Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Recht Colleges, Samengevat, Tips! Must have €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Recht Colleges, Samengevat, Tips! Must have

 185 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Basisboek Recht zet de belangrijkste rechtsgebieden en beginselen van het Nederlands recht voor je uiteen. Het duidelijke taalgebruik, de aansprekende praktische voorbeelden en verhelderende rechterlijke uitspraken maken het boek uitermate toegankelijk. Waarom kiezen voor Basisboek Recht? * veel ge...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 38  pages

  • Non
  • Veel...
  • 30 juin 2018
  • 38
  • 2017/2018
  • Resume
avatar-seller

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 13 Fiches
€2,99 1 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

Welk van de onderstaande alternatieven kan GEEN rechtssubject zijn? a. De naamloze vennootschap Koninklijke Philips Electronics N.V. b. Hans Peter Minderhoud, Nederlands dressuurruiter (goud in 2016) c. Glock’s Flirt, het dressuurpaard van Hans Peter Minderhoud d. Zowel a. als c is juist.

Réponse: c. Rechtssubjecten zijn natuurlijke personen en rechtspersonen (zie p. 33 Vd Roest). Een paard is geen natuurlijk persoon en evenmin een rechtspersoon.

2.

Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (een Algemene Maatregel van Bestuur) is: a. een wet in materiële zin, maar geen wet in formele zin. b. zowel een wet in formele zin als een wet in materiële zin. c. een wet in formele zin, maar geen wet in materiële zin. d. GEEN wet in formele zin en ook GEEN wet in materiele zin.

Réponse: Juiste antwoord: A. Het betreft een AMvB, dus geen wet in formele zin, wel algemeen verbindend, dus wel een wet in materiële zin.

3.

Is in Nederland sprake van een strikte machtenscheiding? a. Ja, want de drie machten worden door drie verschillende organen bekleed. b. Nee, want de regering heeft naast haar bestuurlijke taak ook een rechtsprekende taak. c. Nee, want de regering heeft naast haar bestuurlijke taak ook een wetgevende taak.

Réponse: Antwoord: C. Zie art. 81 GW en art. 89 GW. Zie blz. 364-365 Vd Roest.

4.

Vraag 4 Een vierdejaars student van de opleiding HBO-Rechten uit Den Haag assisteert binnen zijn stage een rechter bij het maken van een vonnis en pakt daartoe het woordenboek erbij. Het gebruik van het woordenboek is nuttig voor de volgende interpretatiemethode: a. de wetshistorische interpretatie b. de systematische interpretatie c. de grammaticale interpretatie d. de anticiperende interpretatie

Réponse: ANTWOORD = C, zie Vd Roest p. 42-48. De rechter kijkt bij een teleologische interpretatie meer naar het doel (maatschappelijke betekenis) en de strekking van de wet dan naar de betekenis van de woorden. Pagina 25 Vd Roest.

5.

In welke van de onderstaande gevallen is sprake van gewoonterecht? a. een deel van de samenleving volgt een vast gebruik dat bovendien als juridisch bindend wordt ervaren. b. in de praktijk worden door een bepaalde bedrijfstak bepaalde regels gevolgd. c. in de rechtspraak passen lagere rechters de regels toe die hogere rechters ook hanteren. d. in de samenleving bestaan allerlei ongeschreven opvattingen over wat en wel en niet hoort in de omgang met anderen.

Réponse: ANTWOORD = A, Voor gewoonte is zowel de feitelijke naleving van een gewoonte als de rechtsovertuiging dat zo hoort essentiëel. B is alleen de navolging, D alleen de overtuiging. C geeft een omschrijving van de voor jurisprudentie essentiële precedentwerking. Vd Roest p. 39-40 en p. 154

6.

Vraag 6 Beoordeel de juistheid van de onderstaande stellingen I. Alle wetten in materiele zin mogen aan de Grondwet worden getoetst. II. Een wet in formele zin mag worden getoetst aan de Grondwet. a. Beide stellingen zijn juist. b. Alleen stelling I is juist. c. Alleen stelling II is juist d. Beide stellingen zijn onjuist.

Réponse: Antwoord D is correct!

7.

Welke van de onderstaande stellingen is juist? a. Ongeschreven staatsrecht staat lager in de hiërarchie dan geschreven staatsrecht. b. De Grondwet bevat belangrijke regels van geschreven staatsrecht. c. Staatsrechtelijk gewoonterecht heeft pas gelding indien het schriftelijk is vastgelegd, bijvoorbeeld in een handboek over staatsrecht. d. Geen van deze stellingen is juist.

Réponse: Antwoord B is correct

Integrale Veiligheidskunde Duaal/Deeltid

Blok 1




Colleges, Samenvatng en Toets tiss




Basisboek Recht

Auteur(s): Roest, O.A.P. van der
Uitgever: Noordhof Uitgevers
Jaar, druk, ISBN: 2017, 14, 9789001875114 Prijs: 62,50
Link boekhandel
Bii vak: Recht




Deze toets wordt als de moeiliikste toets van het iaar gezien. Door deze toets heef het
grootste gedeelte ziin P niet gehaald. Deze toets vereist geen gemakzucht, maar veel
zelfdisciiline. Nu is het belangriik dat ie deze informate gebruikt, in combinate met alle
benodigde stof uit het boek en de ioweriointss

De toets is voornameliik kennis en een deel toeiassen. Meer informate volgtt.
We beginnen met de hoorcolleges.


Veel succes!

,Hoorcollege 1:

Wat is recht?

Voorbeeld:
,,Een geheel van regels en normen, die door de overheid ziin vastgesteld of erkend en door
de overheid wordt gehandhaafd ter vreedzame regeling van de samenleving.’’

Waarom hebben we recht nodig?

 Orde en handhaving
 Bindende regels voor de maatschaiiii
 Burger – burger (vb. Eigendoms-, Personen-, Familierecht)
 Overheid – burger (vb. Strafrecht, bestuursrecht)
 Overheid – overheid (vb. Staatsrecht)
 Euroia (vb. Verdrag van Euroia)
 Internatonaal (vb. Internatonaal Verdrag van Lissabon)

4 Functes van het recht:

 Ordenende functe
Vb: Indeling van bestuurslagen, onderscheid minderiarig en meerderiarigheid.

 Instrumentele functe
Vb: Met het oileggen van boetes.

 Geschillenbeslechtngsfuncte
Vb: Uitsiraak van de rechter, bezwaarschrifirocedure.

 Normateve functe
Vb: Discriminateverbod



Rechterliike macht
 Zitende magistratuur

Instante: Uitsiraak: Procedure:
1 Hoge raad Arrest In cassate
4 Gerechtshoven Arrest In hoger beroei
11 Rechtbanken Vonnis Eerste aanleg

, Relevante van recht

 Nederland is een rechtsstaat.
- Rule of law => legaliteitsbeginsel
- Bevoegdheden om te besturen berust oi een weteliike basis.

 Iedereen is gebonden aan de wet: ook overheid en bedrijven
 Rechtszekerheid & rechtsgeliikheid

 Voorkomen van:

- Willekeur
- Machtsmisbruik
- Dwang

 Recht is een instrument om in te griiien in de samenleving
 De rechterliike macht is onderdeel van de trias iolitca.

, College 2: Recht

Publiekrecht: Rechtsverhouding tussen overheid en burgers
 Staatsrecht
 Fiscaal recht
 Bestuursrecht
 Strafrecht
 EU-recht

Privaatrecht: Recht tussen burgers onderling
 Burgerliik recht
 Personen en familierecht
 Rechtsiersonenrecht
 Goederenrecht
 Verbintenissenrecht
 Aansirakeliikheidsrecht
 Erfrecht
 Handelsrecht

 Sociaal recht

 Internatonaal recht

Materieel recht <-> Formeel recht
Materieel
Regels die rechten verlenen en verilichtngen oileggen tussen burgers onderling, tussen
burgers en overheid en tussen overheden onderling

Formeel recht
Procesrecht

Obiectef recht <-> Subiecte recht
Law <-> Rights
Burgerliik recht <-> Ik heb recht oit.
Obiectef verleent subiectef.

Rechtssubiecten
 Natuurliike iersonen
 Rechtsiersonen
 Publiekrechteliik:
Biivoorbeeld: De staat, irovincies, gemeenten, waterschaiien.
 Privaatrechteliik:
Biivoorbeeld: NV’s, BV’s verennigingen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ivk2019. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter