Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Europese en Regionale Integratietheorieën €4,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Europese en Regionale Integratietheorieën

1 vérifier
 584 vues  12 fois vendu

Samenvatting van het vak Europese en Regionale Integratietheorieën, dat wordt gegeven in de 3e Bachelor van de studie Politieke Wetenschappen aan de Universiteit Gent. De samenvatting omvat het gehele handboek Theorie van de Europese Integratie, geschreven door professor Jan Orbie. Echter, in de s...

[Montrer plus]

Aperçu 10 sur 72  pages

  • 7 août 2018
  • 72
  • 2017/2018
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: Thijsdejaeger • 5 année de cela

avatar-seller
RenzoNieland
Inhoudstafel
Hoofdstuk 1: De Founding Fathers; Europa op zoek naar vrede 2
1. Federalisme 3
2. Functionalisme 6
3. Transactionalisme 9

Hoofdstuk 2: Het Neofunctionalisme; de goocheltruc van Ernst Haas 12

Hoofdstuk 3: Het einde van de Europese “integratie” theorieën? 19
1. Het intergouvernementalisme: de logica van de diversiteit 19
2. Complexe interdependentie en samenwerking in Europa 21
3. Een marxistische lezing van het Europese project 22

Hoofdstuk 4: Het grote debat; Neofunctionalisme en Inter-
Gouvernementalisme heruitgevonden 24
1. Neofunctionalism Strikes Back: het Supranationaal Institutionalisme 25
2. Het Neofederalisme en de staat van Europa 29
3. The Return of Realism; het Liberaal-Intergouvernementalisme 31

Hoofdstuk 5: Het Nieuw-Institutionalisme; Institutions Matter 36
1. Rationele Keuze-Institutionalisme: We Live in a Material World 37
2. Historisch Institutionalisme: man zoekt hond 42
3. De Joint-Decision Trap: moeten maar niet kunnen 44

Hoofdstuk 6: Het Sociaal-Constructivisme; nieuwe vragen,
oude methoden? 45
1. And Now for Something Completely Different? 45
2. Gematigd en Radicaal Constructivisme 48
3. Constructivisme toegepast op de Europese Unie 50

Hoofdstuk 7: Wat is Europa: Politics as Usual, of Multi-
Level Governance? 52
1. Het Comparativisme: Europa als politiek systeem 52
2. Multi-Level Governance en beleidsnetwerken 53
3. Europa als Regulatorische Staat 55

Hoofdstuk 8: Het Sociaaleconomische Debat: gaat Europa
naar links of naar rechts? 58
1. Neomarxistische analyses: sociale doelstellingen in Europa 59
2. Het Europees Sociaal Model? De fundamentele asymmetrie in Europa 61

Hoofdstuk 9: Het Democratisch Deficit van Europa: mythe,
realiteit of utopie? 63
1. Inputdemocratie via de parlementaire piste 63
2. Outputdemocratie in de Europese regulatorische staat 65
3. Procesdemocratie in een Multi-Level Governance-systeem 66
4. Politiek Conflict en democratie 67

, 2.


Hoofdstuk 1: De Founding Fathers; Europa op zoek
naar vrede
 Pluralistische benaderingen, met als doel vrede in Europa te realiseren
o Pretheoretisch en normatief
 Focust op regionale integratie op het algemeen, niet specifiek op
Europese integratie
 Nog niet erg gesofisticeerde theorievorming
o Deze theorieën staan zeer kritisch t.o.v. de EU
 Federalisme: EU is een slap aftreksel
 Functionalisme: EU is een platform voor machtsspelletjes
 Transactionalisme: te grote obsessie met formele instituties

, 3.




1. Federalisme

- Ontstaan
o Coudenhove-Kalergi’s Pan-Europa (1923)
 Europa zou een wereldmacht kunnen worden, maar vreesde verscheurd
te worden door nationalisme
 Landen moeten zich hierom verenigen in een Europese federatie, om zo
de vrede te handhaven
 Bepleitte een Frans-Duitse gemeenschap van kolen en staal
 Was voorzitter van de eerste Europese parlementaire unie
 < de Afrikaanse koloniën van Frankrijk en Duitsland zouden ook bij
deze unie horen
o Briand-Memorandum (1930)
 Bepleitte oprichting van een “Europese Unie” en een gemeenschap van
kolen en staal, ten dienste van Frans-Duitse vrede
o Altiero Spinelli’s Ventotene Manifesto (1941)
 Benadrukte de legitimiteitscrisis van de natiestaat
 Zijn ideeën zouden na WOII toenemen in populariteit
o Eerste politieke verwezenlijking: Raad van Europa (1948)
 < zou niet uitgroeien tot een politieke federatie; houdt zich nog wel
bezig met mensenrechten
 < na mislukking Europese Defensiegemeenschap en Europese Politieke
Gemeenschap was het federalistische pad doodgelopen
 > voortaan zou integratie via neofunctionalistische weg verlopen
o Impact op hedendaagse politieke debat
 Belangrijk referentiepunt in het debat over de toekomst van de EU, bij
voor- en tegenstanders van een federatie en/of “meer Europa” in het
algemeen
 Federalisten grijpen elke crisis aan (terrorisme, Russisch imperialisme,
eurocrisis) om te pleiten voor een federatie
 < geen eenduidige en heldere definitie; deze vaagheid en elasticiteit
verklaard wellicht de populariteit ervan
 < roept ook verschillende connotaties op, afhankelijkheid van de
politieke cultuur


- Doelstellingen
o Machtsverdeling tussen het centrale en het nationale niveau
 Verschillende Europese volkeren worden geïntegreerd in een politieke
gemeenschap, maar behouden wel een zekere mate van autonomie

, 4.


 Focus op duidelijke juridische definiëring en afbakening van
bevoegdheden en machtsverdeling in een grondwet + de macht van
supranationale instellingen
 < onenigheid over exacte bevoegdheidsverdeling
 > men is het wel eens over het principe van subsidiariteit



 Hamiltonmodel:
 Federale overheid beschikt over de belangrijkste
kernbevoegdheden (defensie, buitenlands beleid, valuta, macro-
economisch beleid) oftewel hard politics
 Staten buigen zich dan over de soft politics (onderwijs, zorg,
sociale zekerheid, infrastructuur)
 Proudhonmodel:
 Nadruk op lokale autonomie en decentralisatie, om zo de mens
te bevrijden uit de kapitalistische statenorde
o Democratische vertegenwoordiging
 Natiestaten zijn hun legitimiteit kwijt; door oorlog, economische
depressie en met name totalitarisme
 Democratische Europese federatie zal op meer legitimiteit kunnen
rekenen bij de bevolking; directe link tussen politiek en burger creëren
 Primaat van de politiek; federatie moet opgericht worden door burgers,
i.p.v. diplomaten > economisch-technische aspecten zijn secundair

- Methodes
o Propaganda
 Europese bevolking moet warm gemaakt worden voor een Europese
federatie, door het creëren van een Europees gemeenschapsgevoel
 Hierbij wordt vaak gebruikgemaakt van symboliek, mythologie en
romantiek
 > binnen de EU wordt vaak gedacht dat euroscepsis vooral het gevolg
is van slechte communicatie over het politieke project
o Critical junctures
 Crises en/of problemen die de mogelijkheid bieden om Europa verder
te integreren, door een Europese oplossing te presenteren voor deze
crises/problemen (bijv. WOII, globalisering, eurocrisis)
o Onenigheid over de methode
 Big Bang-revolutie:
 Politici creëren met een enkele pennenstreek een Europese
grondwet en federatie
 < deze methode is mislukt; zie mislukking EDG en EPG
 Constitutionele methode:
 Pan-Europese beweging genereert steun onder de bevolking, die
resulteert in een Europese grondwet

, 5.

 < ook deze methode stuitte op haar beperkingen; zie afkeuring
van Europese Grondwet
 Neofunctionalisme (federalism by installments):
 Geleidelijk aan werkt men toe naar een politieke federatie, via
technisch-economische samenwerking
 > dit is de dominante methode geworden na mislukken EDG en
EPG; o.a. Jean Monnet paste deze toe
 < stuitte wel op verzet van radicale federalisten als Spinelli, die
de EEG en EU slappe aftreksels vonden
 > spillover naar een politieke federatie zou volgens hen
uitblijven en de EU kon bovendien niet democratisch zijn
o Europese Grondwet
 Mislukking hiervan leidde tot een nog meer functionalistisch discours
(“Europa van de projecten”)
 > Europa blijft vooral een regulatorische staat, die zich hoofdzakelijk
bezighoudt met de soft politics en concrete projecten
 < stuitte op kritiek van federalisten, volgens welk de EU zich ook zou
moeten buigen over de hard politics en een overkoepelende visie op de
toekomst van Europa zou moeten presenteren

- Kritieken
o Vrees voor nazistisch Europa
 Men reproduceert de gevaren van de natiestaat (oorlog, nationalisme,
protectionisme) op Europees niveau; een federaal Europa is niet per se
een pacifistisch Europa
 Men creëert enerzijds een Europese identiteit, terwijl anderzijds niet-
Europese landen en volkeren als bedreiging worden gezien
 Hoewel de EU lange tijd vooral een civiele macht was in de wereld-
politiek, begint men langzaam toe te werken naar een Europees leger >
angst voor een oorlogszuchtig Europa blijft bij sommigen bestaan
o Democratisch deficit
 Europese federatie zal verder afstaan van de bevolking; het is
twijfelachtig of zich een Europees natiegevoel zal gaan ontwikkelen
 Bovendien is de legitimiteitscrisis van de natiestaat inmiddels opgelost,
door het herstel van de democratie en de uitbouw van de welvaartsstaat
na WOII
 > de oprichting en ontwikkeling van de (functionalistische) EU heeft
dit evenwel mogelijk gemaakt
o Staatscentrische bril
 Weinig originele visie, doordat het de blauwdruk van de natiestaat
simpelweg kopieert op Europees niveau
 Wellicht zou een nieuw soort politieke constructie een beter idee zijn
 < in de praktijk is de EU ook een unieke constructie geworden,
namelijk een systeem van multi-level governance / “Middeleeuws
imperium”

, 6.


o Niet wetenschappelijk onderzocht
 Eerder een idealistisch (naïef?) project dan een wetenschappelijke
analyse van hoe zo’n federatie opgericht kan worden en hoe zij zou
functioneren
 Weinig aandacht voor de politieke dynamieken achter de oprichting
van instituties
 Men veronderstelt dat de publieke opinie gemakkelijk overtuigd kan
worden, gegeven de legitimiteitscrisis van de natiestaat
o Sociaaleconomische breuklijn?
 Federalisten lijken te pretenderen dat een Europese federatie een
politiek neutraal project is
 Er bestaat ideologische verdeeldheid tussen linkse (Spinelli) en rechtse
(Verhofstadt) federalisten
 In politieke manifesten worden evenwel geen duidelijke keuzes
gemaakt voor het economisch beleid
2. Functionalisme

- Form Follows Function
o Doelstellingen: welvaart en vrede
 Politieke instellingen moeten ten dienste staan van deze menselijke
doelen
 Fabianisme: sociaaldemocratische planning van de economie (Keynes)
 Een soevereine politieke constructie, die een groot deel van de
bevoegdheden centraliseert op een enkel beleidsniveau, is hiervoor
ongeschikt
 Dit is namelijk niet functioneel, doordat men eerst een politieke
constructie optuigt, om daar vervolgens bepaalde functies aan toe te
wijzen, waarbij politiek-ideologische motieven de boventoon voeren
(function follows form)
o Nationale staat?
 Staten zijn niet langer in staat om welvaart en vrede te handhaven, om
drie redenen:
 1: de staat wordt nu gedomineerd door belangen en ideologieën; er
wordt politieke koehandel gespeeld, waarbij beleidsterreinen worden
uitgeruild tussen verschillende politieke facties; het dienen van de mens
en haar behoeften komt op de tweede plaats
 2: de schaal van de staat is niet langer toereikend om bepaalde
problemen aan te pakken; een internationale of lokale aanpak is in veel
gevallen beter
 3: iedere territoriale verdeling van de mensheid zal vroeg of laat
resulteren in protectionisme en oorlog
o Europese federatie?

, 7.


 Nadelen van de staat worden gereproduceerd op Europees niveau; ook
hier loopt men tegen de problemen van politieke koehandel,
ontoereikende schaal en risico op oorlog aan
 Enkel functionele samenwerking is toereikend, bijv. EGKS en
Euratom; maar geen territoriale constructie, zoals EEG en EU
 Regionale integratie kan een obstakel vormen voor global governance;
het vastleggen van gedetailleerde regels en onderhandelingsposities op
regionaal niveau maakt het lastig om wereldwijde overeenkomsten te
sluiten
o Wereldregering?
 Hiervoor gelden dezelfde problemen als voor de staat en een Europese
federatie; elke allesomvattende politieke gemeenschap wijst men af
 Functionele organisaties op wereldniveau juicht men wel toe




- Het functionalistisch alternatief
o Lappendeken van functionele agentschappen
 Per probleem moet men bekijken op welk niveau dit het beste kan
worden opgelost
 Vervolgens creëert men een functioneel agentschap op dit niveau, dat
zich enkel bezighoudt met dit probleem en weer wordt afgeschaft
indien haar rol niet langer nodig is
 > er bestaan dus geen vaste territoriale grenzen tussen beleidsniveaus,
enkel functionele grenzen; geen verwevenheid tussen beleidsterreinen
o Management committee government
 Elk agentschap formuleert op rationele wijze wetten en regels voor het
eigen beleidsdomein
 Duidelijk omschreven doelstellingen, die op pragmatische en flexibele
wijze worden uitgevoerd
 Men houdt zich niet bezig met politiek en ideologie, enkel met
technische aspecten; hiertoe worden de agentschappen bemand door
experten, niet door politici
 Outputdemocratie / working democracy (functionalisme)
 Focus op de resultaten van het beleid; experts vervullen de
menselijke behoeften op rationele en technische wijze
 Legitimiteit en democratisch gehalte komen op de tweede plaats
 Inputdemocratie / voting democracy (federalisme)
 Legitimiteit van instellingen en duidelijkheid van procedures
staat centraal; resultaten zijn hierbij secundair

, 8.

 Belang van grondwetten, parlementen, verantwoording,
scheiding der machten en referenda
 Federalisten juichten dit toe, maar functionalisten wijzen dit af;
inputdemocratie leidt tot politieke koehandel, wat de
functionaliteit in de kiem smoort
o Uniek perspectief
 Eerste niet-marxistische theorie die een niet-staatscentrisch perspectief
innam; overstijgt het dichotome debat tussen nationalisme en
federalisme
 Vertoont overeenkomsten met recentere benaderingen als multi-level
governance (H.7) en principal-agent (H.5)
o Hedendaagse relevantie
 Het discours van de EU wisselt tussen enerzijds functionalistisch,
waarbij men focust op het boeken van concrete resultaten die de noden
van mensen dienen, waarbij de EU als het ideale beleidsniveau wordt
gepresenteerd…
 …en anderzijds een politiek discours, dat de oprichting van een
politieke gemeenschap vooropstelt
 Subsidiariteitsprincipe, dat voorschrijft om problemen op het juiste
bestuursniveau aan te pakken, is stevig ingebakken in het discours en
de verdragen van de EU
 Versterkte samenwerking: in een toenemend aantal domeinen
participeren niet alle EU-lidstaten; tegelijkertijd doen niet-EU lidstaten
soms juist wel mee > leidt tot een meer functionalistische en minder
territoriale bevoegdheidsverdeling
 Brexit: VK zal tot op zekere hoogte gelieerd blijven aan de EU; vanuit
een functionalistisch perspectief is Brexit dus geen ramp, doordat VK
en EU zullen blijven samenwerken in bepaalde domeinen
 > versterkte samenwerking en Brexit nuanceren de dichotomie tussen
lidstaten en niet-lidstaten, op de manier zoals federalisten die vaak
schetsen

- Kritieken op het a-politieke gehalte van het functionalisme:
o Niet wetenschappelijk onderzocht
 Quasi-darwinisme: assumptie dat functionele instellingen worden
opgericht en blijven bestaan en disfunctionele instellingen worden
afgeschaft
 Wishful thinking: de redenen en omstandigheden waaronder politici
beslissen om functionele agentschappen op te richten of af te schaffen
worden niet gegeven; men gaat ervan uit dat dit zal gaan gebeuren,
omdat dit nou eenmaal rationeel is
 Hierbij negeert men de politieke belangen en machtsverhoudingen die
gepaard gaan met de oprichting van instellingen
 Politieke instellingen creëren onvermijdelijk een eigen agenda en zijn
nooit neutraal, waardoor ook functionele agentschappen zich
ontwikkelen tot politieke actoren

, 9.


 < functionalisme blijft een politiek-normatieve visie, i.p.v. een
empirisch-wetenschappelijke theorie
o Sociaaleconomische breuklijn?
 Niet enkel rationele en technische overwegingen spelen een rol in
politiek en administratie; ook ideeën en identiteiten spelen een
belangrijke rol in iedere politieke en ambtelijke context
 Technische problemen bevatten ook een politieke dimensie; door de
onvermijdelijke schaarste aan middelen dient men prioriteiten te stellen
 Gevaar voor verkokering: veel problemen vereisen een geïntegreerde
aanpak, i.p.v. een lappendeken aan beleidjes door afzonderlijke
agentschappen
o Democratisch deficit
 Is outputdemocratie wel democratisch?
 > democratic performance als indicator van democratie; men gaat
ervan uit dat functionele agentschappen die hun werk goed doen,
automatisch op steun van de bevolking kunnen rekenen
 In hoeverre kunnen functionele agentschappen ter verantwoording
worden geroepen?
 > volgens het functionalisme is democratische controle onwenselijk, uit
vrees dat hierbij politieke macht, propaganda, ideologieën en
deelbelangen de overhand gaan nemen




3. Transactionalisme

- Integratie volgens Deutsch
o Veiligheidsgemeenschap
 Gemeenschap waarbinnen een consensus bestaat dat oorlog tussen de
leden onwenselijk en onhaalbaar is
 Concentrische cirkels: een veiligheidsgemeenschap kan klein beginnen,
met een beperkt aantal leden, en zich vervolgens uitbreiden
 Amalgamated security community
 Geïntegreerde territoriale politieke gemeenschap; dit is het
federalistische doel
 Volgens het transactionalisme werkt een te snelle integratie
conflict juist in de hand, waardoor deze constructie niet altijd de
beste optie is als middel tot vreedzame samenwerking
 Pluralistic security community

, 10.

 Veiligheidsgemeenschap die losstaat van instellingen, maar die
gestoeld is op gemeenschappelijke waarden en niet-
conflictueuze relaties
 Focus op sociale en communicatieve aspecten, i.p.v. politieke
(federalisme) of technisch-economische (functionalisme)
 Ideeën, identiteit en gemeenschapszin staan centraal
o Wetenschappelijke aanpak
 Duidelijke definiëring en operationalisering van het concept van
integratie + precieze meting van het aantal transacties
 Invloed van behaviorisme: men kan het gedrag van mensen nauwkeurig
meten
 Integratie:
 Het ontstaan van een gemeenschapsgevoel en het nastreven van
vreedzame verandering door dit gemeenschapsgevoel; oftewel,
de creatie van een veiligheidsgemeenschap
 Men bekijkt eveneens hoe het proces van integratie zal
verlopen, i.t.t. federalisme en functionalisme
 Gemeenschapsgevoel (sense of community):
 Men is het erover eens dat oorlog onwenselijk en onhaalbaar is
en dat politiek conflict op vreedzame, geïnstitutionaliseerde
wijze dient te worden afgehandeld
 Er dient een gemeenschappelijke Europese identiteit te ontstaan;
dit is de kern van regionale integratie
 De oprichting van instellingen, territoriaal dan wel functioneel,
is van secundair belang
 Vreedzame verandering (peaceful change):
 Door dit gemeenschapsgevoel wordt vreedzame samenwerking
een gewoonte
 > zodoende kan men eeuwige vrede waarborgen binnen deze
gemeenschap


 Transacties:
 Hoe meer transacties (sociale interactie en communicatie)
tussen leden van een gemeenschap plaatsvinden, in verhouding
met het aantal transacties met buitenstaanders, des te sterker is
het gemeenschapsgevoel tussen deze leden en des te duurzamer
is de veiligheidsgemeenschap
 De oprichting van instituties is dus het gevolg van wederzijdse
interactie en communicatie, en niet omgekeerd
 Hierom was volgens het transactionalisme de Europese
integratie al voltooid in 1957; sindsdien is het
gemeenschapsgevoel sterk genoeg voor de duurzaamheid van
de veiligheidsgemeenschap
 Het Verdrag van Rome, evenals verdere Europese integratie,
was slechts de formeel-institutionele consolidatie hiervan
 Definitie van macht

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RenzoNieland. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,48  12x  vendu
  • (1)
  Ajouter