Wereldoriëntatie
1. België (2e - 3e graad)
1.2. De Belgische maatschappij na 1945
Politieke debatten komen voort uit verschillende visies die breuklijnen veroorzaken. Deze komen
voort ui conflicten. Ze verdelen de samenleving.
Levensbeschouwelijke breuklijn: er is een scheiding tussen de kerk en de staat. Er ontstaan 3 zuilen,
katholiek, socialistisch en liberalen (katholiek <> vrijzinnigen). Ze proberen hun aanhangers te
omringen met verzorgde structuren (ziekenhuizen, schoolnetten, …). Politiek-ideologische
tegenstelling kwam het best tot uiting in de schoolstrijd (strijd tussen officieel en vrij onderwijs). Door
ontkerkelijking en individualisering speelt het levensbeschouwelijke een minder belangrijke rol. In
1958 wordt het schoolpact gesloten: vrijheid van schoolkeuze en kosteloosheid van onderwijs.
Sociaaleconomische breuklijn: de sociale verhoudingen wijzigen onder invloed van industriële
kapitalisme (arbeiders-burgerij). De Belgische werkliedenpartij (BWP) wordt opgericht om de
belangen van de arbeiders te verdedigen. Vervolgens richt Daens de Christelijke Volkspartij op als
katholiek antwoord op het socialisme. Door invloed van het Algemeen Enkelvoudig Stemrecht (elke
man 1 stem) hadden ook arbeiders inspraak. De tegenstellingen heeft men proberen op te vangen
door eind WOII een sociaal pact te sluiten. Het is sociaal overlegmodel tussen (staat, werkgevers en
werknemers) en verzorgingsstaat (de staat staat in voor openbare orde en sociale voorzieningen die
tot doel hebben iedereen kans te geven menswaardig te bestaan). 21 e eeuw: actieve welvaartsstaat
(minder mensen afhankelijk van sociale uitkering).
Communautaire breuklijn: grote verschillen tussen het noorden en zuiden. Dit kwam tot uiting in de
koningskwestie1 met vastlegging van de taalgrens. Om dit niet verder te laten escaleren heeft men de
staatsstructuur gewijzigd door de gedeelten bevoegdheid te geven (federalisering). België evolueert
van unitaire naar federale staat. Verhouding gewesten en gemeenschappen werden opgericht.
Nieuwe breuklijnen: klimaat (plastic soep), vrede, vluchtelingenproblematiek, vergrijzing
1.3. Enkele politieke begrippen
1.3.1. Politieke stelsels
- Democratie = hele volk neemt deel aan besluitvorming van het land
- Autoritarisme = niet gebaseerd op instemming van burgers maar op gehoorzaamheid en
volgzaamheid die regime afdwingt. Regime beheerst of manipuleert politieke activiteiten.
- Indirecte democratie = het volk kiest wie het bestuur van het land vertegenwoordigen. Er zijn
verkiezingen en politieke partijen. <> directe democratie waarbij het volk rechtstreeks bestuurd.
- Burgerschapseducatie = bijbrengen van kennis, vorming democratische attitudes, bevorderen van
duurzame ontwikkeling. Gericht op het stimuleren van actief en betrokken burgerschap.
1.3.2. Staatsvormen
- Unitair of eenheidsstaat = alle politieke beslissingen worden genomen door de nationale of
centrale overheid. Nationale regering en parlement.
- Federatie of bondsstaat = staat samengesteld uit deelstaten met eigen bevoegdheid en regering.
Federale regering met bevoegdheden voor gehele staat. Verdeling gebeurt o.b.v. grondwet.
- Confederatie of statenbond = verbinding van onafhankelijke staten die eigen soevereiniteit
behouden, maar overeenkomen op bepaalde aangelegenheden te regelen (verdrag).
1
Politiek conflict over positie van koning Leopold III tijden WOII en zijn terugkeer uit gevangenschap na de
oorlog.
1
,1.3.3. Scheiding der machten: toewijzing van de macht
Om rechtsstaat (staat waarin burgers beschermd worden door regels) te realiseren wordt gezag
verdeeld. Zo controleren en beperken de machten elkaar.
Macht Instelling Bevoegdheid
Wetgevende Bv. Parlement, raad- Maken wetten (voorstel plenaire vergadering (alle
macht volksvertegenwoordigers) staatsblad)
- Controleren uitvoerende macht
- Goedkeuren int. Verdragen
- Onderzoeken probleemsituaties in samenleving via
parlementaire onderzoekscommissies
UitvoerendeRegering - Bestuur land
macht (ministers, - Indienen wetsvoorstellen
secretarissen) - Voert wetten uit
Rechterlijke Rechtbanken en - Uitspraak doen over geschillen
macht hoven
Wetgevende macht wordt gekozen door het volk.
1.3.4. Grondwet
= geheel van fundamentele rechtsregels en basis voor alle wetten.
- Bevoegdheidsverdeling tussen onderscheiden gezag niveaus en hun taken
- Bepaalt indeling en samenstelling federaal België
- Somt fundamentele rechten en plichten van burgers op
Verband tussen staatshervorming en grondwet? De grondwet werd aangepast aan de
staatshervorming (= aanpassingen van organisatie van ons land).
1.3.5. Hoe komt een wet/decreet tot stand
1) Idee
2) Parlementslid schrijft idee neer en dient wetsvoorstel/voorstel decreet in. Komt het vanuit
regering schrijven ze het neer in wetsontwerp/ontwerp van decreet.
3) Verschillende parlementsleden van partijen zitten samen in commissie 2 over onderwerp bv.
jeugd. Zij stemt alle wetsvoorstellen- of ontwerpen met hun thema.
4) Akkoord – voorstel gaat naar heel parlement of plenaire vergadering. Die bespreken en
stemmen. Op federaal niveau beslist de senaat mee met de kamer over wetten.
5) Op federaal niveau bekrachtigt de koning de wet met een handtekening + 1 lid regering.
Vlaamse niveau is dit niet nodig. De Vlaamse regering bekrachtigt decreet.
6) Wet of decreet worden gepubliceerd in staatsblad. 10 later naleven.
1.4. De verschillende bestuursniveaus
1.4.1. Gemeenten
1.4.1.1. Stad of gemeente
Onderscheid stad en gemeente is erfenis uit Holland. Titel van stad, is gebaseerd op onderscheid
tussen stedelijke agglomeraties en platteland. Er zijn er 134 als gevolg van fusies. Nu is onderscheid
symbolisch. Faciliteitengemeente = gemeente in eentalig gebied waar grondwettelijk is vastgelegd dat
gemeentelijke diensten op vraag burger andere taal moeten aanbieden dan de officiële taal van het
gebied.
2
Kleine werkgroep
2
,1.4.1.2. Taken
- Zorg voor gemeentelijk belang: waken over veiligheid, zorgen voor propere buurt, ontspanning,
onderwijs.
- De verplichtingen die worden opgelegd: Elke gemeente moet bib hebben, kan bouwvergunningen
afleveren, kan wegenwerken laten uitvoeren.
1.4.1.3. Instellingen
- Gemeenteraad (wetg. Macht): om 6 jaar verkozen door inwoners van gemeente. Neemt
beslissingen over goed bestuur gemeente: welke werken? Wie mag werken doen? …
- College van Burgemeester en schepenen (uitv. Macht): dagelijks bestuur. Schepenen gekozen
door gemeenteraad en krijgen sector aangewezen. Samen voeren ze beslissingen van
gemeenteraad uit. De gemeenteraad en college en schepenen worden geleid door burgemeester.
Kandidaat met meeste stemmen in fractie 3 wordt burgemeester en benoemd door
gewestregering. Hij heeft representatieve taak (vertegenwoordiger hogere overheden). Hoofd
van gemeente. En een aantal politie bevoegdheden (orde, rust en veiligheid). Gemeenten voeren
taken uit opgelegd door Vlaamse en federale overheid (OCMW beheren, verkiezingen). En
hebben gemeentelijke belangen. Andere belangrijke ambtenaren:
o Gemeentesecretaris = hoofd personeel en verantwoordelijke gemeentelijke diensten
o Gemeenteontvanger = verantwoordelijk voor financiën, uitgaven en inkomsten
gemeente.
1.4.1.4. Media voor lager school
- Krantenknipsels met belangrijkste beslissingen gemeenteraad
- Bezoek gemeentehuis
1.4.2. Provincies
1.4.2.1. Taken
Nadruk op bestuur van hele streek.
- Steunt bib van gemeente - Milieuvergunningen aan bedrijven
- Geeft premies om oude monumenten te - Toerisme
restaureren
1.4.2.2. Instellingen
- Provincieraad (wetg. Macht): om 6 jaar verkozen door inwoners van provincie. Legt beleidsopties
vast in aangelegenheden van provinciaal belang
- Bestendige deputatie (uitv. Macht): 6 députen verkozen uit provincieraadsleden. Dagelijkse
bestuur van provincie. Bereiden met gouverneur de beslissingen van provincieraad voor en
voeren uit. Hebben ook rechterlijke instanties en administratief toezicht op de gemeenten.
- Gouverneur: vertegenwoordiger van provincie en hogere overheden. Staat in voor handhaving
van de orde en rust. Wordt benoemd door gewestregering en voor het leven.
1.4.2.3. Besluit
Beleidsniveau Wetgevend orgaan Uitvoerend orgaan
Provinciaal Provincieraad Bestendige deputatie
Gemeentelijk Gemeenteraad College van burgemeester en
schepenen
3
Groep mensen in vertegenwoordigend orgaan, allemaal tot zelfde politieke partij. Bv. Leden van 1 politieke
partij in de gemeenteraad.
3
, 1.4.3. Federaal België: gemeenschappen
1.4.3.1. De federale staat krijgt vorm
Vlamingen eisen culturele autonomie4, walen wouden economische onafhankelijkheid. De unitaire
staat had afgedaan waardoor een eerste herziening van de grondwet kwam. Drie
cultuurgemeenschappen (toen cultuurraden) werden opgericht. Nadien werden gewesten
opgenomen. Hierna zijn er nog enkele staatshervormingen. Er is vlinderakkoord = aantal
bevoegdheden van federaal niveau verschuiven naar gewesten en gemeenschappen. Sinds 1993
vermeld art. 1 ‘België is federale staat, samengesteld uit gemeenschappen en gewesten’. Dat wil
zeggen 5 niveaus:
- Federaal niveau - Provinciaal niveau
- Gemeenschapsniveau - Gemeentelijk niveau
- Gewestelijk niveau
1.4.3.2. Bevoegdheden
Gebaseerd op taal Vlaamse, Franse en Duitse gemeenschap. Houden zich bezig met
persoonsgebonden materie:
- Taal
- Onderwijs
- Gezondheid
1.4.3.3. Geografische situering
1.4.3.4. Besluit
Beleidsniveau Wetgevend orgaan Uitvoerend orgaan
Vlaamse gemeenschap Vlaams parlement Vlaamse regering
Franse gemeenschap Parlement van Franstalige Regering van de Franstalige
gemeenschap gemeenschap
Duitstalige gemeenschap Parlement van Duitstalige Regering van de Duitstalige
gemeenschap gemeenschap
1.4.4. Federaal België: gewesten
1.4.4.1. Bevoegdheden
Houden zich vooral bezig met economische zaken die streekgebonden zijn.
- Economie
- Huisvesting
- Milieu
1.4.4.2. geografische situering
1.4.4.3. Besluit
Beleidsniveau Wetgevend orgaan Uitvoerend orgaan
Vlaams gewest Vlaams parlement Vlaamse regering
Waals gewest Waals parlement Waalse gewestregering
BHG BH parlement BH regering
Bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten is in Vlaanderen eenvoudiger dan in het
Franstalige gedeelte. Hier worden deze bestuurd door 1 raad en 1 regering. In het Franstalige
gedeelte zijn er 2 raden en 2 regeringen.
1.4.5. Federaal België
1.4.5.1. Bevoegdheden
Bevoegd voor justitie, defensie en sociale zekerheid t.o.v. heel België. Naast de federale regering is er
ook het federaal parlement gevormd door de kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat. De
4
Bevoegdheid om zichzelf wetten te geven, onafhankelijk
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jd2000. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.