Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
College aantekeningen Psychologie en Gezondheidszorg. €4,59   Ajouter au panier

Notes de cours

College aantekeningen Psychologie en Gezondheidszorg.

 2 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement

Voor deze samenvatting heb ik de hoorcolleges en werkcolleges samengevat. De volgende onderwerpen komen hierin naar voren: 1. Geldstromen en financieringsstelsels organisaties 2. Indicatie en financiering van individuele zorg 3. Biopsychosociale factoren 4. Signaleren van psychische kwetsbaarhe...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 66  pages

  • 2 février 2024
  • 66
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Jasmijn jaran
  • Toutes les classes
avatar-seller
Samenvatting psychopathologie.

Het bio-psycho sociaal model: het biopsychosociaal model is een uitbreiding van een medisch model
over het menselijk functioneren, waarin niet alleen aandacht is voor biomedische aspecten, maar ook
voor psychologische en sociale factoren die mede bepalend zijn voor ziekte en het genezingsproces.
 Dit model wordt gebruikt om stoornissen te verklaren.
 Psychische stoornissen is een vriendelijkere benaming dan psychische ziekten.
 Er is een stoornis in het evenwicht.
Biologisch perspectief: het bio-gedeelte van het model verwijst naar de biologische of fysiologische
factoren die invloed hebben op de gezondheid, zoals genetische aanleg.
 Hier heb je geen invloed op, dit is genetisch bepaald.
Psychisch: verwijst naar de psychologische factoren die de gezondheid en het welzijn kunnen
beïnvloeden zoals persoonlijkheidskenmerken, stressniveaus, coping strategieën.
 Hier heb je meer invloed op. Je hebt het ontwikkeld, dus je kan het ook veranderen.
 Coping strategieën: manieren die jij jezelf hebt aangeleerd om met stressvolle situaties om te
gaan.
Sociaal: verwijst naar de sociale omstandigheden die de gezondheid en het welzijn kunnen
beïnvloeden, zoals de omgeving waarin men leeft, de cultuur waarin men is opgegroeid, de
sociaaleconomische status.
 Sociaaleconomische status: hoeveel je te besteden hebt.




DSM-5: de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) is een classificatiesysteem
waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op een bepaalde
psychische stoornis op basis van (nieuwe) wetenschappelijke inzichten.
Het handboek voor professionals:
 Biedt een ‘gemeenschappelijke taal’ voor professionals.
 Is beschrijvend: er staat beschreven, dat wanneer iemand ADHD heeft, wat daar dan bij
hoort.
 De focus ligt op symptomen en het gedrag van de persoon: symptomen is heel zwart wit, een
lijst met symptomen, maar het betekent niet dat een persoon ze allemaal heeft.
 Geeft ook informatie over prognose en verloop van de ‘stoornis’.
 Maar: geen beschrijving over ontstaansgeschiedenis van de stoornis: het geeft een richtlijn
maar het staat niet vast.

,Interventie: een interventie is een theoretisch en praktisch weldoordachte, systematische aanpak
voor preventie, ondersteuning en hulp bij specifieke risico's en problemen.
 Ander woord voor behandeling, bemiddeling, bemoeienis, ingrijpen, inmenging,
tussenkomst.
 Herkennen en signaleren van symptomen. Zo kun je een advies geven.

Wat maakt nu het verschil tussen classificatie en wanneer spreek je van een diagnose?
De DSM-5 is een classificatiesysteem.
Classificatie: classificeren is het indelen op grond van kenmerken. In het onderwijs wordt deze term
vaak gebruikt in verband met de DSM-V, voor het indelen van stoornissen. Classificeren wordt door
critici ook wel 'labelen' genoemd. Een voordeel van classificeren is dat het de communicatie tussen
deskundigen bevordert.
Diagnose: een nauwkeurige beschrijving van de symptomen, de ernst en het beloop van psychische
klachten of ontwikkelingsstagnatie.

Psychose: een psychose is een toestand waarbij iemand zijn grip op de realiteit kwijt is. Hij ziet of
hoort soms dingen die er niet zijn (hallucinaties) en is overtuigd van bepaalde ideeën die niet kloppen
(wanen).
Biologische gedeelte.
 Fysiologische oorsprong (medische, lijfelijke).
 Stoornis in het chemische proces in je hoofd.
 Genetische aanleg voor de stoornis.
 Blowen kan een aanzat geven tot psychose.
Sociale gedeelte.
 Je sociale contacten kunnen invloed hebben op psychische stoornissen.
 Sociale isolatie is een grote, belangrijke, voorspellende factor voor het ontwikkelen van een
psychische stoornis.
Psychologische gedeelte.
 Karaktertrekken, werkloos.
 Life-event: zijn emotionele gebeurtenissen in het leven die positief of negatief het gevoel van
geluk en tevredenheid beïnvloeden.
 Verschil sociaal en psycho: bij sociaal moet je denken aan het opgroeien in een bepaalde
cultuur, de sociale factoren die invloed hebben op het latere proces van ontwikkeling van een
psychologische stoornis.
Bij psycho moet je denken aan bepaalde karaktereigenschappen die je hebt geërfd of dat je
een gen hebt overgenomen van je ouders waardoor je gevoelig bent voor psychische
stoornissen.

Stigma: een merkteken dat personen onderscheidt van anderen. Het schrijft onwenselijke
eigenschappen aan hen toe zoals gevaarlijk, onbetrouwbaar of onvoorspelbaar gedrag
 Een ongewenste, beschamende eigenschap die de status van een individu in de ogen van
anderen in de gemeenschap verlaagt.
o Publiek stigma: het onderschrijven van stereotypen, vooroordelen en discriminatie
ten aanzien van mensen met (ernstige) psychische problemen.
o Zelfstigma/geïnternaliseerd stigma: mensen met psychische kwetsbaarheid geloven
het publiek stigma en beginnen het als een deel van hun identiteit te zien. Naarmate
men het stigma internaliseert kan het nadelige gevolgen hebben op iemands
zelfvertrouwen, relaties, tijdig hulp zoeken.
o Structureel stigma: ongelijkheid in de cultuur en wet- en regelgeving).

,Visies op afwijkend gedrag.
Biologisch perspectief.
 Benadering van het medische model.
 Zenuwstelsel: op het moment dat die wordt geactiveerd, is die overactief (arousal).
 Genetica: je kan een gen hebben. Betekent niet dat wanneer je het gen niet hebt, je geen
depressie kan krijgen.
 Medicatie: medicatie heeft invloed op de chemische processen. Medicatie is een interventie
(behandeling).
 Ziekte van Alzheimer: voorbeeld van een biologisch perspectief (neurocognitieve ziekten).

Psychologisch perspectief.




 Psychologen hebben wereldwijd bedacht dat ze vanuit deze modellen, psychische stoornissen
kunnen verklaren.
 Voorbeeld leermodel (ten aanzien van angststoornissen): angst voor autorijden na een
ongeluk.
o Als je iets vermijdt, dan verergert het juist.
o De angst is aangeleerd, omdat je het koppelt aan een ongeluk. Door het te vermijden
is er eigenlijk een vorm van conditionering (je gedrag wordt bekrachtigd door een
prikkel).

Sociaal cultureel perspectief.
 Relaties tussen afwijkend gedrag en etniciteit, gender, cultuur en sociaal-economische klasse
(SES).
o Als je ontslagen bent op werk & je bent al gevoelig voor een depressie, dan kan het
ontslag op je werk het laatste zetje geven voor je depressie.
o Etniciteit: je kan stress ontwikkelen door de druk van de maatschappij waar je niet
helemaal thuishoort.




Stress & sociaal functioneren.

, Stress: de spanning bedoeld die optreedt bij een verstoring van het evenwicht tussen de draaglast en
de draagkracht van een persoon.
 Stress wordt veroorzaakt door stressoren: psychologische stressoren zijn situaties,
opmerkingen, personen of gebeurtenissen die je negatief of bedreigend opvat. Waarbij je het
idee hebt dat de omgeving meer van je vraagt dan je daadwerkelijk aan kan. Voorbeelden
hiervan zijn: scheiding, deadlines op werk en studiedruk.
 Externe stressoren worden veroorzaakt door de omgeving.
 Interne stressoren hebben te maken met de persoon zelf.
 Kan iets plotselings zijn (bijv. geweld, terrorisme, natuurrampen, ongelukken).
 Kan ook chronisch zijn (bijv. langdurige blootstelling aan te hoge werkdruk).
 ‘Ziektebeelden’ is een medische benadering. Depressie kan bijv. ook een psychische of
sociale oorzaak hebben.

Hoe ontstaat stress?
 De belangrijkste stresshormonen zijn cortisol en adrenaline. Deze hormonen worden
afgegeven door de bijnier om ons tijdelijk alerter te maken in stressvolle situaties.
 Cortisol: is een hormoon dat in de bijnier gemaakt wordt, in het deel dat de
bijnierschors genoemd wordt. Cortisol staat bekend als het stress hormoon, omdat
het meer wordt afgegeven in perioden met stress. Hieronder valt zowel psychische
als fysieke stress op het lichaam (bijvoorbeeld na een operatie of ongeluk).
 Adrenaline: bij een stressvolle of gevaarlijke situatie geven je bijnieren dit
stresshormoon vrij. Adrenaline zorgt ervoor dat je lichaam in staat is om sneller en
krachtiger te reageren. Het stimuleert de bloedtoevoer naar je hersenen en spieren.
Dit zorgt ervoor dat je hart sneller gaat kloppen en je ademhaling versnelt.

Arousal: is een toestand die aangeeft hoe alert je bent en of je op dat moment zintuigelijke prikkels
uit je omgeving kan opnemen en verwerken.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jasmijnlindeboom. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€4,59
  • (0)
  Ajouter