WERK EN WELZIJN
LES 1
GROEPSOPDRACHT
Zelf verband ontdekken tussen werk en welzijn
1. Concreet beeld vormen van situatie (emotioneel, feitelijk )
2. Kennis verruimen Wat kan ik hiermee doen? Informatie opzoeken over de problematiek (3 wetenschappelijke en
praktijkgerichte artikels, google scholar of limo, niet artikels van in de les)
3. Ondersteuning bieden door informeren, te steunen, acties te bedenken, doorverwijzen (we zouden dit willen
bespreken met de persoon, MAAR NIET EFFICTIEF DOEN)
4. Naar andere tonen (naar je team) rapporteren of psycho-educatie aanbieden
Persoon interviewen, wat wil je weten , hoe reageerde uw collega’s/baas, wil je de job nog, wat moet er veranderen? Dan
link je ze met je literatuur. Je toont het uiteindelijk in een groepsproduct
DEFINTIE WERK EN WELZIJN
WERK (BOARDMAN)
Doelgericht
o Niet volledig vrij gekozen met als doel te relaxen (<> hobby)
o Verkrijgen van een bepaald resultaat in ruil voor iets anders (bv geld)
Binnen (organisatorische) grenzen
o Hoe doel bereiken, hoeveel tijd of de omgeving waarin je handelt is meestal opgelegd
o Gecoördineerd (al een stuk bepaald) = niet gewoon random dingen
o Vraagt fysieke, emotionele of mentale inspanning
Andere/samenleving heeft er baat bij
o Dus ook: vrijwilligersWERK en huishoudelijk WERK Als huismoeder hebben de kinderen en de man er baat
bij
Inactieve bevolkingen = kunnen nog
niet werken of niet meer werken
Beroepsbevolking ong 18-64j
o Primair= handenarbeid,
landbouw
o Secundair = produceren
o Tertair = diensten leveren (PC)
NWWZ= niet werkende die wel werk
zoeken
NWNWZ= Niet werken en niet werk
zoeken (bv mensen met verslaving, niet meteen inzetbaar) maar ook mensen die nooit inzetbaar zijn (niet inzetbare
categorie)
Werkloos= niet werken maar wel werk zoeken, de overheid wil dat alle mensen werken, vroeger was hun standpunt
om zo snel mogelijk mensen te laten werken, nu
Onvrijwillig deeltijds werkloos = bv iemand die net begint wordt deeltijds in een ziekenhuis gezet terwijl ze voltijds wilt
Niet werkende beroepsbevolking = meer ondersteuning, hoe kunnen we de jobs werken zodat ze terug willen werken
(zijn nog inzetbaar)
Potentiele actieven = Inactief die nog wel willen werken, bv mensen die de pensioen hebben bereikt bv iemand van 68
wil werken en werkt daarom in een broodjeszaak
1
, Werk is OPUS (=leuk, latijn) (uitdaging & zelfverwezenlijking)
o Latente deprivatie model (Marie Jahoda) Manifeste functie van werk is het geld verdienen (duidelijk) ,
maar ze zegt er zijn ook latente functies (onderliggende):
inkomen (manifest)
structuur in tijd (weekend en werkweek)
opportuniteiten tot sociaal contact (collega’s)
gedeeld doel, bijdrage tot de gemeenschap
sociale identiteit / status
zelfrealisatie (nieuwe dingen bijleren = zelfontwikkeling)
Werk is LABOR (inspanning)
o niet alle werk is fijn of goed: stress, overbelasting, onzekerheid, stigma...
o werk is geen conditio sine qua non voor een goede mentale gezondheid = werk wilt niet zeggen dat je dan
sowieso mentaal gezond bent
o goed werk =
AFWEZIGHEID van pathologie of fysieke / mentale belasting EN
AANWEZIGHEID van een algemeen gevoel van tevredenheid en ontplooiing op het werk
Werk als eigenaardig medicijn
WELZIJN
Wat vraag je een cliënt/collega als je wil weten hoe het op het werk gaat?
- Hoe tevreden ben jij met je werk?
- Hoe blij/gestresseerd/... voel jij je op je werk?
- Ontwikkel je jezelf via je werk? Welk doel
Op 3 verschillende niveaus vragen:
1. Job tevredenheid
2. Affectief welzijn = specifieke emoties Subjectief welzijn
3. Eudaimonisch geluk = Ontwikkel je uzelf?
Hedonisch Oppervlakkig, tevreden met job,
loon
Eudia = diepgang Dieper liggende welzijn,
betekenis van werk voor iemand
VERANDERINGEN
= Door de grote veranderingen, ander werk
Industriële revoluties:
- Water en stroom (bv katoenmachines)
- Elektrische stroom (bv lopende band)
- Elektronica en informatie (bv automatisering, internet)
- Fusie van technologie (bv robots)
2
,4 GROTE VERANDERINGEN
1. ANDER TYPE WERK
1970: meer tertiaire sector
o Meer ‘knowledge workers’ = hoogopgeleiden die theoretische en analytische kennis gebruiken om nieuwe
producten te ontwikkelen
Cognitieve belasting = inspanning van het werkgeheugen (in M&O)
o Emotionele arbeid: expressie van emotie
Bankbediende: vriendelijk zijn en positieve emoties tonen
Nieuwe werkeisen => nieuwe gezondheidsproblemen
2. ANDERS ORGANISATIES
Gevolg van:
o Globalisering: ‘handel zonder grenzen’
o 24-uurseconomie
o Technologie
o ...
De enige constante is ‘verandering’
o Saneren, outsourcen, minder niveaus, zelfsturende teams, nieuwe wetgeving, nieuwe software... Continue
veranderingen = continue stress
3. ANDERS WERKEN
Werknemers krijgen meer flexibiliteit: new ways of working
o flexibiliteit in timing
o flexibiliteit in werkplaats: thuis, op het werk of in de trein
Intensifiëring = ↑ verwachtingen van werknemer & werkgever, ↑ werkdruk, nood aan levenslang leren... bv Japanners
gaan ten onder aan overwerk
4. ANDERE BEROEPSBEVOLKING
Vroeger:
o 1 of 2 bedrijven gedurende het leven
o qua demografische kenmerken: homogene organisaties
Nu:
o veel vaker gewisseld (jobhoppers)
o Heterogeen (geslacht, leeftijd, etniciteit, kwetsbaarheid ...)
o Kan vaak leiden tot ‘dat heb ik ook meegemaakt’
o Functie 3 van artikel 107
3
, EMOTIONEEL WERK
EMOTIES OP DE WERKVLOER
Functie emoties (voor iedereen):
Informatieve functie: Feedback over de mate waarin we onze doelen bereiken
o Retrorespectief keuren van acties Terugkijken op iets dat we gedaan hebben op basis daarvan krijg je een
gevoel (dat heb ik goed/oke slecht gedaan)
o Stimuleren ‘tegenfeitelijk redeneren/ counterfactual thinking’: alternatieven bedenken bij voorgaande
gebeurtenissen (wat als ik toen?) Hoe zal ik het volgende keer aanpakken?
Motiverende functie: sturen en geven energie voor actie, plannen of te monitoren bv beter uw best doen voor een vak,
omdat je 2de zit echt niet ziet zitten
o Anticiperende functie: inbeelden hoe we ons gaan voelen bij bereiken van doel (iets dat nog moet komen)
EMOTIES IN JE JOB
“...to control emotions to present facial and physical expressions which can be seen by anyone; which is sold, and therefore a
value which can be exchanged.” (Hochschild, 1983, p. 90) M.a.w.: Elke job die vereist dat men gevoelens inzet om een publiek
observeerbaar gedrag te tonen
Elke job die zo een emotionele handelingen vereist om in te zetten noemen we een emotionele job bv psycholoog
3 types van emotionele jobs:
o Dienstverlening (kapper, verkoper, bakker...): positieve, vriendelijke, blije
o Hulpverlening: empathische
o Sociale controle/ordehandhaving (politie): evenwicht vinden, negatieve, macht
4 VERSCHILLENDE COMPONENTEN
- Zelfbewustzijn: We weten van onszelf wat onze
emoties zijn
- Sociaal bewustzijn: Bij de ander emoties herkennen
- Zelfsturing: Omgaan met de eigen emoties
- Relationele vaardigheden: Anderen mee hun
emoties reguleren
Herkenning= Het herkennen van een emotie
Regulatie = Met een emotie omgaan
Word ik vergoed als ik een emotionele job doe?
- Als we kijken naar de combinatie met het cognitieve aspect, is het
zo dat jobs die een lage cognitieve eisen vereisten maar wel een
hoge emotionele eisen (bv kassiers) minder verdienen dan jobs die
een lage cognitieve eisen en een lage emotionele (vuilnisman).
MAAR als men kijkt naar de jobs die een hoge cognitieve eisen
vereisten, verdienen de jobs meer die emotionele eisen hebben
4