Hedendaagse sociologische theorie
Les 1: inleiding
Doelstellingen:
Studenten vertrouwd maken met de belangrijkste debatten, stromingen en auteurs van
de naoorlogse sociologie, met speciale aandacht voor een aantal maatschappelijke
ontwikkelingen en thema’s die de hedendaagse theorievorming hebben beïnvloed (bv.
globalisering, post-kolonialisme, technologisering, de naoorlogse evolutie van het
kapitalisme)
- Theorieën worden in specifieke sociale situaties gemaakt om ons te laten begrijpen
hoe onze samenleving in elkaar zit
Klassieke sociologische auteurs: ‘3 klassieke auteurs’
Durkheim, Marx en Weber
- Er wordt hier terug naar gegrepen want er wordt op verder gebouwd en die hadden
de belangrijkste basisvragen waar we nog steeds mee bezig zijn in de sociologie en
die hebben ook de belangrijkste antwoorden hierop gegeven
Klassieke sociologische theorie versus hedendaagse sociologische
theorie
De 19de -eeuwse theorieën hebben hun vorm gekregen in een specifieke
maatschappelijke context waaronder modernisering
- Modernisering: het proces waarbij de maatschappijen modern worden en hier zijn
vele deelprocessen bij verbonden zoals industrialisering, urbanisering, arbeidswijken,
technologisering, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs,…
Al deze deelprocessen zijn verbonden met elkaar en vormen de modernisering en
deze zorgen dat de structuur van de maatschappij veranderd
De 3 klassieke auteurs hebben voor het eerst typische vragen gesteld bij deze
modernisering, dit proces startte in de 19de eeuw en gaat verder
- Dit proces is niet enkel geïntensifieerd, maar ook anders geworden
o In de 19de eeuw was het onderscheid tussen platteland en stad vele groter dan nu
(platteland was niet verbonden aan de modernisering)
o Toen was er veel sprake van handenarbeid en nu is arbeid eerder
gerobotiseerd/geautomatiseerd
o We hervertalen deze theorieën naar onze werkelijkheid
Wat is theorie?
We hebben vele definities over deze term (parapluconcept)
- Theorie in de wetenschap: verklarend (empirisch)
,Theorie?
Logisch geordend of samenhangend geheel van uitspraken over de sociale werkelijkheid
(hoe werkt ze? Basisstructuur? Etc.)
Abstract (abstraherend van specifieke tijd en ruimte) maar tegelijk ook gesitueerd.
Theorieën vertellen ons hoe we naar de (sociale) werkelijkheid kunnen (of moeten)
begrijpen, maar die werkelijkheid beïnvloedt ook hoe we erover denken (cf. Alexander -
Diagram 1.1.)
- Theorieen sturen de waarneming van de maatschappelijke werkelijkheid en de
interpretaties van die waarnemingen maar worden anderzijds zelf mee beïnvloed
door de steeds veranderende maatschappelijke omgeving
o Abstract: generaliserend en veralgemenend (algemeen patroon)
o Theorieen zijn abstracter zodat we de brede reeks van gevallen kunnen analyseren
binnen maatschappelijke contexten
Dit laat ons toe om naar verschillende dingen te kijken zoals; context, landen,
verleden,…
o Theorieen worden gelimiteerd omdat ze in specifieke contexten worden opgesteld
Theorieën worden zowel gevormd door ‘empirische observaties’ als
door algemene veronderstellingen
Continuüm van wetenschap: aan de
ene kant is deze empirisch
(observaties, interviews,..), hoe
minder theoretisch hoe meer je schijft
naar links en hoe meer je abstracter
zal werken (correlaties, definities,…)
- Empirische observaties: het feit
dat een theorie verwijst naar de
reële empirische werkelijkheid
zoals we die kennen, baseert zich
op bestaande feiten
Theorie zal voor een stuk bepaald worden door metafysische assumpties: hoe we de
sociale werkelijkheid ervaren
- Metafysische assumpties: niet echt zichtbaar, voorbij de fysieke waarneembare
werkelijkheid
De sociale werkelijkheid ervaren
Sommigen zien de vrouw, anderen het berglandschap; anderen zien misschien nog iets
anders. En dat heeft te maken met een verschil in gerichtheid, interesse, tussen elk van ons
- Het is onmogelijk, hoe hard we ook proberen om beide afbeeldingen in 1 keer te zien
o Hoe we kijken naar de werkelijkheid verschilt van persoon tot persoon
o Assumpties en verwachtingen zijn constatief
, o Naargelang je verwachten, zie je iets anders
Theorie?
Niet gewoon ‘weerspiegeling’ van de werkelijkheid maar eerder de ‘bril’ waardoor
sociologen naar de maatschappelijke werkelijkheid kijken
Leidraad voor onderzoek, bron voor richtinggevende concepten en formulering van
hypothesen
Maar vaak ook systematische poging om de resultaten van het onderzoek te ordenen en
te interpreteren.
o Theorieën sturen de waarnemingen (van de maatschappelijke werkelijkheid) én de
interpretaties van die waarnemingen, maar worden anderzijds zelf mee beïnvloed door
de steeds veranderende maatschappelijke omgeving
Theorie en onderzoek: het praktische ‘nut’ van theorie?
Heuristiek
o Alledaagse functies die we toepassen in het dagelijks leven
o Als leden van een maatschappij, maken we gebruik van theorieen om bepaalde situaties
waarin we ons bevinden te interpreteren. Als we dit niet doen, dan open we de risico om
verloren te lopen
Kadering of ‘framing’
Systematisering
“Non-interaction as a social accomplishment” (Goffman)
Situatie bestuderen: wachtzaal, mensen interageren niet
- Sociale code veranderd
o Hoe mensen zich in een bepaalde sitautie gedragen
o Als deze code wordt verbroken, hoort hier een ritueel bij (excuseren,…)
- We hebben allemaal dezelfde soort gedrag
o Goed voorbeeld voor de eerste functie van theorie
Orde in chaos zien (heuristiek)
Theoretische kaders, concepten of ideeën zijn belangrijk omdat ze een bepaalde ‘bril’,
een manier van kijken met zich meebrengen. Door onze aandacht op bepaalde aspecten
van de werkelijkheid te richten (het ‘relevante’) en andere te verwaarlozen (‘het
irrelevante’), laten ze ons toe om een zekere orde of een patroon in onze onderzoeksdata
of de werkelijkheid te zien (‘Heuristiek’)
- Zonder concepten of theoretische kaders (‘frames’), is het soms moeilijk om
überhaupt iets betekenisvol, patroonmatig in de sociale werkelijkheid te herkennen
o Heuristiek: vinden van zinvolle patronen in de werkelijkheid
Theoretische kaders in het alledaagse leven
- social gatering; verschillende situaties waarbij wij op
een impliciete manier de kader zullen herkennen en ons
er ook op aanpassen
- Het is belangrijk om de juiste kader in te stellen (juiste
gedrag voor de juiste sociale omgeving)
, Kadering of framing
Een theoretisch kader of ‘frame’ omschrijft een fenomeen in specifieke theoretische
termen en classificeert het daarmee in een bredere groep (bvb. interactievormen in de
publieke ruimte)
De meeste analytische kaders of theoretische ‘frames’ worden ontleend aan de
sociologische theorie
Door theoretische kaders te selecteren, te bediscussiëren en te formaliseren kunnen
onderzoekers hun werk met dat van anderen verbinden
o We gaan deze kaders op een systematische manier bespreken en dit laat toe om naar
gelijkaardige fenomen te springen en deze allemaal te vergelijken
o Bv non-interaction: bv gelijkaardige voorbeelden (bv de trein of tram nemen) en
hierbij wordt dezelfde code gebruit (elkaar negeren)
Bvb. Rellen!
Crisis gedrag: een reactie op teleurgestelde verwachtingen en (veranderingen in) de
persoonlijke situatie van mensen. Participanten aan rellen kunnen reageren uit frustratie
of uit (morele) verontwaardiging
Rationeel, instrumenteel gedrag (ook van collectieve actoren) : geweld kan
gemobiliseerd worden om bepaalde doelen te bereiken (en bvb. besluitvorming te
beïnvloeden)
Aangeleerd gedrag (geweldscultuur) van bepaalde groepen: participanten aan rellen zijn
gesocialiseerd in cultuur waarin mannelijke idealen van dominant en gewelddadig gedrag
de toon aangeven
o Verschillende invalshoeken of brillen
o Niet iedere kader is makkelijk om met elkaar te verbinden
Wetenschappelijk onderzoek impliceert meer systematische reflectie op de verschillende
theoretische kaders die beschikbaar zijn in de literatuur
Systematisering
Theorie als systematische poging om de resultaten van het onderzoek te ordenen en te
interpreteren
“Theorie is een veralgemening van het particuliere, een abstrahering van concrete
gevallen” (J. Alexander, What is Theory?, p.2)
o Theorie kan ook inductief werken
o Generaliseren van bepaalde gevallen
o Theorieen worden gebruikt om een concreet onderzoek op een algemener manier te
begrijpen
Hoe gaan mensen om met racisme en discriminatie?
Uit het vele empirische onderzoek kunnen we vijf verschillende vormen van omgaan
met/beantwoorden van racisme onderscheiden*:
1) Confrontatie (inclusief juridische actie)
o Bijvoorbeeld doormiddel van organisaties,…
2) ‘Management of the self’ (ervoor zorgen dat men geen aanstoot geeft)
3) Negeren / niets doen