Onderzoeksmethoden en technieken III
Prof. Dr. N. De Witte
Examen: 60% & Wpo: 40%
2022-2023
1
,1 Kwalitatieve methoden
1.1 Kwantitatieve vs kwalitatieve onderzoek
• Kwalitatief = documentenanalyses, krantenanalyses, visieteksten, = inhoud
• Kwantitatief = cijfers, hoeveel woorden, gemiddelde, …
1.2 Psychologie en de historisch kwantitatieve basis
• Begint bij het positivisme = we gaan opzoek naar universele wetten die alles gaat verklaren.
o = natuurwetenschappelijke benadering: zoektocht/onderzoek naar universele wetten
▪ Vb.: fysica, chemie
• Experiment, universalisme, meten, reductionisme: Hierin gaat men
experimenten toen en zoeken naar universele wetten door te
meten. Hierdoor gaat men dan alle fenomenen die overeen komen
reducerentot die ene wet.
▪ M.a.w. de complexe wereld waarin wij leven wordt gereduceerd tot
ééneenvoudige formule. Er is een verschil tussen experimenten met
kogels en mensen. Mensen zitten in een context en gaan hier binnen
functioneren. Je kan niet iemand van Brussel en Gent vergelijken, ze
gaan anders reageren.
o Statistische invloeden: ontwikkeling van de statistiek heeft dan ook bijgedragen
aandit positivisme.
o Ter vergelijking: sociologie
▪ Hier zien we toch een andere beweging nl. 1950-1960 kwam de focus
opkwalitatief onderzoek te liggen.
▪ Ondanks dat sociologie en psychologie in zekere mate aan elkaar
aansluitenzien we dat sociologie toch een compleet andere weg is op
gegaan als de psychologie die vooral op kwantitatief gefocust was.
o Ter vergelijking: biologie:
▪ Hierin gaat men vaak gebruik maken van observatie, wat aansluit bij
denatuurwetenschappelijke benadering.
• Maar men kan observatie ook gebruiken in het kader van
kwalitatiefonderzoek (zie verder)
• Expansie van kwantitatieve basis door
o Klinische psychologie
o Educatie, forensische, marketing,…
▪ Vb. marketing: wat maakt het dat iemand iets meer of minder koopt?
Waar moeten we het product in de supermarkt plaatsen zodat het meer
gekocht wordt? Aan de kassa staat er veel snoep => verkoopt meer.
• Andere redenen voor toename van kwalitatief onderzoek in de psychologie:
o Tekort aan kritische massa in het verleden
▪ Vroeger waren er veel minder psychologie studenten, dus ook
minder onderzoek en dus minder kritiek
• Dus de kans op anders denkende mensen was veel kleiner
2
, ▪ Meer massa = > meer kansen op kritiek
• En dus eventueel meer kritiek op de kwantitatieve benadering.
o Psychologie enkel aan universiteiten waardoor er weinig praktijk werk was.
▪ Opkomst praktijkwerkers met kennis m.b.t. context waarin mensen
functioneerden zorgde ervoor dat kwantitatieve methode wat meer
kritiekkreeg.
• Zij kwamen dus met idee dat het buiten het zuivere kwantitatieve
ookbelangrijk is om naar context van individu te kijken en daarvoor
zijn kwalitatieve methoden nodig.
• Health literacy bij ouderen: ‘second opinion aan een andere arts’ (is
de eerste arts dan slecht) ‘ik begrijp wat de arts mij vertelt’ (ligt het
aan het individu die het niet snapt of de arts die niet kan uitleggen)
1.3 Breuklijnen tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Objectief Subjectief
Hard Soft
=> het is harde data, de cijfers spreken voor
zich
Mechanisch Rationeel
=> men laat gedurende het onderzoek de
rede meer een rol spelen
Kwantitatief = de mens in zijn geheel, reduceren Kwalitatief
in cijfers
Nomothetisch Teleologisch
=>men gaat op zoek naar wetmatigheden die =>een individu stelt een bepaald gedrag om
eventueel voor iedereen gelden een doel dat ze voor ogen hebben te bereiken.
Er zijn dus geen algemene
wetmatigheden.
Analytisch Ideografisch
=>men gaat statistiek gebruiken, men doet =>men gaat naar het individu kijken en kijken
diepgaande analyses wat dit individu nu zo verschillende
maakt van anderen. Wat maakt dit individu
uniek?
Operationeel Synoptisch
=> beide methoden zijn evenwaardig!
1.4 Visie op wetenschap als basis voor polarisering
• Andere oorzaak voor polarisering van kwalitatief en kwantitatief onderzoek is de
manierwaarop we naar wetenschap kijken.
• Benadering 1: Conceptualisering wetenschap vanuit psychologie
o Objecten in de natuurlijke omgeving zijn objectief en reëel en bestaan
onafhankelijkvan mensen
o Wetenschappelijke kennis wordt bepaald door actuele karakteristieken van de
fysische wereld
o Wetenschap: toolbox van methodes en procedures.
o Wetenschap: individuele en mentale/cognitieve activiteit
3
, • Benadering 2: Wetenschap als sociaal construct
o Mensen kunnen echte wereld nooit direct observeren
o Mensen krijgen wereldbeeld dat wordt opgelegd door wetenschap
o Mensen vertonen weinig consensus over methodes en procedures
o Mensen handelen collectief en social
o Je kan de echte wereld nooit observeren, je ziet het altijd anders.
1.5 Visie op kwalitatief onderzoek
1.4.1 Povee & Roberts (2014)
• Interview bij studenten en staf departement psychologie (Australia)
• Dan heeft men thematische analyse gedaan van interviews
• Overkoepelende conclusie
o De methodologie moet gekozen worden op basis van de onderzoeksvraag.
▪ Kwantitatief, kwalitatief en mixed method methodologie hebben elk
hunwaarde en moeten aldus geapprecieerd worden
• Zeggen dus niet dat er een bepaalde rangorde is tussen kwantitatief
enkwalitatief onderzoek.
• Kwantitatief krijg je resultaten en kwalitatief toetsen en andersom.
Tevredenheid aula QA: 6/10 maar waarom zijn de studenten
tevreden? Zijn het de stoelen of locatie? Dus je gaat een mixed
method gebruiken.
• Andere themata
o Onvoldoende bekendheid en vertrouwdheid met kwalitatief onderzoek
o Kwalitatief onderzoek is tijdsintensieve vorm van onderzoek
▪ 20 enquêtes afnemen en ophalen is natuurlijk minder tijdsintensief dan
20interviews doen.
▪ Je kan ook de vragen aanpassen tijdens het interview.
o Publicatiebias
▪ Kwantitatief onderzoek, zeker als er significantie gevonden wordt,
wordtmakkelijker gepubliceerd.
o Nochtans: Praktijk psycholoog (interpersoonlijke relaties en communicatie):
matchmeer met kwalitatief onderzoek
o Lived experiences capteren is een sterk punt van kwalitatief onderzoek
o Empowerment van de onderzochte reduceert statuut onderzoeker
▪ Hierdoor staat onderzoeker niet meer “boven” de onderzochte of
geïnterviewde maar worden ze gelijken. Dat is natuurlijk verschillend bij
kwantitatief onderzoek waar de onderzoeker gewoon een vragenlijst geeft
envraagt om die in te vullen, hierbij lijkt onderzoeker hoger statuut te
hebben.
o Geïnterviewden gaven ook aan dat er een tekort aan respect voor
kwalitatiefonderzoek is (manier van lesgeven)
o Subjectiviteit kwalitatief onderzoek vs. objectiviteit kwantitatief onderzoek
▪ Maar er zijn ook aantal methoden in kwalitatief onderzoek om
diesubjectiviteit te gaan reduceren.
4
, • Het niet kennen van deze methoden is dan vaak ook de oorzaak
voorde kritiek of het niet hebben van respect voor de kwalitatieve
methode.
o Waarde en generaliseerbaarheid van kwalitatief onderzoek
▪ Generaliseerbaarheid is niet het doel van kwalitatief onderzoek, als men
wiltgaan generaliseren moet men kwantitatief onderzoek doen.
o Eigenschappen kwalitatieve onderzoeker (praten met mensen/geen stat. kennis)
▪ Vb.: praten met anderen is niet voor iedereen
• Je moet dus bepaalde kwaliteiten hebben voor kwalitatief onderzoek.
1.6 Definitie kwalitatief onderzoek
• Kwalitatief onderzoek definiëren is moeilijk
• Men kan het benaderen van de dataverzamelingsmethodes:
o Vb. klassieke dataverzamelingsmethodes: focusgroepen, observaties,
diepte-interviews
o Het is niet kwalitatief onderzoek an sich
▪ Kwalitatief onderzoek is meer dan kwalitatieve onderzoeksmethoden, he
tiseen filosofische stroming.
o Doelstellingen van onderzoeker verschillen op basis van epistemologie
o Focus verschilt afhankelijk van de doelstelling van de kwalitatieve onderzoeker
▪ Conversatie of inhoudelijke analyse bij een gesprek
• Conversatie: wie zegt wat?, hoe reageert de andere hierop?,
hoeverloopt de conversatie.
• Inhoudelijk: wat wordt er gezegd?
• Type data is ook verschillend
o Ontbreken van harde cijfers, statistieken
o Bij kwalitatief onderzoek met men loskomen van tirannie van de statistiek
1.5.1 Karakteristieken van kwalitatief onderzoek
5
, • Concern with richness of description in the data
o = data verzamelen die alles omvattend is en niet reductionistisch.
o Kwalitatief onderzoek houdt zich bezig met rijke, diepgaande data.
o Dataverzamelingsmethodes zijn dus
▪ ‘allesomvattend’
▪ Niet reductionistisch
▪ Dit is een voorbeeld van een kwantitatieve dataverzamelingsmethode. De
eerste lijn wordt aan de persoon gegeven en er wordt gevraagd een streepje
tetrekken. Achteraf neemt men de 2de lijn erbij en men gaat kijken op welke
hoogte het streepje ongeveer is.
• Op deze manier reduceert men pijn en zijn oorzaken,
belevingen,gevolgen,… tot 1 simpel cijfer.
▪ Bij kwalitatief onderzoek zou men in gesprek gaan met de persoon en
vragennaar zijn belevenissen van die pijn.
• Concern with capturing the individual’s perspective
o Kwalitatief onderzoek gaat een individu zijn perspectief proberen capteren.
o Vb.: op spoed geeft men de cliënten dezelfde analoge schaal als hierboven in
verbandmet pijn.
▪ De ene persoon die in zijn hand gezaagd heeft (kleinere wonde) geeft een
8,5aan
▪ De andere persoon die een zwaar auto-ongeval had en een hoofdwonde
heeftgeeft een 7 aan.
▪ Op de spoed wordt er vergeleken, je krijgt een code van hoe snel je gezien
moet worden door een arts (1 tot 24u) is het dan nog spoed?
6