ACTUEEL WET BETAALBARE HUUR De vrije midden huur wordt gereguleerd en de huurprijzen worden omlaag
gekrikt. Hierdoor zouden meer mensen kunnen huren. Woning bijbouwen is lastig, daarom is hier voor
gekozen. Maar beleggen wordt hierdoor minder aantrekkelijk en beleggers verkopen de woning (aanbod
koopmarkt groter). Er komt kritiek op Meneer de Jonge aangezien het verdwijnen van huurwoningen niet de
bedoeling is.
ACTUEEL HYPOTHEEKRENTE GESTEGEN De hypotheekrente is gestegen tot 4%, dat is het hoogste punt van dit
jaar. Hierdoor kunnen mensen minder lenen. Ondanks dat is de koper alsnog in de macht op de woningmarkt
door de schaarste.
ACTUEEL NHG-GRENS ERG HOOG Schaarste heeft een prijsopdrijvend effect, hierdoor ligt de NHG-grens
momenteel op €435.000,-. Dit betekend dat alle woningen met een prijs onder de NHG-grens (onder
voorwaarde) de restschuld van de hypotheek kunnen verhalen bij het fonds. Nationale hypotheek garantie
geeft de hypotheekverstrekker meer zekerheid. Hierdoor kan rentekorting verstreken worden.
Volkshuisvesting Nederland is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt met wonen: woningcorporaties,
gemeenten, provincies, makelaars, investeerders en andere betrokkenen. Veel actoren zolang ze maar belang
hebben bij het onderwerp wonen.
Wonen is een grondrecht in Nederland. De taak van de overheid is om te zorgen dat er genoeg woningen zijn.
Bijvoorbeeld door woningcorporaties en marktpartijen te stimuleren meer te bouwen. En afspraken te maken
met provincies en gemeenten. Die woningen moeten ook betaalbaar en van goede kwaliteit zijn. En de
omgeving waar de woningen staan moet bereikbaar zijn, en voldoende groen en voorzieningen in de buurt
hebben.
Het feit dat wonen een grondrecht in Nederland is betekent niet dat je zomaar een woning op kan eisen. Dit
betekent wel dat de staat verplicht is er voor te zorgen dat er voldoende woningen zijn en hier alle nodige
inspanningen voor leveren. Wonen is een van de hoofdverantwoordelijkheden van de staat.
,Woningmarkt:
1) Markt voor koopwoningen
2) Markt voor huurwoningen
a. Sociale huur
b. Vrije huur
Per deelmarkt is er weer een nadere onderverdeling te maken, zogenoemde niches: nieuwbouw/bestaande
bouw of hoekwoningen, vrijstaande woningen, appartementen et cetera..
GESCHIEDENIS VOLKSHUISVESTING IN NEDERLAND
1) Opkomst volkshuisvesting (tot 1945)
Periode 1850-1900:
Hoe het begon: Industrialisatie trek van platteland naar stad. Nachtwakersstaat overheid moest zich zo
min mogelijk met de burgers bemoeien. Huisvesting geen overheidstaak (geen bouweisen). Te weinig
goedkope woningen hierdoor stegen de huurprijzen sterk. Dit zorgde voor speculatie (= is het kopen van een
goed om het op een later tijdstip weer te verkopen met winst als gevolg van een prijsstijging. De speculant is
niet van plan het goed in kwestie zelf te gebruiken of waarde toe te voegen en neemt met de transactie een
risico). De steden van toen waren niet ingericht op het huisvesten van zoveel mensen. Er moesten snel
goedkope woningen komen. Dit had als gevolg: een “revolutiebouw “ inferieure bouwmaterialen, hoog
tempo, slechte kwaliteit, slecht geschoolde arbeiders en bouwfraude, bestaande (kleine) woningen gesplitst.
De huisvesting in deze tijd was onder andere zo slecht omdat er geen wet- of regelgeving voor wonen was.
Dit kon zo niet langer; de slechte omstandigheden en hygiëne. De gegoede burgerij en fabrikanten grepen in.
1e coöperatieve bouwvereniging in 1852 (in 1899 al 112 verenigingen (met gemiddeld 70 woningen in bezit,
nu zijn dat er ongeveer 20.000)). Wat zouden redenen geweest kunnen zijn om woningbouwverenigingen op te
richten? Motieven om te interveniëren:
o sociale bewogenheid van deel van gegoede burgerij;
o eigen belang van fabrikanten (gezonde werknemers kunnen harder werken!);
o politieke verschuivingen; arbeidersverenigingen begonnen druk uit te oefenen voor betere
huisvesting;
o angst voor revolutie;
o risico’s volksgezondheid.
,Verzuiling bijvoorbeeld woningbouwverenigingen met christelijke achtergrond.
Toch was er te weinig gebouwd voor de behoefte. Er kwamen woningopzichteressen. Zij kregen een sleutelrol
tussen de verhuurders en de bewoners (een soort vastgoedmanager). Hoe leven mensen goed samen in één
complex.
Periode 1901 - ….:
In 1901 is de woningwet ingevoerd. Doel De kwaliteit van de woningen verbeteren en slechte woningen
tegengaan. Hoe? → Door in de wet een aantal zaken te regelen:
1) Opstellen bouwvoorschriften
2) Invoering van een bouwvergunning
3) Gemeenten kregen ook een controlerende taak bij bestaande bouw (“Bouw- en woningtoezicht”).
4) Gemeenten moesten bestemmingsplannen gaan opstellen voor de stad.
5) Financiële steun voor (sociale) woningbouw voor daartoe aangewezen partijen;
a. Gemeentelijke woningbedrijven
b. “Toegelaten instellingen” bijzonder particulier initiatief die alleen op het gebied van de
volkshuisvesting actief mochten zijn. Denk aan coöperatieve bouwvereniging.
Woningwetwoningen → WO I
Trage invoering van de Woningwet. 1904: Eerste toegelaten instelling ingeschreven. 1906: Eerste
woningwetwoningen worden gebouwd.
Verdere belangrijke gebeurtenissen Uitbreiding sociale wetten. 1916: Huurbevriezing (huurprijs bevriezen).
1918: Intrede huurbescherming (je kan niet zomaar uit je huis gezet worden). In de jaren na 1918:
Huurregulering i.p.v. huurbevriezing weer meer marktwerking.
Na WOII: eigen beheer omhoog, particulier verhuur omlaag, corporaties omhoog. Eigen beheer werd
belangrijker want je kon zo een reservepotje opbouwen voor je oude dag. Minder particulier initiatief, meer op
corporatie niveau.
Na de Tweede Wereldoorlog was er een woningnood. Een woningtekort van 300.000 woningen. Waar kwam
dit woningtekort vandaan? Deels door de wederopbouw en deels door de vele regulering. Na WO II verdere
uitbouw van de verzorgingsstaat volkshuisvesting werd centraal geleid en gefinancierd door de overheid.
Drie overheidstaken:
, 1) (Laten) Bouwen: systeembouw, kwantiteit, homogeniteit.
2) (Laten) Verdelen :intrede huurwoningdistributie (1947: Woonruimtewet als voorloper van de latere
Huisvestingswet).
3) (Laten) Financieren :subsidiëring bouwkosten door overheid en lage huurprijzen i.v.m. koppeling
geleide loonpolitiek. Huurwet in 1950: bescherming onredelijke huurprijzen en opzeggen huur door
verhuurder.
De Woonruimtewet van 1947 regelde huurwoningverdeling in de tijd van grote woningnood. In 1969 is deze
wet voor grote delen van het land buiten werking gezet (mede door toegenomen welvaart). In 1992 wordt de
wet vervangen door de Huisvestingswet → gemeenten “in charge” in verdeling schaarse woningen (sociale
huur en lage koop) onder lagere inkomensgroepen (middels o.a. huisvestingsverordening). De Huisvestingswet
is gewijzigd en de gewijzigde huisvestingswet is in werking getreden op 1 januari 2015. Minister De Jonge laat
nu de Huisvestingswet opnieuw wijzigen. Hier komt waarschijnlijk de regel in dat gemeenten in een
verordening mogen vaststellen dat een woning niet zomaar verkocht mag worden maar mensen uit de
woonplaats voorrang krijgen. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen.
2) De glorietijd van de sociale woningbouw (1970 – 1995)
Om het woningtekort na WOII op te lossen werden er in de eerste 10 jaar na WOII meergezinscomplexen
gebouwd. Erg dichte woningbouw. Door woningnood na de Tweede Wereldoorlog: Verregaande
overheidsbemoeienis om voldoende nieuwbouwwoningen te realiseren met een lage huur. Door een gemengd
stelsel van object- en subjectsubsidies.
o Objectsubsidies: Subsidiëring van vastgoed 1993 BBSH (Besluit Beheer Sociale Huursector) → 1995
bruteringsoperatie. Objectsubsidies maakte het toch aantrekkelijk om sociale huurwoningen te
bouwen.
o Subjectsubsidies: Subsidiëring van personen huurtoeslag
De bruteringsoperatie kwam feitelijk neer op het tegen elkaar wegstrepen van enerzijds overheidssubsidies en
-leningen waar corporaties nog recht op hadden en anderzijds de leningen die corporaties nog aan de overheid
moesten afbetalen.
Ook de koopsector werd gestimuleerd. Het eigen woning bezit werd bevorderd:
1) Vanaf jaren 70 hypotheekrenteaftrek
Door hypotheekrenteaftrek daalt het belastbaar inkomen waardoor men minder belasting betaald.
Hierdoor blijft er meer besteedbaar inkomen over en kan men meer lenen. Dit zorgt ervoor dat de
woningwaarde stijgt en dit heeft een prijsopdrijvend effect. De nadelen van de hypotheekrenteaftrek
zijn dus het prijsopdrijvende effect en de staat heeft hierdoor minder geld.
2) NHG
3) Doorstroming bevorderen goedkope huursector krimpen.
4) Niet gelukt omdat doorstroming stagneert door het tekort in aanbod van woningen.
Te weinig doorstroming zorgt voor schreef wonen.
o Dure scheefheid: Mensen met een laag inkomen in een relatief dure huurwoning. Zij
ontvangen relatief veel huurtoeslag waardoor kosten overheid oplopen.
o Goedkope scheefheid: Mensen met een hoog inkomen in een relatief goedkope huurwoning.
Meest voorkomende vorm van schreef wonen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur floorvandervelde1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.