Een samenvatting van alle hoofdstukken van VWO Chemie Overal: VWO4 + VWO5 + VWO6. Het kan worden gebruikt voor: SE, CE, staatsexamen en het ccvs examen. Zel heb ik met deze samenvatting een 8.4 gehaald.
Scheikunde samenvatting
Hoofdstuk 1: Scheiden en reageren
Zuivere stof: bevat slechts één type bouwsteen/molecuul en
heeft een kookpunt en smeltpunt
Mengsel: bestaat uit verschillende bouwsteen/moleculen en
heeft een kooktraject en smelttraject
→ Soorten mengsels:
- oplossing = van vloeistoffen (en evt een vaste stof) waarvan
de bouwstenen volledig zijn gemengd
- suspensie = van een vaste stof en een vloeistof, waarbij de
vaste stof niet is opgelost
- emulsie = van vloeistoffen die niet goed mengbaar zijn
De 7 twee-atomige moleculen: Waterstof (H), Zuurstof (O), Stikstof (N), Broom (Br),
Fluor (F), Chloor (Cl) en Jood (I)
Hydrofiel = als een stof goed met water mengt
Hydrofoob = als een stof niet goed met water mengt
Element = een stof die uit 1 soort atomen bestaat
Verbinding = stof die uit meerdere elementen bestaat
Endotherm = E beginstoffen < E reactieproducten
Exotherm = E beginstoffen > E reactieproducten
Emulgator: een molecuul dat ervoor zorgt een emulsie niet ontmengt, het
heeft een hydrofiele kop en een hydrofobe staart
De 5 kenmerken van een chemische reactie:
- Er ontstaan reactieproducten
- De wet van massabehoud
- Er is een vaste massaverhouding
- De reactietemperatuur is bereikt door
genoeg activeringsenergie
- Er is sprake van het energie-effect
De reactiesnelheid van een chemische reactie wordt bepaald door 5 factoren:
- de verdelingsgraad (homogene mengsels), verklaard door het botsende deeltjesmodel
- de soort stof, verklaard door het botsende deeltjesmodel
- de temperatuur, verklaard door het botsende deeltjesmodel
- de concentratie (heterogene mengsels), verklaard door de activeringsenergie
- de katalysator, verklaard door de activeringsenergie
Effectieve botsing = botsing tussen twee deeltjes die tot een reactie leidt
, Scheidingsmethoden
Methode Te gebruiken bij Berust op verschil in Begrippen
filtratie suspensie deeltjesgrootte filtraat
bezinken suspensie dichtheid
indampen oplossing in vloeistof kookpunt
destillatie oplossing in vloeistof kookpunt destillaat
adsorptie oplossing (kleur-, smaak- of geurstof) aanhechting actieve koolstof
extractie vaste stof, suspensie, emulsie oplosbaarheid extractiemiddel
(papier)chromotografie oplossing dichtheid Rf-waarde (0-1)
Filtreren
Destileren
Adsorptie
Extraheren
Chromotografie
,Hoofdstuk 2: Bouwstenen van stoffen
- Atoommodel volgens Dalton: een atoom is een massief bolletje
- Atoommodel volgens Rutherford: een atoom bestaat uit een positief
geladen atoomkern met neutronen en protonen en daar omheen een
negatief geladen elektronenwolk met elektronen
- Atoommodel volgens Bohr: gaat uit van het model van Rutherford, maar
de elektronen bevinden zich in elektronenschillen
De elektronenconfiguratie kan worden afgelezen uit het periodiek systeem:
de periode geeft het aantal schillen aan en de groep (1, 2, 13, 14, 15, 16, 17,
18) geeft het aantal elektronen in de buitenste schil aan
→ Elementen in dezelfde groep hebben overeenkomende eigenschappen,
zoals in groep 1 (alkalimetalen), groep 2 (aardalkalimetalen),
groep 17 (halogenen) of groep 18 (edelgassen)
• Isotoop = een atoom met hetzelfde aantal protonen maar een
ander aantal neutronen
• Ion = een atoom met een afwijkend aantal elektronen (≠ aantal protonen), een ion kan
ontstaan tijdens een chemische reactie onder invloed van elektrische stroom
→ positief ion: waarbij er één of meerdere elektronen zijn afgestaan (Qe < Qp)
→ negatief ion: waarbij er één of meerdere elektronen zijn opgenomen (Qe > Qp)
Elektrovalentie = het aantal elektronen dat een atoom kan opnemen of afstaan
Valentie-elektronen = de elektronen in de buitenste schil
→ ionen van metalen hebben een positieve lading (naam= metaal +ion)
→ ionen van niet-metalen hebben een negatieve lading (naam= niet-metaal +ide +ion)
Octetregel = het streven naar het hebben van acht elektronen in de buitenste schil,
zoals de edelgassen hebben (m.u.v. helium): edelgasconfiguratie
De massa een atoom(kern) heet de atoommassa, deze wordt
uitgedrukt in u → 1 u = 1,660538921 * 10^-27 kg (tabel 7B in BINAS)
Mol = een grote hoeveelheid met de naam constante van Avogadro
NA = 6,02214 * 10^23 (tabel 7A in BINAS)
Zie hieronder hoe je van gram naar mol naar hoeveelheid deeltjes
kan rekenen, hierbij geldt M = molaire massa van een molecuul
• De waarden van atoommassa (A) en molaire massa (M) zijn verwisselbaar: als de
atoommassa van ammoniak (NH3) 17,034 u is, dan is de molaire massa 17,034 gram/mol
, Hoofdstuk 3: Moleculaire stoffen
• Om elektrische stroom te kunnen geleiden zijn er geladen deeltjes nodig die vrij
kunnen bewegen
Moleculen Binding Geleidbaarheid Kristalrooster
Metalen metalen metaalbinding (→ positieve metaal vast en vloeibaar metaalrooster
ionen + negatieve vrije elektronen)
Zouten niet-metalen + ion-binding (→ negatieve en vloeibaar ion-rooster
metalen positieve ionen van zouten)
Moleculaire stoffen niet-metalen vanderwaalsbinding niet molecuulrooster
Covalentie = het aantal atoombindingen dat een atoom kan
vormen (= het aantal elektronen dat een atoom wil opnemen of
afstaan om aan de octetregel te voldoen)(bv 1+ of 1-)
Lewisstructuur Structuurformule
Binding Welke situatie? Visual Hoe? Informatie
Apolaire Tussen atomen waarbij Door een Een molecuul met polaire
atoombinding elektronegativiteit ≤ gemeenschappelijk atoombindingen is niet altijd
0,4 geldt elektronenpaar een polair molecuul
Polaire Tussen atomen waarbij Door een
atoombinding elektronegativiteit gemeenschappelijk
> 0,4 en ≤ 1,7 geldt elektronenpaar
j
j Apolair molecuul Polair molecuul
Ion-binding Tussen ionen waarbij Door het afstaan/ 1
elektronegativiteit opnemen van een
> 1,7 geldt elektron
Vanderwaals- Tussen moleculen in Vanuit gaan Evenredig met de massa 4
binding vaste en vloeibare fase en het contactoppervlak
Dipool- Tussen polaire Door de Relatief zwakke binding 3
dipoolbinding moleculen aantrekkingskracht
tussen de polen
Waterstofbrug Tussen dipool-dipool Door de Erg sterke binding, 2
moleculen waar en OH aantrekkingskracht sterker dan de dipool-
of een NH groep is tussen de polen dipool binding
Elektronegativiteit = een getal dat aangeeft hoe hard een kern aan de elektronen trekt
• Bij het ontleden van een stof worden de atoombindingen verbroken
• Als een stof van vloeibaar naar vast gaat → verbreken de vanderwaalsbindingen
tijdelijk en worden daarna weer gevormd
• Als een stof van vloeibaar naar gas gaat → verbreken de vanderwaalsbindingen
Wet van Avogadro= bij constante temperatuur en druk bevatten gelijke volumes van
verschillende gassen evenveel moleculen
, Verdelingsevenwicht = een evenwicht dat ontstaat als een
stof kan oplossen in een hydrofobe en hydrofiele stof
percentage aantal per 100 %
promilage aantal per 1 000 ‰
ppm (parts per million) aantal per 1 000 000 ppm
ρ = dichtheid (te vinden in BINAS tabel 11 of 12) Vm = molair volume (volume van 1 mol gas)
M = molaire massa (in gram/mol) NA = 6,02214 * 10^23 (constante)
Significante cijfers:
1. telwaarden hebben geen invloed op de significantie
2. bij optellen en aftrekken= het aantal cijfers achter de komma bij de uitkomst is gelijk
aan het kleinste aantal cijfers achter de komma waarmee de berekening is uitgevoerd
3. bij vermenigvuldigen en delen= de uitkomst heeft evenveel significante cijfers als het
getal met het minste aantal significante cijfers waarmee de berekening is uitgevoerd
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur suusdotc. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,17. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.