Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Week 7 - allesomvattende samenvatting strafprocesrecht €5,49   Ajouter au panier

Resume

Week 7 - allesomvattende samenvatting strafprocesrecht

 2 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvattingen wordt alle stof van het vak strafprocesrecht behandeld. Zowel de hoorcolleges als de werkgroepen, literatuur en arresten zijn hierin samengevat opgenomen. Aan het eind van elke week heb ik beknopt de belangrijkste stappenplannen van die week herhaald.

Aperçu 4 sur 38  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 31 janvier 2024
  • 38
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Week 7 – Strafprocesrecht samenvatting alles
Literatuur
Hoofdstuk 5
De toegang tot de rechter
Art. 6 EVRM – iedereen verdachte heeft recht op een berechting by an idependent and impartial
tribunal established by law.
- Bevoegdheid van rechter om te oordelen moet gebaseerd zijn op geldende recht – WIFZ.
- Bevoegdheid ontbreekt – onbevoegd verklaren

5.2 Organisatie en bevoegdheid
Art. 113 GW – berechting van strafbare feiten is opgedragen aan de rechterlijke macht.
- De wet dient aan te wijzen welke gerechten hiertoe behoren (art. 116 GW).
- De wet dient de inrichting, samenstelling en bevoegdheid hiervan te regelen (art. 116 (2)
GW)
- Uitvoering is gegeven in aantal bijzondere wetten – Wet RO.
- Art. 2 Wet RO – rechtbanken, Hoven en de HR behoren tot de rechterlijke macht.

Er zijn 11 rechtbanken en 4 hoven.
Rechtsgebied van een hof = ressort
Deconcentratie in het strafrecht = rechtbanken en hoven mogen op verschillende plaatsen zitting
houden.
- Gedachte hierachter; recht dicht bij de burger gebracht.
- Wettelijke basis art 21b Wet RO.
Functionele differentiatie; er wordt een interne werkverdeling gemaakt o.b.v. aard van de te
behandelen zaken (kern in art. 6 lid 1 wet RO)
- Ratio hierachter; er is een behoefte aan specialisatie en specifieke deskundigheid en er wordt
gezocht naar efficiëntie.

Absolute en relatieve competentie
Art. 348 Sv – rechtbanken moeten beraadslagen over bevoegdheid – anders onbevoegd uitspreken
(art. 349 lid 1 Sv).
Absolute competentie; welk soort gerecht is bevoegd
- Rechtbanken bevoegd kennis te nemen van de zaken in eerste aanleg (art. 45 lid 1 RO)
o Uitzondering in art. 67 Wet RO.
- Hoven (art. 60 lid 1 RO)
o Oordelen uitsluitend in HB
- Hoge Raad (art. 78 RO)
o Oordelen in cassatie
Relatieve competentie; betrekking op geografische plaats.
- Art. 60 Wet RO – relatieve bevoegdheid van de hoven
- Art. 2 Sv – vier onderscheiden doelen;
o Forumshipping voorkomen; eigen keuze van rechtbank zou oneigenlijke motieven
kunnen bevorderen.
o Behartigen dat vervolging zo veel mogelijk plaatsheeft daar waar de betrokken
belangen het meest aanwezig zijn.
o Mogelijk maken dat bepaalde categorieën strafzaken worden vervolgd bij daarin
gespecialiseerde rechtbanken (art. 2 lid 2 Sv).
o Verzekeren dat er steeds een rechter relatief bevoegd is.
- Afhankelijk van aanwezige omstandigheden ten tijde van het aanvangen v.d. vervolging.

, - Kanttekening; als de verdachte al wordt vervolgd voor een ander feit bij een andere
rechtbank kan het Om ervoor kiezen de twee zaken bij hetzelfde gerecht af te doen – geen
verplichting.
- Alle betrokkenen van een strafbaar feit dienen door dezelfde rechtbank te worden vervolgd
(art. 6 lid 2 Sv).

Interne competentie
Binnen hetzelfde gerecht zijn ook bevoegdheidsvragen – gaat om de vraag of bepaalde kamer
bevoegd is.

Economische kamer
- Art. 38 jo 39 WED
- Alleen bevoegd kennis te nemen van economische delicten

Politierechter
- Bevoegdheid valt niet onder 348 Sv – dankt bestaan aan overwegingen van efficiëntie.
- Art. 368 Sv – aanvankelijke oordeel van OM is beslissend voor vraag of de zaak door deze
rechter moet worden vervolgd.
- Zorgen dat werklast efficiënt verdeeld wordt.
- Art. 369 lid 2 Sv – gaat om eenvoud van de zaak en de op te leggen strafsanctie
- Niet eens  naar meervoudige kamer (art. 369 lid 2 Sv) (art. 377 Sv)
- Meervoudige kamer kan ook verwijzen naar politierechter (art. 282a Sv)

Kinderrechter
- Leeftijd v.d. verdachte is beslissend (art. 495 lid 1 en 488 lid 2 Sv).
- Te complex  OvJ kan het naar meervoudige kamer sturen.

Kantonrechter
- Art. 382 Sv
- Rechtbank kan zaak naar kantonrechter verwijzen (art. 349 lid 2 SV)
- Overtredingen worden door de kantonrechter vervolgd.

Niet door de wet voorgeschreven kamers
- Bestuur van een gerecht kan zogenaamde fraude kamers in haar rechtbank opstellen 
moet wel worden vastgelegd in het reglement. Geen verwijsmogelijkheid.
- Zoals fraudekamers.

Gedeconcentreerde kamers
- Meerdere zittingsplaatsen.
- Werklast verdelen (art. 21 lid 1 jo. 21a lid 3 RO).
- Regelt lijkt te zijn dat de plaats waar het gerecht zitting houdt geen invloed heeft op zijn
bevoegdheid.

Raadkamerprocedures
= Procedures in het kader van de VH, behandeling van het beklag van de belanghebbende
over niet vervolgen van strafbare feiten (art. 12 SV) en behandeling van een klaagschrift over
inbeslagneming van voorwerpen (art. 552a SV).
- Controleert zaken waar geen beslissing genomen mag worden door het rechterlijk college op
zitting (art. 21 Sv).
- Beslissingen van de raadkamer = beschikkingen

Naast einduitspraken zijn er nevenuitspraken of tussenuitspraken.

,Nevenuitspraken; uitspraak die in het eindvonnis of eindarrest is opgenomen (vb. beslissing m.b.t. in
beslag genomen voorwerpen en beslissing over vordering benadeelde partij).
Tussenuitspraak; beslissing die in de loop van het onderzoek op de terechtzitting wordt genomen,
zoals toewijzing van vordering tot wijziging van de tenlastelegging (art. 313 Sv) en de beslissing om
een bepaalde nieuwe getuige op te roepen (art. 315 Sv).
 Deze uitspraken worden niet in een apart vonnis neergelegd maar aangetekend in PV van de
zitting.

5.3 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Onafhankelijkheid van rechterlijke macht ligt sterk verankerd in ons staatsbestel. De rechter moet bij
installatie een eed of belofte afleggen, waarin hij stelt dat hij zijn ambt ‘met eerlijkheid,
nauwgezetheid en onzijdigheid, zonder aanzien van personen, zal uitoefenen’ – onpartijdige
opstelling.

Art. 6 EVRM stelt eisen aan de rechter – gaat om drie onderscheiden zaken;
1. De bevoegdheid van de rechter om te beoordelen moet zijn gebaseerd op geldend recht.
2. De rechter dient onpartijdig en onafhankelijk te zijn
a. Los van overheidsinstanties
b. The absence of prejudice or bias; tweeledige test;
1. Subjectieve test; gaat over de vraag of de rechter persoonlijk bevooroordeeld
was. Concentreert zich op persoon v.d. individuele rechter, op persoonlijke
overtuigingen en gedrag.
2. Objectieve test; gaat om de vraag of hij schijn van partijdigheid tegen had.
Hof beoordeelt of de door de klager aangedragen feiten objectief gezien
twijfel konden uitroepen over de onpartijdigheid.
3. Verdachte moet recht hebben op een beoordeling door een onafhankelijke, onpartijdige en
door de wet bevoegd verklaarde rechter – toegang tot de rechter.

Onafhankelijkheid
Rechterlijke macht hoeft geen verantwoording af te leggen aan de uitvoerende macht.
Art. 117 GW – garandeert benoeming voor het leven.
Niet in strijd dat de rechter beslissing in vonnis moet verantwoorden en dat beslissing door instellen
van rechtsmiddelen aan oordeel van hogere rechter kan worden onderworpen.
Ook niet in strijd met onafhankelijkheid dat de rechtspraak openbaar is en dat optreden van de
rechter en de beslissingen die hij heeft aan publieke kritiek zijn onderworpen.
Onafhankelijkheid is niet onbegrensde vrijheid – gebonden aan het recht – bouche de la loi.

Onpartijdigheid
Eed houdt in dat hij zijn ambt met ‘eerlijkheid, nauwgezetheid en onzijdigheid, zonder aanzien van
personen zal uitoefenen.’ – Bevestiging in art. 512 SV – wraking en verschoning van rechters; een
verdachte of het OM kan een rechter wraken o.g.v. feiten of omstandigheden waardoor de
rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden – op dezelfde grond kan een rechter (o.g.v. art.
517 Sv) zich verschonen.

Onpartijdige behandeling
- Art. 12 Wet RO – verbiedt rechters zich op enige wijze in te laten met partijen of hun
advocaten over enige voor hen aanhangige geschillen of geschillen waarvan zij weten of
vermoeden dat die voor hen aanhangig worden gemaakt  rechter mag niet met de
verdachte of zijn raadsman of met leden van het OM van gedachten wisselen over de
strafzaken die hij behandelt of gaat behandelen.
- Art. 271 lid 2 Sv – geen v.d. rechters mag op zitting blijk geven van enige overtuiging omtrent
schuld. Eis van onpartijdigheid houdt verband met de onschuldpresumptie.

, o Overtuigd van schuld  niet subjectief en partijdig dus schending van art. 6 lid 2
EVRM.
o Rechter die de verdachte voor onschuldig houdt en dat laat weten schendt niet de
onschuldpresumptie maar toont zich wel vooringenomen  reden om rechter te
wraken.

5.4 Buitengerechtelijke afdoening
Art. 6 EVRM geeft recht op berechting door rechter maar neemt niet met zich mee dat elke straf door
een rechter moet worden opgelegd. Dit blijkt uit de zaak Öztürk tegen Duitsland. Buitengerechtelijke
oplegging van vrijheidsstraffen is niet toegestaan (art. 5 EVRM). Vrijheidsbeneming als straf is alleen
toelaatbaar als de straf opgelegd is by a competent court. EHRM stelt belangrijke voorwaarde aan
bestuurlijke beboeting, namelijk dat de betrokkene het recht moet hebben tegen de beslissing op te
komen bij de rechter.
Vier vormen van buitengerechtelijke afdoening;
1. Bestuurlijke beboeting; onderdeel van bestuursrecht
a. Maar blijft een ‘criminal charge’ (art. 6 EVRM).
2. Transactie; art. 74 Sr. Afdoening in de vorm van een transactie levert formeel geen
bestraffing op.
a. Kan zowel voor overtredingen als misdrijven met max 6 jaar.
3. Strafbeschikking; lijkt op bestuurlijke boete maar de regeling voor de strafbeschikking staat
in titel IVA Sv en niet in bestuursrechtelijke regelingen.
a. Vorm van vervolging
b. Belangrijk verschil met de bestuurlijke boete is dat zij regeling vindt in het strafrecht.
c. Levert geen berechting op – blijft voorbehouden aan de rechterlijke macht.
4. Voorwaardelijk sepot; OM kan beslissing voor vervolging voor bepaalde termijn uitstellen
(art. 167 lid 2 SV en art. 242 lid 2 SV). Formeel stelt OM de beslissing uit maar in feite beslist
hij dat de zaak door te voldoen aan bepaalde voorwaarden kan worden afgedaan. OvJ is vrij
in de te stellen voorwaarden.
a. Als de verdachte zich aan zijn voorwaarden houdt mag hij erop vertrouwen dat de
OvJ van verdere vervolging zal afzien.

Uitvaardigen van strafbeschikking is een vorm van vervolging. Toch is dit te rijmen met art. 113 lid 1
GW omdat in de Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel gesteld wordt dat het uitvaardigen
van een strafbeschikking geen berechting oplevert. Berechting blijft voorbehouden aan rechterlijke
macht doordat verdachte in verzet kan gaan.

Hoofdstuk 8: het slachtoffer
Hoofddoel strafproces; verzekeren toepassing materiële recht. Doel = schuldige straffen en
voorkomen dat onschuldigen bestraft worden. Verdachte staat centraal.
Slachtoffer krijgt in NL steeds betere positie (schadevergoedingsmaatregel/contactverbod)
Slachtoffer kan in verschillende hoedanigheden optreden in het strafproces;
- Getuige
- Beklag doen bij hof (art. 552a SV)
- Strafbaar als hij meineed pleegt (art. 207 SV).

Positieve verplichtingen die uit het EVRM voortkomen
Art. 3 EVRM – verbod op foltering
Art. 6 EVRM – recht op eerlijk proces
Art. 8 EVRM – recht op privacy
 Spoort de staat aan tot effectieve opsporing en vervolging en passende bestraffing.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur berbervandermeer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter