MEDIARECHT
HS1: mediarecht, vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid
Wat is mediarecht?
Mediarecht = het geheel van regels en beginselen die van toepassing zijn op het
fenomeen ‘media’ in de ruimste zin van het word
- zowel oude & nieuwe media
Voor ons zijn radio en tv oude media maar als we in het geheel kijken zijn ze
best nieuw
18de – 19de eeuw waren er heel andere media van belang bv. kranten, opera’s,…
De televisie blijft heel belangrijk voor de verspreiding van politieke
boodschappen bv. bij verkiezingen
Heel veel regels zijn nog opgesteld voor oude media bv. regels over de drukpers
- zowel verspreiders als makers van boodschappen (media in technische zin en
content providers)
Voorbeeld service provider: Telenet, proximus = dienstenverdelers
Dienstenverdelers zijn een essentiële schakel van content voor de kijker
kunnen samenvallen = convergentie
Bv. Telenet (dienstverdeler) gaan samenwerken met DPG media
(omroeporganisatie) om samen streamz op te richten
Mediarecht in complex:
1) Continue nieuwe uitdagingen en ontwikkelingen
- Liberalisering van de markt -> meer spelers, meer concurrentie, meer
conflicten
- Technologische ontwikkelingen -> reclame doorspoelen, gegevens verzamelen
Er zijn weinig domeinen in ons leven die sneller ontwikkelen dan de media
Bv. sociale media werken niet met subsidies, op de eerste plaats werken zij met
persoonsgegevens -> voor ons zijn ze gratis maar iemand anders betaald er wel
voor
Nieuwe regels bv. GDPR
2) Conflicterende belangen
Principe = vrijheid van meningsuiting <-> andere grondrechten: privacy,
gelijkheid, kinderrechten,…
Bv. de krant wil iets over een politicus schrijven over een buitenechtelijke relatie
-> de media moet dan gaan kijken waar de grens ligt tussen hun vrije
meningsuiting en de politicus zijn privacy
,Bv. WK voetbal 2022 waren er vrouwelijke voetbal commentatoren maar in 2020
was dit niet evident -> twitter geeft veel commentaar op vrouwelijke
voetbalcommentatoren ‘ga terug naar de keuken’ -> mag dit juridisch gezien of
botst dit op het recht van gelijkheid?
3) Regels van verschillende overheden
- Vlaanderen: Mediadecreet -> legt de audiovisuele media sterk aan banden
- België: bescherming persoonsgegevens, auteursrechten, …
- EU: vrije concurrentie, vrijheid van verkeer, bescherming persoonsgegevens…
- WHO: auteursrechten (internationaal recht)
Dia 7-15 -> personen waar we veel over kunnen zeggen in mediarecht
a.d.h.v. verhalen moeten we problemen herkennen & oplossen -> de grote
principes
Vrijheid van meningsuiting
Principe = totale vrijheid om te zeggen, schrijven, publiceren wat je wil -> tenzij
uitdrukkelijk verboden !
<->
Dictatuur = verboden -> tenzij expliciet toegelaten !
Waarom hebben wij dan mediarecht -> omdat de vrijheid van meningsuiting
grenzen heeft
- Vrijheid van andere (privacy, gelijkheid,…) -> wetgeving inzake laster en
eerroof, ‘hate speech’
- Algemeen belang (pluralisme, eerlijke concurrentie,…) -> o.a. mediadecreet
Vragen waar we ons mee bezig gaan houden:
1) Bronnen = waar?
2) Grondslagen = waarom?
3) Toepassingsgebied = wat?
4) Beperkingen = hoe ver?
Bronnen
1791 – ‘First Amendment’ US Constitution
“Congress shall make no law (…) abridging the freedom of speech, or of the
press”
,= eerste amendement van Amerika-> toen al belangrijkste grondrecht -> de
vrijheid van meningsuiting
1831 – Belgische Grondwet
- art. 19: vrijheid van meningsuiting
- art. 25: persvrijheid (geen censuur + ‘cascadeaansprakelijkheid’)
Censuur = iets dat de overheid vooraf oplegt -> bepaalde teksten mochten niet
verspreid worden
Cascadeaansprakelijkheid = alleen de auteur van een bepaald bericht kan
opgepakt worden, niet de verspreiders
- art. 150: jury (Hof van Assisen) -> alleen de jury is bevoegd te spreken over
drukpersmisdrijven -> omdat grondwetgever weinig vertrouwen had in de
magistraten, zij waren te hard beïnvloedt door het regime
Belgische revolutie begint door opera
Belgische grondwet werd heel snel geschreven en was uniek
1950 – art. 10 EVRM (Raad van Europa)
1. Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de
vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden
te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en
ongeacht grenzen. Dit artikel belet Staten niet radio- omroep-, bioscoop of
televisieondernemingen te onderwerpen aan een systeem van vergunningen.
2. Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden
met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten,
voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een
democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale
veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van
wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de
goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen,
om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het
gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.
Verschillen tussen deze artikels en de eerste twee door WO2 -> in het nazi
regime wordt er misbruik gemaakt van de vrijheid van meningsuiting dus
vertrouwen was geschonden
US Supreme court -> Skokie case
Neonazi’s die in een wijk waar holocaust overlevende/ Joden wonen en betoging
hielden -> mocht in Amerika -> in Europa zou dit nooit mogen
1966 – art. 19 BUPO (VN)
BUPO = burgerlijk & politiek
1. Een ieder heeft het recht zonder inmenging een mening te koesteren.
, 2. Een ieder heeft het recht op vrijheid van meningsuiting; dit recht omvat mede
de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook op te sporen, te
ontvangen en door te geven, ongeacht grenzen, hetzij mondeling, hetzij in
geschreven of gedrukte vorm, in de vorm van kunst, of met behulp van andere
media naar zijn keuze.
3. Aan de uitoefening van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde rechten
zijn bijzondere plichten en verantwoordelijkheden verbonden. Deze kan derhalve
aan bepaalde beperkingen worden gebonden, doch alleen beperkingen die bij de
wet worden voorzien en nodig zijn :
a) in het belang van de rechten of de goede naam van anderen;
b) in het belang van de nationale veiligheid of ter bescherming van de openbare
orde, de volksgezondheid of de goede zeden.
2009 – EU-Handvest (Europese Unie)
Art. 10 - De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst -> In België
vanzelfsprekend dus niet in de grondwet
Art. 11 - De vrijheid van meningsuiting en van informatie
Art. 52 - Reikwijdte en uitlegging van de gewaarborgde rechten en beginselen
1. Beperkingen op de uitoefening van de in dit Handvest erkende rechten en
vrijheden moeten bij wet worden gesteld en de wezenlijke inhoud van die
rechten en vrijheden eerbiedigen. Met inachtneming van het
evenredigheidsbeginsel kunnen slechts beperkingen worden gesteld, indien zij
noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende
doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de
rechten en vrijheden van anderen.
Grondslagen
1) Instrumentele grondslagen (focus op gunstige gevolgen VMU)
- Individuele zelfontplooiing -> je kan alleen maar jezelf ontwikkelen als je ook
je mening vrij mag uiten -> belangrijke grondslag
- (deliberatieve) democratie -> persvrijheid! -> een democratie is niet gewoon
mensen laten stemmen en klaar, een goede democratie worden burgers goed
geïnformeerd door de media over welke politieke ideeën er allemaal leven en dan
kunnen stemmen
- Waarheid (J.S. Mill) -> ‘free marketplace of ideas’ ‘fake news’?
T. Garton Ash: ‘the good sword of truth will only be kept sharp if it is constantly
tried against the axes and bludgeons of falsehood’