Samenvatting van het vak verbintenissen- en contractenrecht gegeven in het tweede jaar Rechtspraktijk aan Artevelde. Het vak werd gegeven door Ingrid Vervondel. Ik woonde alle lessen bij. De samenvatting is gemaakt aan de hand van het boek, de powerpoints en de gemaakte notities tijdens de lessen. ...
2. Situering en vindplaats van het verbintenissinrecht
2.1 Situering in het recht
Het verbintenissenrecht bevindt zich in het privaatrecht en in het
publiekrecht. Het is de moeder van het privaat recht. Een verbintenis is
een juridische verplichting tussen een of meerdere personen waaronder
natuurlijke- of rechtspersonen. Bovendien moet het algemeen
verbintenissenrecht aangevuld worden met het zogenaamde bijzondere
verbintenissenrecht. Dit recht behandeld verschillende andere rechten.
Zo heeft men diverse verzekeringsovereenkomsten geregeld in de
Verzekeringwet. De leer van de onrechtmatige bedingen, die men eerst in
het consumentenrecht introduceerde, bestaat inmiddels in een
aangepaste versie ook in het ondernemingsrecht.
Belangrijk om te weten is dat het bijzondere recht en daarmee de
bijzondere regels voorgaan op de algemene regels. Ook zijn regels
betreffende het internationaal verbintenissenrecht.
3. Begripsomschrijving en karakteristieke eigenschappen van de
verbintenissen
3.1 Het begrip verbintenis
Elk contract is een verbintenis maar niet elke verbintenis is een contract.
Art. 5.1 BW omschrijft een verbintenis als een rechtsband op grond
waarvan een schuldeiser van een schuldenaar, indien nodig in rechte, de
uitvoering van een prestatie mag eisen.
Een verbintenis kan voortvloeien uit een overeenkomst of uit
onrechtmatige daad art. 1382 oud BW. Er wordt een onderscheid
gemaakt tussen twee soorten aansprakelijkheid:
Alles wat verkeerd loopt in een verbintenis of een contract lijdt tot
contractuele aansprakelijkheid. Alles wat verkeerd loopt door een fout (die
schade veroorzaakt) lijdt tot buitencontractuele aansprakelijkheid.
Er bestaat ook nog de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad of
aquiliaanse aansprakelijkheid.
1
,Verder wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen twee soorten
verbintenissen:
Middelenverbintenis of inspanningsverbintenis
Resultaatsverbintenis
Een overeenkomst strekt partijen tot de wet, er is sprake van
afdwingbaarheid art. 1134 BW. De contractuele vrijheid staat dus
tegenover het dwingend recht. In de verbintenis zijn afdwingbaar karakter
onderscheiden verbintenissen zijn van louter vriendschappelijke of meer
morele toezeggingen, die niet juridisch afdwingbaar zijn. De contractuele
vrijheid staat ook tegenover de openbare orde en goede zeden.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vorderingsrecht en zakelijk
recht. Verbintenissen houden essentieel een vorderingrechts in op een
schuldenaar. Dit moet niet noodzakelijk gaan over een geldvordering. Een
zakelijk recht is het recht van een persoon op een bepaald goed of een
hypotheek op een onroerend goed.
De zakelijk rechten zijn het eigendomsrecht, de mede-eigendom, de
zakelijke gebruiksrechten en de zakelijke zekerheden. De zakelijke
gebruiksrechten zijn de erfdienstbaarheden, het recht van
vruchtgebruik, erfpacht en opstal. De zakelijke zekerheden zijn de
bijzondere voorrechten, het pand, de hypotheek en het retentierecht.
Bij de interpretatie en uitvoering van een contract moet er in goeder trouw
gehandeld worden. Er zijn drie soorten contracten:
Consensueel; totstandkoming door toestemming of wilsovereenkomst
Zakelijk; totstandkoming bij afgave van een zaak
Plechtig; totstandkoming door notaris
3.2 Een verbintenis heeft een in geld waardeerbare aanspraak tot
voorwerp
Elke verbintenis heeft een bepaald voorwerp: een prestatie die geleverd
moet worden. Er zijn ook enkele voorwaarden waaraan het voorwerp van
een verbintenis moet voldoen om geldig te zijn. Het voorwerp is wat de
schuldenaar van de verbintenis moet presteren of wat de schuleiser van
de verbintenis kan vorderen.
5.2 Verbintenissen en hun aard
5.3.3 Verbintenissen met een deelbaar voorwerp en verbintenissen met
een ondeelbaar voorwerp
2
,Verbintenissen met een deelbaar voorwerp zijn verbintenissen
waarvan het voorwerp gesplitst of in delen uitgevoerd kan worden.
Verbintenissen met een ondeelbaar voorwerp zijn verbintenissen
waarvan het voorwerp noodzakelijk in zijn geheel moet worden
uitgevoerd. De prestatie kan of mag niet in delen worden uitgevoerd. Bv.
een verkoper die een levend huisdier moet leven, kan onmogelijk eerste
de poten en de staart leveren en daarna het lijf en de kop.
5.3.4 Verbintenissen met pluraliteit van voorwerpen
Een eenvoudige of zuivere verbintenis is een verbintenis die een
specifieke prestatie tot voorwerp heeft art. 5.157 BW. Een verbintenis
kan echter ook meerdere prestaties omvatten, in zo’n geval spreken we
over een verbintenis met pluraliteit van voorwerpen art. 5.156 BW.
5.4 Verbintenissen met pluraliteit van subjecten
Een verbintenis creëert een rechtsband tussen personen. De meest
eenvoudige situatie is die waarbij er één schuldenaar een verbintenis
heeft met één schuldeiser. In de werkelijk heid zijn er vaak meerdere
personen van eenzelfde verbintenis. Men spreekt dan over een pluraliteit
van subjecten. We onderscheiden twee situaties:
Bv. een jongen raakt tijdens een gevecht op school gewond. In de eerste
plaats is er de aansprakelijkheid voor de schadeveroorzaker zelf maat er
kan ook gekeken worden naar de rol van de toezichthouder, de school , de
ouders …
5.4.2 Hoofdelijke verbintenissen
De algemene regel van de verdeling van de verbintenis bij pluraliteit
brengt aan aantal nadelen met zich mee. Wanneer een schuld deelbaar is
onder meerdere schuldenaars, moet de schuldeiser tegen elk van hen
afzonderlijk optreden. Bovendien is het de schuldeiser die het risico van de
eventuele insolvabiliteit van een of meerdere draagt. Zijn er meerdere
schuldeiser, dan heeft de algemene regel van de deelbaarheid van de
verbintenis ook als nadeel dat iedere schuldeiser afzonderlijk moet
optreden voor zijn deel. De constructie van hoofdelijkheid biedt een uitweg
uit deze problemen.
Hoofdelijkheid is de uitzondering. Zowel actieve als passieve
hoofdelijkheid zijn uitzonderingen op de algemene regel. Het BW bepaalt
uitdrukkelijk dat hoofdelijkheid niet wordt vermoed art. 5.160 §2 en
5.170 §1, 2e lid BW. Verbintenissen zullen alleen hoofdelijk zijn als dit
uitdrukkelijk ergens is voorzien: hetzij in een wet, hetzij in een contract.
3
, Artikel 5.160 §2, 2e lid BW poneert meteen een eerste voorbeeld van
(wettelijk voorziene) hoofdelijkheid. Wanneer twee of meer
ondernemingen samen schuldenaar zijn van eenzelfde contractuele
verbintenis zal er tussen deze ondernemingen ook automatisch een
passieve hoofdelijkheid ontstaan.
Passieve hoofdelijkheid: één schuldenaar betaald aan de schuldeiser
(de verdeling van de schuld moeten ze onderling verdelen)
Actieve hoofdelijkheid: één schuldeiser ontvang de gehele of
gedeeltelijke prestatie (deze moet ze verdelen onder de andere
schuldeiser
Niet alleen in het BW, maar ook in andere wetten zijn talloze gevallen van
hoofdelijkheid terug te vinden. Vaak gaat het om passieve maar ook
actieve kan worden opgelegd.
Wanneer een van de hoofdelijke schuldenaars overlijdt, dan wordt de
hoofdelijkheid onderbroken. De schuld van de overleden schuldenaar
wordt verdeeld onder de erfgenamen: zij kunnen door de schuldeiser niet
meer vor de gehele som worden aangesproken maar slechts ten belope
van hun aandeel in de nalatenschap art. 5.165 BW.
5.5 Verbintenissen met bijzondere modaliteiten
Een voorwaarde is een toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan de
verbintenis afhankelijk gemaakt wordt. Op het ogenblik dat de verbintenis
aangegaan wordt, is met andere woorden nog niet zeker of deze
gebeurtenis ooit zal plaatsvinden en de voorwaarde dus in vervulling zal
kunnen gaan. Er bestaan twee soorten voorwaarden:
Een verbintenis onder opschortende voorwaarde wordt pas opeisbaar
als een toekomstige, onzekere gebeurtenis zich voordoet art. 5.139 oud
BW. Een ontbindende voorwaarde is een voorwaarde die bij haar
vervulling de verbintenis teniet doet art. 5.139, 2e lid BW.
Belangrijk om te weten is dat niet alle voorwaarden geldig zijn. De partijen
kiezen vrij aan welke toekomstige en onzekere gebeurtenis zij hun
verbintenissen willen koppelen. Zij moeten er wel over waken dat de
voorwaarde een extern karakter vertoont art. 5.141 BW: de voorwaarde
moet een element toevoegen dat nog niet vervat zit in de overeenkomst
zelf.
5.5.2 Verbintenissen met tijdsbepaling
Wettelijke basis artikels 5.149 t.e.m. 5.155 BW. Een verbintenis met
tijdsbepaling is een verbintenis waarvan de opeisbaarheid of de uitdovind
afhankelijk is gemaakt van een toekomstige, zekere gebeurtenis. Het
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shirleyvk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.