LE 3 :Leeromgevingen
toe te lichten hoe de leeromgeving het leerproces kan beïnvloeden;
uw mening te geven en beargumenteren over de vraag of en hoe een leeromgeving zich moet
aanpassen aan studentkenmerken;
verschillende teaching approaches kunnen benoemen en concrete voorbeelden kunnen
geven;
het model van frictie kunnen toelichten en toepassen op concrete onderwijssituaties;
het begrip blended learning kunnen definiëren en concrete voorbeelden kunnen geven;
verschillende uitdagingen van blended learning kunnen kaderen en beschrijven hoe men hier
in de praktijk mee kan om gaan;
het begrip 'transfer' te omschrijven;
het verschil tussen high road transfer en low road transfer toe te lichten;
een aantal manieren op te sommen waarmee beide vormen van transfer in een leeromgeving
kunnen worden bevorderd;
de meerwaarde van coöperatief leren voor het leerproces te omschrijven;
concrete onderwijssituaties te analyseren vanuit de kaders uit deze leereenheid en op basis
daarvan suggesties ter verbetering te suggereren
Beïnvloeden van leerprocessen
leren = proces v kennisverwerving, kennisontwikkeling dat in steeds sterkere mate w
gestuurd door de lerende zelf, dat doelgericht is, dat voortbouwt op eerder verworven
kennis en vaardigheden en dat sterk afhankelijk is van de betekenis die de lerende zelf eraan
hecht.
verandering in gedrag = resultaat v meer kennis + vaardigheden + inzicht of v inzetten van al
verworven leerresultaten voor een ander doel.
KVI: in samenspel tss omgeving (leraar, medelerenden, leerboek, computer, internet)
en de lerende. spel v kennis geven en kennis nemen
motivatie + beleving + affectie belangrijke rol
beoogde gedragsverandering teweeg brengen door:
- gebruik v doelstellingen
- gebruik v uitgekiende en fraai vormgegeven materialen
- professionele leraren en opleiders
of en in welke mate werd iets bijgeleerd?
leerproces: gevormd door uitvoering van leer- en denkactiviteiten in wisselwerking met
omgeving
uitwendig waarneembare veranderingen door veranderingen in de manier waarop kennis in
ons geheugen wordt georganiseerd (= kennisstructuren)
- uitwendig aspect: observeerbare reactie. soms verborgen en pas tot uiting wnn er
zich situatie voordoet
- inwendig aspect: interne processen en de kennisstructuren die aand eze prestatie ten
grondslag liggen.
leren = levenslang manier waarop K + V efficiënt en effectief knn worden verworven
,1. Opvattingen over leren
1.1. Hoe men dacht en denkt over leren: een historische schets
toenemende behoefte aan goed onderwijs aandacht voor leren en beïnvloeden
van leren toegenomen
Hoe opvattingen over leren ontstaan?
VS:
…-1950: leren = blijvende verandering in gedrag als gevolg v reactie vd lerende op
gebeurtenissen in zijn/haar omgeving (= behaviorisme/gedragsbenadering)
leren = aanbrengen v verbindingen tss elementen uit omgeving en responsen vd
lerenden (black box)
o herhaling / bekrachtiging versterken v associaties
o voldoende variatie in omgevingskenmerk overdracht
focus op observeerbaar gedrag productgerichte benadering bij plannen,
realiseren en evalueren v onderwijs.
1960: aandacht verlegd nr interne, mentale processen:
informatieverwerkingsbenadring ( cognitieve benadering)
focus op inwendige cognitieve processen en structuren: grondslag voor uitwendig
waarneembare gedragingen
o verwerking v betekenisvolle informatie
o goede aansluiting nieuwe info en voorkennis
o begrijpen ipv memoriseren
o toepassen van al verworden kennis in praktijk
Europa:
1950-…: behaviorisme + cognitieve stromingen
… - 1950:
- gestaltpsychologie
- Piaget
- Vygotsky (cultuurhistorische theorie) ( ontwikkelend onderwijs: maximale
stimulering vd ontwikkeling v denken vd leerling w nagestreefd, zone v naaste
ontwikkeling)
trachten door te dringen tot denkprocessen + ontwikkeling v processen v baby tot
volwassene
1970-1980: synthese die sterke kanten vd europese en Angelsaksische benaderingen bij
elkaar brachten
o sociaal en cultureel gebonden karakter (situated cognition)
o samenwerking tss lln (coöperatief of samenwerken leren)
o klemtoon op actieve, zelfbepalende en constructieve aard v leren en denken
leren = leren voor de toekomst
- K + V voor langere tijd beschikbaar te hebben
- leren op latere leeftijd mogelijk maken
zelf sturen + reguleren vd leer- en denkactiviteiten
lkr van overdrager/stuurder naar aanbieder en ondersteuner
zelfregulatie
, metacognitie
motivatie
attitudes
1.2. Kenmerken van leren
leren : constructief, comulatief, doelgericht, gesitueerd, coöperatief en individueel
verschillend proces van kennisverwerving, betekenisgeving en vaardigheidsontwikkeling.
1.2.1. Cognitieve verwerking v informatie
Leren bekeken als een proces van verwerken van informatie
=/= stadia:
1. Encoding: opname v informatie: de via de zintuigen opgenomen info krijgt code
die correspondeert met al in het geheugen aanwezige codes. Brein herkent
opgenomen informatie
2. Storage: gecodeerde informatie w opgeslagen in geheugen: houdbaarheid?
precisie? vorm?
3. Retrieval: de opgeslagen informatie herinneren (afhankelijk van onze wens
hiertoe verloopt 2. anders)
4. Decoding: opgehaalde kennis weergeven (bv. door spreken of schrijven)
Individuele verschillen in leerlingen
door verschillen in efficiëntie en effectiviteit vd deelprocessen (hierboven)
afh van (indirect)
o leeftijd
fluid intelligence: vloeiende vorm v intelligentie
vooral tijdens jeugd en jonge volwassenheid
snelheid, behendigheid in intellectueel functioneren
nfunctioneren v geheugen, reactiesnelheid, abstract redeneren
in verloop v deelprocessen bij verwerken v informatie
crystallized intelligence: gekristalliseerde intelligentie
in volwassenheid
toename v kennis en ervaring
gemeten in tests voor verbale vermogens, voor algemene informatie,
voor concreet redeneren
o thuismilieu
o sekse
o psychologische kenmerken (intelligentie (versch vormen: intrapersoonlijk,
interpersoonlijk, inhoudelijk..), faalangst)
o persoonlijkheidskenmerken (introversie/extraversie)
Individuele verschillen in leeractiviteiten
bepalen directer het leerproces en leerresultaten
o cognitieve (versch in manier v verwerken v info en oplossen v problemen)
o affectieve (versch in waardering en beleving v leren en motivatie/attitude)
o regulatieve (vaardigheid om eigen leren te plannen, bewaken en evalueren)
verschillen tss lln zichtbaar in gebruik en sturing v cognitieve leeractiviteiten
, Verschil = vooral in mate waarin leeractiviteiten w benut en aangestuurd (door
omgeving of lln zelf)
Soorten kennis
o kennis v feiten en begrippen
semantisch geheugen: knn w gedefinieerd en onderling met elkaar in relatie
staan
declaratieve kennis (= weten dan): feiten, verschijnselen, begrippen,
definities, wetten/regels
procedurele kennis (= weten hoe): kennis v (mentale) handelingen die
nodig zijn om verschijnselen te herkennen, begrippen te identificeren,
grootheden te vinden of verbanden te bepalen
conditionele kennis (= weten waar en wanner): juiste situatie juiste
beslissing nemen
o persoonlijke kennis en gebeurtenissen
episodisch geheugen: persoonlijke ervaring met begrippen
Expliciete kennis
kennis waarvan lerende zich bewust is
impliciete kennis/praktische kennis/intuïtieve kennis
kennis waarvan lerende indirect weet heeft
al doende leren
Cumulatief verloop van leren en de rol v aanwezige kennis
competentie = geleidelijke ontwikkeling v KVA
voortgebouwd op en gebruikgemaakt van al verworden KV
Voorkennis (Ausubel): zinvlol leren pas optreden wnn aanwezige cognitieve
structuur voldoende en geschikte aanknopingspunten/ankerbegrippen bevat waaraan
nieuwe kennis kan w gekoppeld.
voorwaarde
o activeren v relevante voorkennis
o leermateriaal moet betekenis hebben voor leerling
Verschillen in voorkennis
o hoeveelheid voorkennis
meer of minder compleet
o gestrucutureerde/georganiseerde voorkennis
als los zand aan elkaar hangen of helder geheel v relaties een eenheid
o Beschikbaarheid vd voorkennis
op juiste moment actief worden
o juistheid
misvattingen/misconcepties
1.2.2. Constructie v kennis
kennisverwerving: eigen constructie van de betekenis = eigen interpretatie vd
ontvangen informatie, informatie transformeren in kennis met incorporatie v
persoonlijke ervaringen, waarden en opvattingen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maglinehaeck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.