Het cultureel bewustzijn in de relatiegerichte begeleiding
0. Omgaan met feedback en
communicatieve
vaardigheden en
attitudes
Omgaan met feedback
1.1. Wat is feedback?
Feedback (terugkoppeling) = belangrijke gespreksvaardigheid
Functie - Gedrag bevestigen of bijsturen
- Verkleint blinde vlek, zorgt voor groeikansen
Manier - Verbaal <-> non-verbaal
- Spontaan <-> niet spontaan
Verschil met kritiek - K heeft verband met oordelen
1.2. Goede feedback?
- Geen waardeoordelen, beschrijft wat je ziet, hoort & voelt
- Specifiek zijn
- Praat enkel over het heden
- Gebruik geen algemeenheden, feedback is subjectief
- Beschrijf gevoel + behoeften + conclusie = constructieve feedback
Betrokken confronteren (opbouwende feedback)
Ik heb het gevoel dat je nood hebt aan rust, zou je graag even naar buiten gaan?
- Ga het niet uitvergroten, vermijd ruzie
1.3. Aandachtspunten voor de gever van feedback
- Vraag of feedback welkom is
- Praten tegen ontvanger, niet over hem
- Ik-boodschap: beschrijf waargenomen gedrag
- Geef voorbeelden
- Neem tijd en kies het juiste moment
- Vraag om een reactie als dit niet spontaan komt
1.4. Aandachtspunten voor de ontvanger van feedback
- Sta open voor feedback (als je er behoefte aan hebt)
- Luister naar + en – elementen
- Stel vragen als je meer duidelijkheid nodig hebt
- Bedank voor de feedback
1.5. Waarderende feedback
Oogt op talenten, eigenschappen, doorzettingsvermogen, …
- Niets is van zelfsprekend, leg uit waarom je dit positief vindt
1
,Het cultureel bewustzijn in de relatiegerichte begeleiding
Communicatieve vaardigheden
= handelingen die je uit in praktijk (dit doe je)
- Luister naar de client
- Gevoelens benoemen (ik-boodschap)
- Gepaste adviezen geven, geen oplossingen
- Lichaamstaal
- Open vragen stellen en doorvragen
- Oog voor meervoudige identiteit
Attitudes
= houding, denkwijze die je aanneemt door min of meer op een constante wijze te reageren op
personen of situaties en waar een streefaspect in zit. (dit ben je)
- Betrokkenheid
- Interesse
- Empathie (hb. p40)
- Geduld
- Kritisch zijn
- Authenticiteit
Vanaf hier: relatiegerichte begeleiding (HB)
1. Relatiegericht werken in
de begeleiding
1. Kwaliteiten van de begeleider
- Neiging om te helpen moet met studie verfijnd worden, zodat het professioneel is.
- Ontwikkelen van begeleiders- en houdingsaspecten
- Aangeleerde vaardigheden verwerken in eigen persoonlijkheid maakt het authentiek
Betrokkenheid, kennis en inzichten, leergierigheid, warmte en vriendelijkheid en
zorgzaamheid (= algemene kwaliteiten beginnende begeleiders)
Vaardigheden en houdingsaspecten: zorgt voor vertrouwen (WAMPOLD)
- Goede verbale kwaliteiten
- Juiste afstemmingen
- Gedachten en gevoelens benoemen en verhelderen
- Persoonlijk inzicht
- Affectie aan de cliënt laten zien
- Warmte en affectie
- Empathie
- Gericht op ander
2
, Het cultureel bewustzijn in de relatiegerichte begeleiding
Contact maken
Autonomie en maatschappelijke participatie zorgen voor vlottere begeleiding.
Weegschaalmodel: verhouding mogelijkheden (draagkracht) en beperkingen (draaglast)
Draagkracht: persoonlijkheidskenmerken en vaardigheden die mensen hebben, wat kan je aan.
Draaglast: dingen die ervoor zorgen dat je uit evenwicht geraakt, bepaalde druk (vermoeidheid,
verliefdheid, stress) kan omhoog en omlaag
Voorbeeld: Ik kan goed leren, dus hoef hier niet veel tijd aan te besteden, door stress vergeet ik het en
haal ik toch mindere punten.
Goed contact: geen verborgen agenda hebben cliënten informeren over begeleidingsproces en
openheid over wat je doet (+ doe wat je zegt)
- Formeel
Eenzijdig, hulpverlener, monoloog
- Informeel
Openheid, basis van vertrouwen, gezamenlijk
Tijdgebrek
- Creatief omgaan met tijd
- Contact afspraken maken en acties ondernemen helpt bij contact.
- Zeg wat je doet, en doe wat je zegt. Zo creëer je snel vertrouwen
Eigen inbreng bij begeleiden
Eigen inbreng
- Persoonlijke bijdrage
Eigenheid en subjectiviteit tijdens begeleiden
- Inhoudelijke bijdrage
Voldoen aan vraag of behoeften van cliënt
- Inzicht hebben in eigen motivatie en achtergronden (zelfkennis, eigen referentiekader)
Wat zijn mijn werkpunten, …
- Afspraken van organisatie en methodiek versus discretionaire ruimte
Afspraken mengen met eigen bijdrage
Vb. huishoudelijke sfeer belangrijk, ik bak koekjes met hun, ander doet iets wat goed
bij hun past maar ook bij ‘huishoudelijke sfeer’
Ik geef sportkamp, doe rope skipping met hun is eigen inbreng (discretionaire
ruimte)
Twee tegengestelde
3