sociologisch: transitiestudies uit sociale, co-productieve eerder dan louter technische hoek
- Interdisciplinaire aanpak hanteren: sociologie, (sociale) psychologie, science and technology
studies, risicostudies, urban studies, milieustudies, etc.
IN DEZE LES
1. Duurzame ontwikkeling: de verlichting en de industriële revolutie
2. Duurzame ontwikkeling in de 20ste eeuw
3. De theorie van de risicosamenleving
4. De ecologische modernisatie theorie
1
,DUURZAME ONTWIKKELING: DE VERLICHTING EN DE INDUSTRIËLE REVOLUTIE
DUURZAME ONTWIKKELING: DE VERLICHTING
Duurzame ontwikkeling
- Het concept vooruitgang (the great idea of progress)
- De verlichting: centraal idee is dat we vooruitgang en vrijheid zullen bereiken door middel van de rede
(dus evoluties op vlak van wetenschap en technologie)
Tweede helft 18de en 19de eeuw: popularisering van de wetenschappelijke revolutie
- Vanaf dan zijn er tal van denkers die richting geven aan de verlichting (Voltaire, Montesqieu, ...)
- Niet de founding fathers van de wetenschappelijke revolutie, maar ze populariseerden wel de
wetenschappelijke revolutie: stonden weigerachtig tegenover zaken zoals traditie, religieuze
voorbestemdheid, ...
Ze vonden dat echte kennis (true knowledge) enkel gebaseerd kan worden op feitelijkheden en de
wetenschappelijke methode
Auguste Comte
- Idee rond vooruitgang komt ook aan bod in het werk van Comte (founding father van de sociologie)
- Wet van de drie stadia: evolutie van het menselijk denken gebeurt in drie stadia
> theologisch, metafysisch, het positieve stadium (verklaringen gezocht in bovennatuurlijke krachten,
abstracte begrippen, of relaties tussen verschijnselen)
- Basis voor de rangschikking van de wetenschappen > sociologie als overkoepelende wetenschap
DUURZAME ONTWIKKELING: DE INDUSTRIËLE REVOLUTIE
Tweede belangrijke periode voor de ontwikkeling van het discours van duurzame ontwikkeling was de
industriële revolutie
- De industriële revolutie: de idee van menselijke vooruitgang werd fel gekoppeld aan economische
groei: “…industrialisatie zette de mens aan om te denken dat het normaal is om de natuur te
domineren en om het radicaal te transformeren in consumptiegoederen, (…) en dat enkel die dingen,
geproduceerd door de industrie, en geplaats op de markt voor verkoop, een waarde hebben.” (Du
Pisani)
- Illustratie van dit citaat: denk aan Henri Ford, Model T & Taylorism
Samengevat: tijdens de verlichting alsook tijdens het begin van de industriële revolutie was er een zeker
optimisme, vooruitgang bleek eindeloos te zijn, dankzij wetenschap en technologie scheen zowel de
economische als de morele perfectie van de mensheid mogelijk te worden
DUURZAME ONTWIKKELING: THE HANGOVER (THE VIP PARTY IS OVER)
Maar er is ook een minder optimistische zijde aan de industriële revolutie
- “Industrial capitalism was not an unqualified blessing to all” (Du Pisani)
- De voordelen van het kapitalistisch systeem gingen voornamelijk naar een elite en de rijke landen
> kloof tussen arme en rijke landen werd steeds groter
2
, - Besef dat dit niet houdbaar zou zijn verwijst naar belang van intergenerationele verantwoordelijkheid
Er was dus bewustwording over de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de milieuimpact van het
fabrieksleven
- Bv. hout: voor verbranding en verwarming, maar ook als constructiemateriaal, mogelijks tekort aan
hout door de grote vraag werd een reëel probleem: “Fears that such a shortage would threaten the
basis of people’s existence stimulated a new way of thinking in favour of the responsible use of natural
resources in the interest of the present and future generations, very similar to the thinking behind
sustainable development today” (Du Pisani)
- Bv. steenkool: Stanley Jevons schreef het werk The Coal Question (1866): hij stelde dat steenkool
reserves in Engeland zouden op raken binnen de komende 100 jaar en dat als ze hun gebruik van
steenkool niet zouden aanpassen Engeland haar dominante industriële positie zou verliezen
- Bv. bevolkingsgroei: Thomas Malthus schreef zijn Essay on the Principle of Population (1798): de
bevolkingsomvang zou sneller groeien dan de productie van voedsel waardoor er een hongersnood
zou ontstaan
Samengevat: er zijn verschillende voorbeelden van werken uit de 18 de en de 19de eeuw, gaande van
bevolkingsgroei tot het gebruik van hout en steenkool, die het belang van duurzaamheid op de voorgrond
plaatsen (men benoemde het niet zo, maar het betrof gelijkaardige vraagstukken)
DUURZAME ONTWIKKELING IN DE 20 S T E EEUW
In de 20ste eeuw zien we een afwisseling, een soort van slinger, tussen pessimistische en optimistische
vooruitzichten wat betreft de ontwikkeling van de mensheid
- Begin 20e eeuw: vooruitgangsdenken en optimisme
- Schakelt om in pessimistische visies ten gevolge van WOI en the great depression in de jaren 30
- Na WOII, vanaf jaren 50-60: opnieuw economische bloei: herbronning voor de idealen van de
verlichting: golden sixties als jaren van ongekende welvaartsgroei
- Maar optimisme was van vrij korte duur: jaren 60-70 opkomst van tegenculturen (mei 68, opkomst
milieubeweging, ontstaan ngo’s, oliecrisis 73, wereldwijde recessie, etc.): er ontstaat dus een kritische
massa die de verlichtingsidealen in vraag stelde
- Halverwege jaren 70 opnieuw een wereldwijde recessie die volgde op de oliecrisis in 1973: men werd
zich toen voor het eerst bewust van de desastreuze gevolgen die bronnenschaarste teweeg kan
brengen: “Reflection upon the causes of the recession led to an awareness of the limits to economic
growth.” (Du Pisani)
BELANGRIJKE (BELEIDS)DOCUMENTEN
LIMITS TO GROWTH
Een van de belangrijkste documenten werd geschreven door de Club van Rome:
Limits to Growth of grenzen aan de groei rapport (1972)
- Club van Rome: maakten zich zorgen over de toekomst van de wereld
- De ‘big bang’ van het duurzaamheidsdiscours
- In verschillende scenario’s toonde men aan hoe de huidige bevolkingsgroei, de mate van
grondstoffenverbruik en voedselproductie, en een dergelijke mate van industrialisatie en vervuiling op
een eindige planeet gewoonweg onmogelijk is, en dat onze planeet haar limieten zal bereiken binnen
de komende 100 jaar
3
, HET BRUNDTLAND-RAPPORT
Het Brundtland-rapport (1987)
- Volgende belangrijke stap, vooral in de popularisering van het concept duurzaamheid en duurzame
ontwikkeling
- Gepubliceerd door de World Commission on Environment and Development (WCED) van de VN
- Verwijst naar de toenmalige Noorse minister G.H. Brundtland
- Het rapport bevat de meest bekende definitie van duurzame ontwikkeling: “een ontwikkeling die
tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder het vermogen van toekomstige
generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”
- “Het rapport drukte het geloof uit dat sociale gelijkheid, economische groei, en milieubehoud
tegelijkertijd mogelijk zijn, waarbij de nadruk werd gelegd op de drie fundamentele pijlers van
duurzame ontwikkeling: milieu, economie, en samenleving(…)” (Du Pisani)
KRITIEKEN OP HET BRUNDTLAND RAPPORT
Vernieuwende en positieve:
- Veel aandacht voor sociaal politieke en verdelingskwesties, idee dat het armoedevraagstuk
(rechtvaardigheid) en ecologische duurzaamheid samen moeten worden aangepakt
Kritieken:
Vanuit conservatieve hoek:
- Beleid inzake duurzame ontwikkeling is eigenlijk overbodig want de werking van de vrije markt zal de
neveneffecten van economische groei vanzelf uitvlakken
- Modernization theory vs. dependency theory:
Modernization: ontwikkelingslanden moeten zich aanpassen aan het model van de ontwikkelde
landen en dus de liberale politiek van het westen overnemen (privatiseren, markten openstellen,
massaconsumptie creëren, ...)
Dependency: de ontwikkeling van het westen is gebaseerd op de uitbuiting en onderontwikkeling van
minder bedeelde landen
Vanuit progressieve hoek:
- Nadruk op intergenerationele solidariteit (tussen generaties); maar te weinig op intragenerationele
solidariteit (binnen generaties, sociale ongelijkheid in het hier en nu): “een ontwikkeling die
tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder het vermogen van toekomstige
generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”
- Het rapport was een soort compromis document: er werden weinig concrete doelstellingen
geformuleerd waardoor de algemene definitie (zie hoger) voor verschillende interpretaties vatbaar
werd.
Het gevolg van dit laatste: “De gebreken in het Brundtland-rapport werden (…) maximaal uitgebuit door de
groepen en organisaties die een andere (lees: commerciële) opvatting hadden over de betekenis van duurzame
ontwikkeling.” (Jones & Jacobs 2007: 149).
- Duurzaamheid wordt een buzzword: gebruik van het woord duurzaamheid in sociologische
tijdschriften is enorm gestegen sinds de jaren ’80
4