Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Vastgoedmanagement 2 Huiswerkuitwerkingen Vastgoedkunde leerjaar 2 €5,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Vastgoedmanagement 2 Huiswerkuitwerkingen Vastgoedkunde leerjaar 2

 6 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement

Vastgoedmanagement 2 Huiswerkuitwerkingen Vastgoedkunde leerjaar 2

Aperçu 3 sur 20  pages

  • 30 janvier 2024
  • 20
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Ruben stapelbroek
  • Toutes les classes
avatar-seller
,Vastgoedmanagement 2 Huiswerkvragen kwartiel 2.2
Weel 1)
1) Door wie en waarom werden aan het begin van de twintigste eeuw woningbouwverenigingen
opgericht?


Een deel van de gegoede burgerij, (dit waren artsen, ingenieurs en juristen) kon de slechte
leefomstandigheden van de arbeidsklasse niet langer aanzien en nam het initiatief tot ingrijpen.

Het begin van de aanzwellende stroom initiatieven voor het huisvesten van de arbeidersklasse was
het oprichten van de eerste coöperatieve bouwvereniging in 1852. In 1899 was dit gestegen tot een
aantal van 112 verengingen (met gemiddeld 70 woningen in bezit).

2)

a. Wat zijn de belangrijkste punten uit de Woningwet van 1901?

Doel → De kwaliteit van de woningen verbeteren en slechte woningen tegengaan.
Hoe? → Door in de wet een aantal zaken te regelen:
1. Het opstellen van bouwvoorschriften
2. Invoering van de bouwvergunning
3. Gemeenten kregen ook een controlerende taak bij bestaande bouw
4. Gemeenten moesten bestemmingsplannen gaan opstellen voor de stad
5. Financiële steun voor (sociale) woningbouw voor daartoe aangewezen partijen.

Gemeentelijke woningbedrijven

Toegelaten instellingen → bijzonder particulier initiatief die alleen op het gebied van de
volkshuisvesting actief mochten zijn → coöperatieve bouwvereniging.


b. Waarom zou deze wet aan het begin van de twintigste eeuw ingevoerd zijn?

woningwetwoningen na de tweede wereldoorlog

de overheid ontkwam er niet langer aan om het woningvraagstuk wettelijk te regelen.

De maatschappelijke druk was steeds sterker geworden, gevoerd door sociale bewogenheid en
arbeidersverenigingen. Verder was er angst voor onrust onder het volk (revolutie) en bezorgdheid
om de risico’s voor de volksgezondheid.

3)

a. Leg met behulp van de begrippen “verzorgingsstaat” en “volkshuisvesting” uit wat deze met
elkaar te maken hebben.

Overheid stelt zich garant voor het collectieve welzijn van haar burgers. Volkshuisvesting werd gezien
als onderdeel van het welzijn. Na de WO II bestrijding van de woningnood.

Volkshuisvesting Nederland is bedoeld voor iedereen die zich bezighoudt met wonen:
woningcorporaties, gemeenten, provincies, makelaars, investeerders en andere betrokkenen.
Volkshuisvesting is een heel belangrijk onderwerp, in de politiek en in de levens van mensen.

In een verzorgingsstaat zorgt de overheid voor welvaart en welzijn voor alle burgers in de
samenleving.

, b. Welke taken vervulde de overheid op het gebied van de volkshuisvesting met het oog op de
verzorgingsstaat?

1. (laten) bouwen
2. (laten) verdelen
3. (laten) financieren


4)

a. Voor huurwoningen kunnen object en subjectsubsidies worden verstrekt . Wat zijn de doelen en
effecten van deze subsidies?

Doel → het bevorderen van de betaalbaarheid van het wonen voor de lagere inkomensgroepen.

Sociale huurwoningen, → kenmerk lagere huurprijs. Het is niet interessant voor een belegger mede
door de hoge bouwkosten om sociale huurwoningen te ontwikkelen door de lage huurinkomsten. Die
woningen moesten er toch komen en om dit te stimuleren, worden subsidies versterkt aan woning
coöperaties, hierdoor wordt de kostprijs break-even gespeeld of zelfs in de plus.

Effect:

Objectsubsidie: door subsidiëring op bouwkosten (onrendabele top: dat deel wat niet kan worden
terugverdiend met de huurinkomsten) konden huren kunstmatig laag blijven. Subsidie kwam aan alle
huurders ten goede.

Subjectsubsidie: lagere inkomens helpen bij het kunnen betalen van een woning. mensen worden
rechtstreeks gecompenseerd in de huurlasten via de huurtoeslag (indien ze in aanmerking komen)

Subsidiëring van personen (subjectsubsidies) → huurtoeslag.
Subsidiëring van vastgoed (objectsubsidies) → 1993 BBSH (Besluit Beheer Sociale Huursector) → 1995
bruteringsoperatie.


b. Welke van beide subsidies wordt tegenwoordig nog uitgekeerd en in welke vormen?

Subjectsubsidies in de vorm van huurtoeslag. (overheid → huurder)

Soms nog korting op de grondprijs voor de bouw van sociale huurwoningen. Indirect een vorm van
objectsubsidie.



5. Wat is het doel van een huisvestingsverordening?
De schaarste sociale huurwoningen en de goedkope koopwoningen te verdelen onder de lagere
inkomens.

Deze huisvestingsverordening heeft enerzijds tot doel om onevenwichtige en onrechtvaardige effecten
van schaarse woonruimte te bestrijden door op basis van de Huisvestingswet 2014 regels te stellen
aan het verdelen van standplaatsen en het wijzigen van de woningvoorraad.



6. Vanuit het neoliberalisme kwam er kritiek op de verzorgingsstaat en werden aan het
marktmechanisme grote voordelen toegeschreven. Waarom betekent het neoliberalisme voor de
volkshuisvesting deregulering?

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur phoebevanderheijden1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99
  • (0)
  Ajouter